1 De Firetree te lijf wo aug 31, 2011 10:53 am
Tempus
Ik ben een Admin
Hij voelde zichzelf over de grond schuren, zijn metalen schild kletterde over de aarde. De zwarte aarde. Lucht van zwavel vulde zijn neusgaten toen de wereld zichtbaar werd.
Hij keek omhoog. En daar zag hij metershoge takken de lucht in rijzen. Zwarte takken die stof afgaven. Stinkend, zwavelachtig stof. Stof van de Firetree. Na al die tijd zag hij hem eindelijk van dichtbij. Die vreselijke boom, die al deze ellende had veroorzaakt. Nu stond hij daar. Een beetje scheef. Zijn bladeren vielen af. Hij werd kaal en leek ziek.
Toen rook Tempus een zoete geur. Witte blaadjes dwarrelden rond de Firetree. Het waren de witte bladeren van de Pioenroos. Ze zorgten ervoor dat het zwarte stof zich niet meer kon verspreiden. Dat ze niet meer de wereld kon vernietigen.
Tempus knipperde met zijn ogen en tilde voorzichtig zijn hoofd op. Een groot dorp was om de Firetree gebouwd. Het heette Smoke Town. Tempus keek rond en zag in de verte de man met de Fleur-de-Lys staan. Hij keek naar de Firetree, en leek opties te overwegen.
Langzaam stond Tempus op. Wankelend verkende hij de omgeving. Geen groene bomen, bijna geen bekenden en geen verse lucht. Tempus hoestte. En schuifelde naar de Firetree. Hij raakte hem aan. Nog nooit had hij hem gevoeld. Nog nooit had hij hem aangeraakt. Hij was nu zo dichtbij. Hij zou hem nu zo kunnen omhakken. Maar terwijl hij deze optie overwoog voelde hij een vlaag van verdriet. De Firetree die zacht kreunde in de met zwavel gevulde lucht. Hij had pijn. En zijn plicht was om de pijn van de bomen te verzachten. Nog nooit had hij een boom pijn kunnen doen. Hij wist niet eens of hij het wel kon.
Wat wenste hij nu dat Dusty er was om hem raad te geven. Wat zou het mooi zijn dat hij was omringt door vrienden. Dat Cath er was samen met haar kinderen. Dat dit alles eindelijk eens voorbij was. Wat zou hij dat graag willen. Maar daarvoor in de plaats zat hij nu hier. Voor de Firetree, die hij zo graag weg wilde hebben, maar het gewoonweg niet kon. Hij wist zich geen raad.
Moedeloos zat Tempus voor de Firetree, niet wetend dat er uit de verte mensen aankwamen...