Dusty keek naar hoe de twee begonnen met het ritueel. Zijn werk was hier voltooid.
''Oblivios, reis naar Sub Terra en begin daar het tijdelijke Magistrerium. Zorg ervoor dat alles goed verloopt, en dat Sam zijn taak als leider goed volbrengt, en pas op voor het Firetree stof. Het kan vormen aannemen van dingen die vreselijke zijn, je grootste angst, pas op voor ze, en bescherm de mensen in het ritueel, zorg dat ze niet onderbroken worden, dan werkt het niet''Dusty had de grootste moeite deze woorden uit te spreken, het was te vermoeiend. Zijn taak was klaar, nu kon hij terug naar zijn wederhelft, Tempus en daar zijn werk doen, zover hij kon.
''Succes allemaal, doe jullie best, ik vertrouw op jullie''Dusty knikte een keer en keerde zich om, en rende weg. En nog voordat hij uit het zicht was verdween hij in een lichtflits.
''Cedo Nulli, Cedo Nulli'', hoorde Tempus vanuit de prachtige krochten van de wortels van beneden. Hij was dieper geweest dan ooit, en had de bodem van de wereld bereikt. De bodem waar het stof was.
Van dat stof zou het nieuwe gemaakt worden.
Plots zag Tempus de wortels van de boom oplichtten. Het was vast Cath, Cath maakte contact met hem, ''Eindelijk'' Hij kon het niet laten een glimlach te laten verschijnen. Door de wortels keek hij naar het schouwspel die hem voor zich afspeelde. Hierdoor verdween de glimlach prompt van zijn gezicht. In slow-motion zag hij de beelden, en kon het zich niet voorstellen dat Cath dit deed, of maar durfde te doen. Tempus wilde de wortel los laten, maar dat zou zijn grootste fout zijn, in alle fouten die hij al had gemaakt. Cath en Sam, gekleed in Adamskostuum, slechts gehuld in bladeren en wortels zweefden door de ruimte. Tempus wendde zijn blik af en keek naar het plafond van zijn verblijf, waar uit het stof, hetzelfde beeld was gevormd. Volgens een inscriptie heette de schildering Adam en Eva, gemaakt door een schilder uit de oude wereld. Vreemd dat de tijd zich juist om dit moment herhaalde. De tijd die terug zou komen.
Daarom moest dit vreselijke moment vast gebeuren, door de tijd die zich herhaald. Cath moest dit vast doen.
Tempus pakte nu met twee handen de wortels aan, een probeerde de ruimte waarin Sam en Cath zich bevonden te betreden, maar de meters grond waren te veel om door te kunnen. Hoe kon dit. Ze waren vast nog niet in Sub Terra, dus hij kon ze nog niet helpen. Hij kon ze wel zien, maar zij hem niet.
Tempus was teleurgesteld en keek nogmaals naar het bovenstaande fresco. Het toonde een oude man, die probeerde contact met zijn vinger te maken, naar een man in Adamskostuum. Net wat hij wilde doen.
Opnieuw probeerde Tempus contact te maken, om de vragen van Sam te beantwoorden.
Maar ze waren nog te verweg. Alleen de bomen konden voor hem spreken;
''Concordia res parvae crescunt (Door samen te werken verkrijg je macht)
Dat is wat je moet doen, werk samen met de clans, en val daarmee de Nigris aan.
De verschillende Clans zijn verspreidt, maar samen de grootste macht, deze schuilt in Sub Terra''
Dat was het, meer kon Tempus niet zeggen. De bomen hadden niet zo veel energie, en moesten het meeste sparen voor later.
Tempus keek naar Sam, en hoopte dat hij het zou begrijpen.
Toen keek hij naar Cath, en kon het niet laten nog een ding door te geven naar haar, en alleen voor haar, ookal wist hij dat het misschien voor niets was;
Vergeet me niet, liefste Cath.
Tempus liet de wortels los, en zuchtte. Weer keek hij naar de fresco boven hem, en daar viel hem de waarheid op;
Fortuna vitrea est; tum cum splendet, frangitur.
(Het geluk is van glas, als het schittert, breekt het)