Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Ga naar pagina : Vorige  1, 2

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Ga naar beneden Bericht [Pagina 2 van 2]

26Officiele verhaallijn Re: Firetree: Tempus terughalen! ma jun 20, 2011 4:18 pm

Tempus

Tempus
Ik ben een Admin
Admin
Dusty zag hoe Catharina en Zeus het herstelde pad opliepen naar Tempus. Dusty rende er snel heen. Hij kon niet wachten om Tempus weer te zien. Toch voelde hij zich erg slecht, en hij kon de rest niet bijhouden. Een paar minuten later kwam hij ook in de kamer aan, en zag daar Zeus zitten die bang keek. Dusty keek hem aan in zijn ogen, en zag alleen maar angst.
Cath was waarschijnlijk buiten bewustzijn, en Tempus lag daar in een fontein vol tranen.
Toen verschenen er scheuren in de muren. De fresco's op de muur brokkelden af, en de grote olielamp, uit de Santa Maria del Fiore stortte met een klap naar beneden. Dusty kon alleen maar toekijken hoe het gebeuren. Hij was niet meer in staat om zich te bewegen, en zakte door zijn poten. Kruipend probeerde hij Cath, Tempus en Zeus te bereiken, maar het lukte niet. Het was te zwak allemaal.

Tempus had geen tranen meer. Hij was te moe en te verslagen om er nog eentje los te laten. Het water kwam al tot zijn knie. Tempus zag schimmen in het witte licht voor hem. Hij sperde zijn ogen open om alles beter te zien, maar alles bleef wazig. Een vrouw viel naast hem in het water. ''Cath'', riep hij uit.
Daarna volgde er een dier, waarvan Tempus niet kon zien wie het was, het beeld werd steeds waziger, en vervaagde naar zwart. ''Het spijt me Cath, het spijt me''

Dusty had de fontein bijna bereikt en voelde het water bijna. Alle energie die hij had was in deze tocht gaan zitten. De zwaarste tocht die er was. Hij keek naar Zeus, die moedeloos bij Cath zat.
Dusty wou wat zeggen, maar het lukte niet. Alles was op. Er was geen energie, noch kracht meer.
Dusty keek naar Tempus en vroeg wat er aan de hand was. Maar voor het eerst was er geen respons. Dusty kreeg tranen in zijn ogen, terwijl Zeus hem verslagen aankeek.

En het duurde nog maar enkele seconden voordat het zicht volledig verdween, en de trouwe honds-ogen met zijn zwarte, natte snuit, verzandde en in stof uit elkaar viel.

27Officiele verhaallijn Re: Firetree: Tempus terughalen! ma jun 20, 2011 6:39 pm

Lady Catharina

Lady Catharina
Ik ben een Teacher
Teacher
Firetree: Tempus terughalen! - Pagina 2 Padma2 Do not leave me!
Catharina glimlachte licht terwijl ze naar achteren viel toen ze merkte dat Tempus haar had opgemerkt, maar dat was alles wat ze merkte voordat het weer zwart werd en het water om haar heen haar opslokte.Klik voor liedje! 'Liefde, zei je? Was het de liefde die je voortdreef of de plicht?', hoorde Cath een stem zeggen en ze opende haar ogen. Ze was weer in het onderbewustzijn waar ze nu een verslagen Catharina zag zitten. Cath liep op haar af. 'Zijn we onmogelijk om samen te bestaan? Heeft ons gemengde bloed ons toch weten te verslaan?', vroeg Catharina zacht. Cath schraapte haar keel en ging naast haar zitten. 'Wij bezitten inderdaad het bloed van onze vader, maar dat is maar een minderheid. Wij kregen als een dochter het bloed van de Caelos mee. Niet het bloed van de Nigris. Het lag aan de meester dat wij uit elkaar zijn gehaald. Waarom zouden we niet samen kunnen bestaan? We hebben verschillende gedachten, maar we hebben maar één hart en lichaam. Wat jij voelt, voel ik ook en andersom ook. Zelfs de liefdes die we voelen zijn een afspiegeling van wat we willen en nodig hebben. We vallen op hetzelfde, houden van hetzelfde, maar we durven het allebei niet aan. Ik heb jou altijd gehad als het verkeerd ging. Jij kon het altijd voor me overnemen op de momenten dat ik het nodig had.', beantwoordde Cath. 'Ik zei dat een leidster van de Caelos niet te breken was, maar het is heel makkelijk of niet?' Cath knikte. 'Liefde is het mooiste en tegelijkertijd het slechtste wat je kan overkomen.', zeiden ze tegelijkertijd. Maar welke liefde is groter? Als we samen willen komen, is ons hart verdeeld.' Z'uchtend keken ze elkaar aan. 'Degene die ons het beste kan veroveren.' Cath keek even boos. 'Of juist degene die niets met je maken wilt hebben omdat hij bang is voor wat er is gebeurd.' Cath stond op en zag hoe Catharina hetzelfde deed. Apart zijn we zwak, maar samen zijn we sterk. Glimlachend liepen ze op elkaar af en beiden hoopten dat het zou werken. Dat de reis af was gelopen en dat ze eindelijk weer samen konden zijn. Toen ze samenvoegden, werden ze teruggezogen naar de werkelijkheid. (Liedje klaar) Cath werd met een schok wakker en sloeg met haar arm op het water waarna ze een kreet van pijn slaakte. Ze ging zitten en knikte Zeus als bedankje toe. Ze kon nu niet anders. Ze keek om zich heen en zag hoe Dusty verstofte. Haar ogen werden groot en ze schuifelde naar Tempus toe. 'Je mag me niet alleen laten. We hebben je nodig.', fluisterde ze zachtjes. 'Kom Zeus. We moeten hier weg. Ik ga je meenemen en het enige wat je moet doen is zo dicht mogelijk bij me blijven.', vertelde ze hem. Cath keek met spijt naar haar armen. Die kon ze niet gebruiken en het begon haar een beetje te duizelen. Hoe lang zou ze het nog volhouden? Deze wonden waren erg en ze had al te veel bloed verloren. Dit was gewoon niet normaal. Ze had nog geluk dat ze zich samen had kunnen voegen anders was ze waarschijnlijk nooit wakker geworden. 'Kom hier op mijn schoot liggen Zeus.' Ze moest contact hebben met allebei anders kon ze hen niet meenemen. Daarna boog ze zich naar voren en legde haar hoofd op die van Tempus. 'Ik haal je hier weg. Hou nog even vol.', fluisterde ze zacht voordat ze haar ogen sloot omdat het licht te fel was. Ze wist dat ze begonnen te glimmen, te schijnen, alsof ze de zon zelf waren en toen was het afgelopen. Het licht was weg en Cath opende haar ogen weer. Ze zat onder de modder en zag vlak bij haar Tempus en Zeus liggen. De duizeligheid van de transportatie verdween langzaam bij haar en ze merkte dat ze een paar honderd meter van het strijdgewoel terecht waren gekomen. Dat gaf haar voldoende tijd en ruimte om een beetje te kunnen herstellen. Ze ging naar Tempus toe en draaide hem voor zover ze dat kon op zijn rug. Daarna legde ze haar hoofd op zijn borstkas en hoorde nog een hele vage hartslag. Ze kwam overeind en keek naar hem. 'Tempus. Kom terug. Laat ons niet alleen.', zei ze en keek met tranen in haar ogen naar hem. Ze legde haar hoofd weer neer en begon zacht te snikken. 'Laat mij niet alleen.. alsjeblieft.. hoe kan ik nou zonder jou doorgaan?', snikte ze zacht. Ze dacht niet langer aan haar wonden die niet dicht waren en waar haar kostbare levenskracht uitvloeide. Het zou niet lang duren voordat ze teveel bloed had verloren en dan misschien wel voor eeuwig haar ogen zou sluiten.



Laatst aangepast door Lady Catharina op ma jun 27, 2011 7:53 pm; in totaal 9 keer bewerkt

28Officiele verhaallijn Re: Firetree: Tempus terughalen! ma jun 20, 2011 7:46 pm

Sam

Sam
Ik ben een Ontdekker
Ontdekker
Zeus was blij toen Catharina weer wakker werd. Maar toen hij om keek naar de hond dusty schrok hij. Zeus liep met veel moeite naar Catharina toe en ging voorzichtig op haar schoot liggen. Voor dat Zeus het in de gaten had waren ze ergens anders. Zeus stond met moeite op en hoorde het gevecht al. Hij keek om maar kon niks zien. Zeus liep met moeite naar Catharina en Tempus toe en tikte hem aan.

-ik weet hij is kort-

29Officiele verhaallijn Re: Firetree: Tempus terughalen! wo jun 29, 2011 5:50 pm

Tempus

Tempus
Ik ben een Admin
Admin




Firetree: Tempus terughalen! - Pagina 2 POSTTEMP
Under the Earth hides a world, that is only known by Trees



Bladeren kolkten door het water van tranen. Tranen van verdriet, uitputting en wanhoop. Alles wat hij had gedaan leek voor niets. Alles wat hij had gegeven was gewoon maar schijn, en slechts een hersenspinsel van het verleden. Het verleden die hem eens in de steek had gelaten en hem tot de dood had gebracht.
Tempus keek in de ruimte waar hij nu was. Hoog boven de wereld die onder hem lag, en verweg van alle Misère van de wereld. Hier, bij het eeuwige stof, was het veel beter vertoeven. Het was er rustig, stil en vredig. Dit soort vrede is alleen te bereiken in uiterste eenzaamheid, en opperste concentratie. En in die fase zat hij nu. Hij was in diepe trance, en had alle communicatie en verbindingen met de wereld uitgezet. Zijn ziel was hier één. Niet meer gescheiden in een mens en een Anima, maar één. Heel even was er geen Dusty meer, in ieder geval, zo leek het. Maar hij was er wel zeker. Dusty zat nu in hem, helpend om de grootste taak in zijn, nog maar vrij korte leven op Dust, te volbrengen.
Tempus keek naar beneden, en zag het witte spiegelende wolkendek, met kleine gaten die de schimmige wereld eronder lieten zien. Hier en daar zag Tempus het zwarte stof door de lucht dwarrelen. Het stof die dit alles had veroorzaakt. Dit zou niet zijn gebeurd wanneer hij alleen was geweest op deze wereld. Wanneer je alleen bent kan er geen oorlog, behalve de strijd met jezelf zijn.
Maar zonder gezelschap, was de wereld niet anders dan een leeg omhulsel van stilte. Tergende en tijd vertragende stilte, waardoor er geen enkele prikkel was, om je leven mogelijk te maken. En zonder die prikkels kan men niet leven. Je hebt mensen nodig. Iedereen heeft mensen nodig. Ze zijn een van de kostbaarste bezitten in je leven, en zorgen ervoor dat je jezelf kunt ontplooien tot wat je hoort te zijn.

Tempus dacht aan Cath. Ze was daar nu ergens. Verstopt onder wolken en bomen, te wachten en te hopen dat alles goed kwam. Maar tegelijkertijd was ze boos. Boos op hem, omdat hij haar in de steek had gelaten. Echter Tempus had het liever ook niet gewild, het liefst zou hij blijven. Maar zoals heftigs als het Firetree stof, kan niet op een eenvoudige manier worden bestreden. Het had meer kracht nodig. De kracht die hij niet bezat, en ook nooit zou bezitten. Maar wel de kracht om een schakel te zijn, om deze ernst te stoppen.
Want wat veroorzaakt werd door meerdere mensen, kan alleen ook maar door meerdere mensen worden gestopt. Nu was de hoop gevestigd dat de slechte kant niet teveel was geworden.
Tempus keek naar het gebied waar deze ellende allemaal was begonnen. Bombarda, met in zijn hart prijkend de Firetree.
Maar ooit zou ook deze boom vallen. Net als wat hij had gedaan met de Hoogste Boom in Claps. Het zou vallen en verdorren. En de wereld kon weer opbloeien uit de as van zijn bestaan. Een betere en sterkere wereld zal opdoemen, en zal een haven zijn waar iedereen een thuis heeft.
Tempus zuchtte en voelde dat hij bijna genoeg kracht had om zijn werk te doen. Om een vesting te stichten, waar men niet bij zou kunnen komen. Een vesting die zelfs in de oude wereld tot het eind heeft standgehouden. In deze vesting zullen de krijgers van het lot hun plan beramen, om de Firetree neer te halen en de vrede op een zilveren plaat terug te brengen. Beter, en waardevoller dan ooit.

Zijn lichaam op aarde leek van nutteloos belang, maar had wel degelijk een functie hier. Al was de ziel op een hogere plek, een lichaam was nodig om de kracht op de juiste plek op aarde te brengen.
Nog steeds vielen brokstukken van het prachtige frescoplafond naar beneden. Maar er leek geen schade te ontstaan. Met dat en brokstuk viel, werd het ook weer aan het plafond gevormd. Zo ging er nooit wat verloren.
De mensen zouden eens moeten weten, dat het hele complex telkens in beweging was. Ondertussen had het al meters afgelegd door de grond, op weg naar zijn toch omhoog. Terug naar de wereld. De Clapsboom had ondertussen zijn wonden geheeld, en had genoeg energie vergaard om zich permanent te kunnen beschermen tegen het ziekmakende Firetree virus dat door de lucht heen dwaalde. Hij zou immuun zijn voor zijn gif.
En samen met de nieuwe geheimen die er schuil gingen, zou het Magistrerium voortaan nog beter over de wereld kunnen heersen.
Soms is er een verschrikkelijke gebeurtenis nodig, om de toekomst beter te maken. En hoe erg deze Firetree ook was. Uiteindelijk zou het een betere plek zijn.
Tempus lichaam schudde heen en weer, toen hij samen met de zwakke Cath werd vervoerd de grond uit. Straks zouden ze het daglicht van boven weer kunnen zien, wanneer ze als een kiem, de grond uit zouden komen. Het licht tegemoet.
De boom zou terug keren uit zijn slaap, en hij was er klaar voor.

Nog enkele meters en de boom had de horizon bereikt. Nog even en de takken zouden door de grond boren en zouden terug hun weg in de lucht vinden, hoog in de lucht waar hij weer zou kunnen waken over de wereld. Hoger dan ooit.
En straks zou het beschermd worden door het nieuwe gebouw. Een groots en prachtig gebouw met vele kamers, dikke muren en prachtige kunstschatten. Het was eeuwen geliefd geweest in de oude wereld. Daar beschermde de kerk een graf van een heilige. En nu zou het weer een heilige beschermen. Een boom. Alleen was het geen graf, nee het was het leven.
Tempus haalde een brief uit zijn zak. Het was van iemand uit de oude wereld, Clapsius de eerste had heb geschreven. De laatste paus.
In zijn brief vertelde hij over de schatten die in het paleis verborgen waren, over de kennis van de oude wereld die erin verstopt lag, en het graf dat bewaakt moest worden.
Tempus pakte de brief en mompelde het op;

In nomine Patris et Fili, et Spiritus Sanctus.
Het is voor het eerst dat ik wens, mijn heer. Voor het eerst dat ik iets wens in de hoop dat het uitkomt en dat ik wordt gehoord. Alstublieft hoor mij aan. Het is van belang voor alles wat we hebben opgebouwd, voor het bestaan van onze kerk, en de hoop die het brengt bij zoveel mensen.
Onze wereld is in gevaar, het ligt in gruzelementen en staat op het punt in stukken te breken. De Apocalyps is gekomen. De aarde gaat ten onder. Maar ik weet dat u hier niet bent om een martelaar van mij en iedereen te maken. Dat u deze wereld niet ten onder laat gaan zonder dat het een betekenis heeft. We zijn geboren om een doel te volbrengen, en dat hebben we nog niet voltooid. Daarom moeten we ons grootste leven en onze geschiedenis voortzetten in een nieuwe wereld. We moeten ervoor zorgen dat het niet verloren gaat.
En daarom wens ik, en bid ik tot u, dat u mij helpt. Help me om een beetje van ons over te brengen in de nieuwe wereld die u van plan bent. En met dat beetje bedoel ik deze kerk. Dit huis van u, het grootste huis die u al eeuwen onderdak heeft geboden en altijd heeft bestaan, al vielen er velen.
In deze kerk bevind zich alle informatie van ons geloof om zich voor te leven in de toekomstige mens. Het gaat niet verloren. Want het beetje hoop dat we als wereld nog hebben, verdiend het om de fout van de mens te overleven. En misschien kan het in uw nieuwe wereld wel weer een beetje hoop geven.

Tempus zuchtte en glimlachte bij het lezen van deze brief. Al wist hij niet wat het geloof of de kerk inhield. Het gebouw was er voor hen, en gaf hen de hoop waar Clapsius het over had.
Zijn wens was blijkbaar toch verhoord, en dat was alleen maar goed voor Dust.
Tempus keerde het papier om, en vond daar een plattegrond van de toenmalige kerk. Hij zag dat enkele kamers ook in het huidige gebouw zaten, maar het meeste was verdwenen.
Slechts de Sixtijnse Kapel en de Koepel van Michelangelo bestond nu nog. De rest was verdwenen.
De bibliotheken met de kennis van de oude wereld had hij nergens gevonden, evenals een of andere tombe van een heilige. Blijkbaar was die informatie niet bedoeld om op deze wereld te komen, of misschien was het nog te vroeg.
Maar goed, het was nu niet de tijd om daarover te denken. Hij moest het gebouw een nieuwe plaats geven en een nieuwe naam.
En hij had de geschikte naam gevonden. Een naam die precies paste bij de Hoogste Boom.
Tempus stelde zich voor hoe het gebouw rond de boom stond en het beschermde, als een beschermende cirkel. De eerste naam die in hem was opgekomen was Radius. De Claps Radius.

Tempus lichaam wist na het uitspreken van ‘’de naam’’ een lichaamsdeel te bewegen. Tempus wuifde zachtjes met zijn hand, en tastte om zich heen. Het eerste dat hij voelde was Catharina, die dicht bij hem was. Hij voelde dat ze er slecht aan toe was, en wou haar helpen, al ging dat niet.
‘’De Claps Radius, zo gaat het heten’’, mompelde hij haast onverstaanbaar. ‘’Omringt met de Radius zal de boom herrijzen uit de grond en zijn weg terug vinden om weer te prijken aan de hemel’’
Tempus ogen gingen wijder open staan. ‘’Het is tijd, dat de tijd weer terug komt, Tempus zal komen’’

De laatste meters die de boom moest afleggen waren de moeilijkste, maar toch wist de boom zich op een razendsnel tempo de horizon te bereiken. Tempus keek neer, en stapte langzaam op de plaats af waar de boom had gestaan. Hij kwam steeds dichter bij. Over enkele seconden zou hij weer op aarde zijn. Op Dust bij iedereen waar hij van hield en bij Cath.
Nog even en dan kon hij haar weer in de armen nemen, en haar zeggen wat hij al zolang binnen had moeten houden, omdat hij het niet durfde te zeggen.
Tempus voelde met zijn voet de grond al, en keek om zich heen, hoe de mensen aan het vechten waren. Ze konden hem niet zien, maar hij hen al te goed. Enkelen waren bezig voor de boom te vechten, maar de Nigris gaven zich niet zo makkelijk gewonnen. Tempus treurde toen hij zag hoe erg sommigen eraan toe waren. En dat wanneer de strijd nog niet eens voorbij was.
Tempus stond nu met beide voeten op de grond en boog licht naar voren om de grond te voelen. Eronder begon de grond steeds meer te trillen en langzaam maar zeker vormden er zich scheuren in de grond. Tempus sloot zijn ogen en probeerde zich, ondanks de ellende om zich heen, zich toch te concentreren, op wat er nu zou gaan gebeuren.

Tempus lichaam op aarde fleurde weer een beetje op. Er verscheen weer een kleur op zijn wangen, en hij wist zich steeds meer te bewegen. Hij fluisterde enkele onverstaanbare woorden, en probeerde zoveel mogelijk contact te maken met Cath en de mensen om hem heen.
Hij keek op en zag hoe ze nog steeds op weg waren om het paleis te ontsnappen. Hij merkte dat het voor hen een van de moeilijkste taken was, omdat ze beiden gewond en verzwakt waren.
Tempus voelde opeens weer een verbintenis met zichzelf. Dusty.
Het stof, dat eerst zijn Anima was, kwam bijeen en kolkte als een woeste stroom in de lucht. Het verzamelde zich rond hem, en begon licht te geven. Duizenden blauwe groene en gele lichtjes schitterden in de ruimte toen het stof een vaste gedaante begon aan te nemen.
Eerst de vertrouwde bruine ogen, en daarna de zachte zwarte lippen, gevolgd door zijn stevige kaken en liefdevolle gelaat. Tempus keek op en zag hoe zijn geliefde Anima, Dusty, verscheen uit het stof.
Het leek een eeuwigheid te duren, maar uiteindelijk wist Tempus hem weer in zijn armen te sluiten.
Hij voelde de zachte haren, en snoof de heerlijke hondengeur op. Hij sloot zijn ogen en huilde het uit van geluk. ‘’Ik heb je gemist, en je bent er weer’’
Tempus streelde hem over zijn kop, terwijl de verlamde tinteling uit zijn lichaam verdween.
Hij ging rechtop zitten, en pakte de hand van de vermoeide, en bijna bewusteloze hand van Catharina vast, die daar in een ledige ruimte zat te staren. Tempus aaide met zijn vinger over haar hand, en fluisterde lieve woordjes. ‘’Het komt goed Cath, ik ben er nu voor jou, net zoals je er voor mij geweest bent. Ik ben weer terug, en blijf bij je’’Tempus bewoog zijn benen en kroop dichterbij Catharina. Het ging wat moeizaam, maar uiteindelijk lukte het. Hij boog zich over Catharina heen, en keek haar aan. ‘’Ik ben bijna weer de jouwe’’

De boom kon de warme zomerlucht al bijna proeven, en schoot de laatste centimeters door de grond. De wortels sloegen om zich heen, en de takken braken de grond in stukken om zich een weg te banen. De grond kreunde jammerend onder de druk die ontstond. Uiteindelijk was het dan zover. De vaste, harde, steenachtige grond, kon de druk niet meer houden en scheurde open, om de lang verborgen takken weer te laten verschijnen voor de mensen die er stonden. Happend naar lucht en zonlicht schoten de takken omhoog, de lucht in. Genietend van het zonlicht schoten de bladeren spontaan uit de knop, terwijl de boom, roterend, de grond uit kwam en naar de hemel groeide. Nog nooit had het zich zo sterk gevoeld, en nog nooit was het zo mooi als nu. In een flits schoten takken met bladeren voorbij, en de schors werd zichtbaar. De boom bleef maar groeien en groeien en torende hoog uit boven de andere verdorde bomen en de Firetree in de verte.
Op zijn hoogste punt, stopte de boom even, en liet zien hoe groot hij vroeger was geweest. Daarna begon het opnieuw aan een reis de lucht in, en schoot nog honderden meters de lucht in. Na enkele seconden had de boom zijn uiteindelijke top, verborgen in de wolken erboven bereikt. Het was nu officieel het hoogste punt in heel Dust. Hoger dan de toren van Babylon en de besneeuwde bergen van Snowy Alpines. En velen malen hoger dan de Firetree die eens heerste over de wereld, maar nu werd overschaduwd door hoop, dat alles goed kon maken.
Tempus’ ziel keek tevreden naar zijn broeder, die trots boven alles uit prijkte. Hij legde zijn hand op de schors, en verdween in een lichtflits. In één seconde lang durende reis door de wortels, bereikt hij uiteindelijk het paleis, dat nu ook zijn laatste meters maakte, totdat het zou verschijnen aan het oppervlak, als de nieuwe residentie van het Magistrerium.

Tempus boog zich steeds verder over Cath heen. Plots voelde hij een schoot energie door zijn lichaam. Zijn ziel was weer helemaal terug gekeerd op aarde.
Tempus boog zich verder naar voren, en plantte een zachte kus op het voorhoofd van Catharina.
Toen keek hij op, en wenkte naar Zeus, die vermoeid probeerde het paleis uit te komen.
‘’Doe maar rustig Zeus, wacht. We zijn bijna weer bij de aarde beland. Nog even geduld, rust maar uit. Het is goed.’’ Tempus glimlachte naar de zwarte wolf en knipoogte als blijk van dank naar hem.
Toen stapte richting de dikke muren van het paleis. Ze leken te bezwijken door de scheuren die erin verschenen, maar iets hield het geheel bij elkaar. ‘’Kom op, je hebt al zoveel eeuwen doorstaan, dus dit kun je ook wel aan’’, sprak Tempus de muren toe, wetende dat die hem zouden horen.
En het was alsof de muren weer hoop kregen. Nog sneller dan eerst schoot het paleis door de grond, en baande zich een weg door de uitwijkende wortels van de Hoogste boom.
Toen verscheen er in de lantaarn van de koepel een licht, die als een glinstering naar binnenviel. Het licht scheen op Tempus zijn gezicht, en hij had zich nog nooit zo blij gevoeld. Het hoogste punt van de koepel had zich door de horizon gebroken, en het licht kwam van alle kanten binnen.
Ook de ramen, die een eeuwigheid geen functie meer hadden, genoten van het zonlicht die naar binnen viel. Het water in de fontein weerspiegelde de zonnestralen, en weerkaatste het klotsende water op de muren.
Toen werd het stil. De grote deur die toegang gaf tot buiten draaide iets open. Tempus liep schuifelend naar de houten deur, en snoof de geur van binnen op. Hij had misschien al wel gezien wat zich daar buiten plaatsvond, maar toch was hij zenuwachtig. Zenuwachtig in het weerzien van de anderen. Zenuwachtig of ze boos zouden zijn of dat ze zouden juichen. Tempus sloop naar voren en pakte de gietijzeren deurkruk tussen duim en wijsvinger en trok eraan. Het streepje zonlicht dat daar binnen viel werd steeds groter, en zorgde ervoor dat de fresco’s op de muren en het plafond nog feller en mooier werden. Het paleis van het licht liet zich van zijn mooiste kant zien. Als een waar Palace of Lumos.
Eenmaal keek Tempus naar achter, naar Cath en Zeus die daar stonden te wachten. Hij zou hulp gaan halen en de twee in veiligheid brengen. Daarna zou hij ervoor proberen te zorgen dat dit alles ophield. De strijd moest nu voorbij zijn, voor nu en altijd. Tempus slaakte een diepe zucht en opende de deur. En zucht van de warme wind kwam naar binnen. Tempus stapte naar buiten, verblind van het zonlicht. Pas na enkele seconden kon Tempus de wereld erbuiten weer aanschouwen. En het aanblik maakte hem niet vrolijk. Zijn geluk van dit alles was op slag voorbij, toen hij de bebloede en lijdende mensen zag. Tempus viel op zijn knieën op de grond en wist alleen nog maar te huilen.
Tranen van puur verdriet.



~~Tempus Dolores aka Lumos de Presto.~~

30Officiele verhaallijn Re: Firetree: Tempus terughalen! do jun 30, 2011 6:42 pm

Lady Catharina

Lady Catharina
Ik ben een Teacher
Teacher
Firetree: Tempus terughalen! - Pagina 2 Padma2 Een Domina doet alles wat nodig is.
CCath was haast niet meer bij bewustzijn toen ze merkte dat het was gelukt om de energie in haar lichaam te sturen en daardoor samen met Tempus en Zeus in staat was geweest om het gebouw en de boom in werking te zetten. Alsof het hernieuwde hoop had gekregen en weer een kans maakte. Een nieuwe kans op leven dankzij de levenskracht die zij gaven. Door haar verval van krachten zakte ze neer op de grond, liggend op haar rug om de pijn die door haar lichaam heen gloeide weg te denken en zo min mogelijk te verergeren. Ze kon niet meer snikken, ze was te verdoofd om nu behalve de pijn nog iets bewust te doen. De tranen die haar ogen uit waren gestroomd zouden nu opdrogen op haar wangen en niet als een lekkere zoute traktatie dienen voor diegene die het graag zou willen hebben. Zelf probeerde ze altijd het zout op te likken, vond het lekker en het was goed voor haar om geen vitaminen te verliezen, tenminste niet zo snel als anders wel zou gebeuren. Toch ging er een schok door haar heen toen ze warmte door haar heen voelde stromen. Slechts op die kleine plek op haar arm en het kleine stukje van haar huid waar geen verband of kleding zat. Ze voelde duidelijk de structuur van een hand die bewoog, alsof het wilde controleren of ze er nog was en ze zich aan haar belofte hield, de belofte om hem te helpen en hem terug te halen. Natuurlijk hield ze zich aan haar belofte, maar dat haalde niet weg dat haar hart harder sloeg en ze een raar gevoel in haar onderbuik kreeg toen hij zijn hand over haar heen bewoog. Ze wist niet of ze bloosde omdat hij haar zo aanraakte, maar ze voelde zich wel helemaal warm worden en het lukte haar om haar hoofd iets te draaien. Met haar ogen half dicht kon ze zien dat zijn lippen bewogen, maar ze kon niet horen wat hij zei of opmaken uit zijn lippen wat hij sprak. Haar hersenen wilden niet meewerken en haar gedachten die ze had waren nog op hol geslagen omdat zelfs haar hart nog niet haar eigen ritme terug had gevonden. {enter………………………………}Haar ogen zakten weer dicht en de pijn werd langzaamaan verlicht omdat iemand het zwaard uit Eros had gehaald en het nu ook uit haar was gehaald en haar minder pijn deed. Ze wilde slapen, want ze was zo moe. Ze wilde niet meer wakker blijven. Ze wilde slapen en wanneer ze wakker werd, weten dat dit allemaal een droom was. Een droom waar slechts enkele delen waar van zouden zijn en de rest zou slechts verbeelding zijn geweest. Maar haar ogen schoten weer open toen ze voelde dat Tempus meer begon te bewegen en haar steeds vaker aanraakte. Iedere aanraking deed een golf van warmte door haar heen schieten en liet op haar huid kippenvel ontstaan. Ze zag in haar ooghoeken hoe iets ontstond, hoe allerlei lichten verschenen en daar iemand uitkwam die ze maar al te goed kende. Dusty. Haar ogen volgden voor zover ze het kon Tempus. Hoe hij langzaam ging zitten en naar haar toe bewoog. Opeens was ze zich erg bewust van hoe hij haar aanraakte en haar zachtjes streelde en de pijn die ze voelde viel weg om alles van dit gevoel door te laten. Een gevoel dat ze kende, maar nog nooit zo hevig had meegemaakt. Zijn zachte, fluisterende woorden konden weer dat onderbuikgevoel niet tegenhouden en haar lichaam huiverde onder wat Tempus bij haar deed. Hij zou het moeten merken, hij zou duidelijk kunnen zien wat hij haar aandeed, hoe ze reageerde op hem en zijn handelingen. Haar ogen werden iets groter toen hij naar haar toe boog en zacht sprak. Dit keer kwamen zijn woorden goed door en ze hoopte dat ze het niet verkeerd hoorde, dat hij zich niet bedacht wanneer dit was afgelopen. Haar ogen twinkelden door zijn woorden en een kleine glimlach kon ze dwingen om rond haar lippen te komen. De rest van haar lichaam wilde niet naar haar luisteren, zelfs haar mond wilde zich niet openen om hem te kunnen beantwoorden en hem te zeggen hoe zij zich voelde. Ze richtte haar ogen in die van hem en ze voelde haar wangen warm worden toen ze merkte dat hij al naar haar aan het kijken was. Ze sloeg haar blik neer, maar een seconde later weer op en keek hem aan. Even zag je een angst in haar. Wat was hij van plan te gaan doen? Maar door haar vertrouwen die ze altijd al in hem had gehad, verdween de angst en keek ze hem alleen maar aan, verlangend naar iedere actie die hem dichter bij haar bracht aangezien ze zelf niet dichter bij hem kon komen. Het duurde even een tijdje voordat haar lichaam doorhad hoe dichtbij Tempus was gekomen en haar wangen nog roder werden. Ze sloeg haar ogen nu helemaal neer, kon hem niet aankijken en bleef helemaal stil liggen toen ze hem voelde. Hoe hij zachtjes met zijn lippen haar aanraakte en ze slikte even moeilijk. Zelfs toen zijn lippen weg waren, kon ze niets doen behalve haar gedachten terug laten gaan. Had ze dat nu echt goed gevoeld? Het brandende gevoel op haar voorhoofd wees haar er echter op dat hij dat inderdaad had gedaan en ze opende haar ogen toen haar lichaam de warmte niet meer voelde en ze wilde weten waar dat was gebleven. Haar ogen waren half open en ze draaide haar hoofd lichtjes om hem na te kijken. Ze kreeg weer lang niet alles mee, maar nog net genoeg om te zien dat Tempus op de grond zakte en er een steek door haar hart ging. Haar ogen lieten een angst zien, angst om wat er met hem aan de hand was. Ze wilde hem niet zo zien en anders zou ze hem kunnen willen troosten, maar haar lichaam kon niets meer. Het enige wat nog werkte was haar mond. Die kreeg zijn vermogen terug om te spreken. ‘Tempus?’, fluisterde ze zacht. Ze kon niet harder dan dat, maar je kon de klank van angst erin door horen. {enter………………………………………………………..}Catharina sloot haar ogen en wachtte af terwijl de angst in haar groeide. Op dat moment voelde ze een adem over haar gezicht gaan en opende ze haar ogen waarop ze een tijger bij haar zag staan en voelde hoe hij haar hals tussen zijn krachtige kaken nam. Ze hoefde geen eens te willen dat ze stil zou blijven liggen, ze kon zich geen eens bewegen. Maar toen de man eraan kwam en haar aanraakte probeerde ze haar lichaam te bewegen om zo zijn hand weg te halen. Ze luisterde naar zijn woorden, maar reageerde niet en moest zich wel laten dragen. Terug in het licht waardoor ze even haar ogen moest sluiten. Ze zag hoe Eros achter hen draafde, boos en opgewonden, de staat waarin hij het gevaarlijkst was als hij haar niet kon beschermen. Bij het kind liet de man haar zakken en ze zag hoe het kind hoestte. Ze schrok en keek boos naar de man. Ze wist precies wat dit kind had en de enige manier het kon worden opgelost. ‘Laat me liggen en houd afstand als je zelf niet besmet wilt raken.’, fluisterde ze en ze draaide haar hoofd naar Eros die over haar ging staan. :Anima Tell: Eros had Lucifer aan de kant geduwd en stond nu over Catharina heen. Hij keek bezorgd naar haar wonden en bracht zijn hoofd naar beneden om zachtjes in haar gezicht te briesen. ‘Eros, mijn lieveling. Doe wat ik je zeg.’ Eros hoorde de klank in haar stem en ging weer recht staan en keek haar boos aan. Hij keek even van haar naar het kind. Het kind was hem veel waard, maar niet dit. Niet het leven van zijn geliefde. ‘Je laat ze niet achter.’, brieste hij haar boos toe. Hij zag hoe een voorzichtige glimlach tevoorschijn kwam. ‘Ik laat ze nooit achter. Dat ik er niet ben betekent niet dat ik niet over ze waak. Wil je weten wat ze nu doen?’ Eros keek steeds bozer toe hoe de ogen van Cath nu een gouden kleur aannamen. ‘Blijf hier Cath. Zeg me wat ik moet doen.’, zei hij toegevend. Hij wist dat dat de enige manier was om haar terug te krijgen. Om haar aan haar taak te herinneren. ‘Pak een schoon mes en snijd op de juiste plekken. Leg daarna de bloedende handen op elkaar.’ De stem van zijn wederhelft werd zwakker en hij deed wat ze vroeg. Hij rende snel terug naar de plaats waar hij de wapens van Cath had verstopt en pakte er een mes uit. Tussen zijn tanden nam hij het mee terug en zette het op de hand van het meisje waar hij een snede in de palm maakte. Daarna bij Cath deed hij hetzelfde. Maar hij legde niet de handen op elkaar. ‘Laat me je wat van mijn krachten geven Cath. Zonder jou zal ik er ook niet zijn. Dus waarom moet ik mijn kracht behouden?’ Cath opende haar ogen helemaal. ‘Dat je mijn wederhelft bent, betekent nog niet dat je mijn macht als Domina in twijfel moet trekken. Ik geef als ik kan en neem alleen wanneer het echt niet anders kan. Jouw aandeel komt nog.’, zei Catharina in een keer hard en sissend. Eros knikte licht en pakte voorzichtig haar hand vast die hij op de hand van het hoestende meisje legde. Meteen deinsde hij terug en stortte bijna ter aarde door de pijn die door hem heen trok. Hij stond te trillen op zijn benen en hijgde zwaar. Nu was zijn drempel overschreden, deze pijn kon Cath niet voor hem maskeren en niets deed zoveel meer pijn en zakte ineen op de grond. Vlakbij haar lichaam lag hij de pijn te ondergaan. {enter………………………..}Catharina bereidde zich voor, maar was rustig. Ze wist wat ze moest doen. Ze kende de consequenties die ze op zich nam. Als het haar was gegund om te blijven leven dan zou het werken. Dit gif dat ze op zou nemen zou niet alleen voor haar erg worden. Haar gaven zouden oncontroleerbaar worden en zich nu in allerlei vormen kunnen uiten. Een gevaar voor de mensen die nu in de buurt bij haar waren. Maar dat was logisch als je een domina dit liet doen. Maar toen haar hand op die van het meisje werd gelegd, gilde ze het uit voordat ze op haar tanden beet om de kermen te smoren. Het was alsof iemand met twintig dolken tegelijkertijd in haar stak. Het was zoveel erger dan haar bevalling. Ze voelde hoe het zwarte gif in haar stroomde en haar huid grijzer werd en ze haar kleur verloor. Haar ogen draaiden weg en ze zag niets meer. Maar ze moest wachten. Wilde ze een kans hebben om dit te overleven dan moest ze precies op het juiste moment Eros gebruiken. De wonden die ze had begonnen opnieuw te stromen en nu kwam er geen normaal rood bloed uit, maar het zwarte. Van haar linkerarm kroop het omhoog richting haar hart en met een krachtinspanning hief ze haar hand en schreeuwde de naam van haar wederhelft. Ze voelde zijn neus tegen haar hand en even leek het alsof haar hart stilstond. Daarna leek het wel alsof de klop door het gras doorgalmde. Met de eerste klop verdwenen haar krachten en met de ander kwamen ze. ‘Ann.. Doe dan wat.’, schreeuwde een stem. Ze kende heel vaag de stem. ‘Rose. Ik kan niets doen. Ze heeft dit zelf besloten.’ Deze stem kende ze niet. ‘Er is geen troonopvolgster.‘Er is altijd een vervanger, totdat de dochter oud genoeg is om het over te nemen.’ ‘Ik heb haar niet mijn troon gegeven om nu al af te laten staan.’ ‘Hou vol, dochter van de bomen. Verlaat je lichaam niet voordat het helemaal op is.’ Cath probeerde het, maar de gillen werden minder en minder hard. Ze was zo moe en het werd zwart voor haar ogen. Even draaiden haar ogen terug en zag ze iemand staan die alleen met de toestemming van de boom Allerzielen het geestenrijk konden verlaten. Toch? Haar krachten waren toch niet zo groot geworden dat ze hen van het geestenrijk naar de aarde kon bevelen te komen? :Anima Tell: Eros legde zijn neus tegen Caths hand aan. Ze had het op kunnen heffen, maar niet bewust. Dit was de domina in haar die in een ritueel zoals deze alles kon wat noodzakelijk was. Pas later zou je de schade ervan zien. Zijn ogen waren los en zag hoe iedereen nu verbaasd of geschokt toekeek. Hij kende wat hij zag uit de verhalen en de gedachten van Cath. Cath bracht in het ene moment het geestenrijk naar de aarde en liet het het volgende moment weer gaan. Dit was onnatuurlijk. Het ene moment zag hij alleen de donkere ruimte waar ieder zijn eigen angst zag weerspiegeld en het volgende moment gewoon de omgeving waar ze nu waren. Het zwarte bloed stroomde uit het lichaam van Cath, maar hij draaide zijn hoofd zo dat hij naar de twee stemmen kon kijken. Het was Rose, de moeder van Cath en haar moeder weer. Maar zij verdwenen niet op de aarde. Ze bleven gewoon aan het voeteneinde van Cath staan en keken bezorgd toe. Even zag hij hoe ze naar hem keken en Rose stak haar hand uit. ‘Ik ben liever verdoemd in het geestenrijk dan gelukkig met haar aan mijn zijde.’ Maar Ann hield haar tegen. ‘Onze krachten zijn hier niet meer te gebruiken. Ze zou al sterven door een enkele oplegging van genezing. Heb ik je dan niets geleerd over het gevaar? Je bent al net zo impulsief als zij.’ Daarna keek Ann naar hem. ‘Catharina heeft ons niet opgeroepen Eros. Dan zou ze nu al dood zijn. Wij zagen haar nood en zijn gekomen. We hebben ondanks onze dood nog wel een paar truukjes.’, glimlachte ze. Eros knikte en voelde hoe het toen ook voor zijn ogen donker werd. Zacht hoorde hij nog de stem en de woorden die Cath toen ook tegen hem had gezegd:“Denk aan de zon, lieverd. Laat die wolken voor je ogen verdwijnen en kom bij ons terug!”
[/color]

Gesponsorde inhoud


Ik ben een

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Terug naar boven Bericht [Pagina 2 van 2]

Ga naar pagina : Vorige  1, 2

Permissies van dit forum: Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum