Elina wist wat er aan de hand was, ze had het allang vernomen van de voorouders en de bomen. De mensen die allemaal streden om het boek. Allemaal om de macht en hebzucht, ze walgde ervan. Zo was de mens, hebberig en nooit tevreden met wat ze hadden.
Haar buik was ondertussen zo dik geworden, dat ze haar jurken amper paste. Ze had nog geen andere jurken. Haar buik was zichtbaar, ze kon hem niet meer verbergen. Wilde ze ook niet. Ze had het idee dat het een jongen werd, maar hoe kon ze dat weten? Vandaag voelde ze zich Lady Elina, niemand die haar iets aan kon doen. Ze was het nog steeds niet, maar ze was wel al zwanger. Er waren geen mensen die er moeilijk over deden, familie was niet ter sprake.
Door de bomen brachten haar naar een plek waar de mensen waren. Daar zag ze Athios. Ze ging niet laten merken dat Athios haar geliefde was. Ze leek wel gek, dan kon ze de strijd wel meteen opgeven, niet eens aan beginnen. Het was juist de bedoeling om de mensen aan haar kant te krijgen. Het boek had verkeerde krachten, het bezat de krachten van de Firetree. Haar gedachten gingen naar het gevecht tegen Firetree. Diadorah die het haar lastig maakte, zij niet alleen. Diadorah dacht dat ze Elina in haar macht had, maar daar had ze zich in vergist. Elina wilde Diadorah gevangen hebben, weg met haar. De macht moet niet in iemands handen komen die er slecht mee omgaat.
Daarin tegen, de macht moest ook niet bij haar komen. Het moest bij een neutraal persoon of kracht die goed was voor de mens. Zoiets als de boom der Allerzielen. Elina wist wie het boek hadden gelezen. Ze wist nog niet hoe ze die mensen naar de boom der Allerzielen kon brengen, alleen zij kon hen genezen, maar het moest gebeuren. Dat betekende echter ook gevaar, maar dat komt wel goed, dat kan niet anders. Misschien kon ze ongemerkt even overleggen met Athios.
De mensen waren tegen Athios, dus als hij nou iets ging roepen wat niet helemaal klopte, dan kon Elina er tegen in gaan. Misschien zou dat wel de oplossing kunnen zijn om de mensen tegen het kwaad te keren.