Net toen hij zich had aangemeld stond er een eindje verderop een jongen op. Zijn Anima was een leeuw waarop hij steunde. Onderzoekend keek hij naar de jongen, hij leek gewond. Rai kon de geïnteresseerde blik niet missen. De vraag die de jongen stelde was meteen op de man gericht. Hij leek er geen doekjes om te winden en deed er niet moeilijk over. Rai moest zeggen dat hij daar wel van hield. Geen poespas gewoon zeggen waar het op staat. Rai was niet iemand die graag geheimzinnig deed over zijn wezen en doen.
'Ik ben Shikakon Rai. De Shikakon is een zeer oude Clan uit Japan. Helaas ben ik de enige van de Clan die over Dust kan lopen. Mijn familie besloot met de wereld te vergaan.' Het leek hem een goed simpel antwoord. Alleen zijn zus Kala zou misschien nog ergens over Dust lopen. Maar ook dat betwijfelde hij. Des te meer redenen om deze opstand te overleven.
Wie is die knul? Kent hij jou? Hij is wel erg recht voor z'n raap denk je niet? Rai moest Akira gelijk geven dat het een beetje vreemd was dat de jongen vroeg wie hij was. Aangezien de jongen geen aansprak maakte op wat de man zei. Misschien dat hij nogal opviel in zijn kloffie maar zo liep hij er gewoonlijk bij. Hij voelde zich simpel niet op zijn gemak als hij zijn normale kleren niet aan had met de twee zwaarden.
De leeuw en de jongen maakte eventjes kort oogcontact. Ze leken gecommuniceerd te hebben, ook via gedachten? Ze deden in ieder geval mee. Tevreden en vriendelijk knikte hij naar de jongen. Hij was wel nieuwsgierig geworden naar deze jongen en zijn Anima.
De oudere man begon uit te leggen waar ze heen moesten. Hij knikte kort maar bleef staan. De man was iets vergeten, het was mooi dat hij gezegend was met zijn Clan en dat hij weet waar hij
moest wezen maar toch miste hij wat persoonlijks. 'Zoals U hoorde ben ik Rai. Voordat ik mezelf in de strijd gooi met plannen van een ander zou ik graag uw naam willen weten.' Hij keek even naar de jongen met zijn leeuw. Zijn ogen gaven de zelfde boodschap door. Wie waren zij?
Een andere jongen duidelijk aangedaan door de aanslag op de boom rende naar buiten. Rai was niet snel van stuk te brengen maar toen de jongen openlijk tegen de koning begon te schreeuwen. Over wat de koning deed tegen de bomen en dat hij wel zou zien wat er van zou komen. Rai kon de jongen wel voor zijn kop slaan. Nooit openlijk spreken in een dictatuur. De man wist niet of de jongen nog van de overige wereld kwam of was geboren in Dust maar dit sloeg werkelijk nergens op. Die jongen leek zijn verstand verloren te zijn door woede.
De koning schreeuwde en twee wachters kwamen de trappen afgelopen. Het duurde even voordat ze alle treden belopen hadden daarna kwamen ze met een strijdkreet aangelopen. Zonder nog wat te zeggen stormde Rai naar voren. Dit moest hij maar snel afsluiten. Normaal zou hij zich met een smoes uit deze zaak lullen maar deze koning en zijn wachters zouden daar niet van gediend zijn.
Hij gaf de jongen een klein duwtje naar achteren. de Samurai wou de jongen niet per ongeluk raken. Zijn reflexen op scherp de adrenaline schoot door zijn lichaam. Hij haalde met zijn hand uit naar de kin van een van de mannen. Twee flinke klappen verder lag de eerste wachter op de grond. Rai was snel, hij was getraind en dat was te zien. Hij zag de noodzaak er niet van in om bloed te verspillen.
De overgebleven soldaat kwam met een speer op hem af. Een snelle zwaai met Akira en de speerpunt viel nutteloos op de grond. Rai snoof minachtend, twee speren en twee vechtkuikens waren niks. Dat had elk beginnend Samurai aangekund. Met het heft van Akira stootte hij tegen de slaap van de man. Zonder er lang over na te denken pakte hij de jongen en duwde hem richting de poort.
'Je wil vechten voor de bomen en het volk? Dan moet je naar Lady Catherina' Fluisterde hij en gaf hem een laatste duw.
'Ik hoor uw naam later wel.' Zei hij tegen de oude man.
'Kom je mee?' Vroeg hij aan de twee jongere jongens. Versterking zat er al aan te komen. Ze konden zich beter uit de voeten maken als ze niet te veel aandacht wouden trekken.