Tempus rilde bij het idee dat hij hier Diadorah aan het helpen was, maar hij kon haar simpelweg niet aan haar lot over laten.
Kristoffel hurkte ook bij haar neer en voelde aan haar pols. Gelukkig was er nog pols te voelen. Ze leefde dus nog. Het stof had nog niemand vermoord, maar was er waarschijnlijk wel toe in staat. Tempus zuchtte overdreven hard en keek hoofdschuddend naar Diadorah. Het stof was blijkbaar niet afkomstig van de Nigris, want anders zouden ze zo'n sterke kracht als Diadorah niet uit schakelen. Of het was juist een move van hen om te verbloemen dat zij erachter zitten. Raar idee, maar de Nigris zijn tot meer in staat. Ondertussen wenkte hij naar Kristoffel om Diadorah op haar zij te rollen, zodat ze niet zou stikken.
Terwijl hij dit deed draaiden zijn hersenen overuren. Alle opties overwoog hij. De ene was nog vreemder dan de andere. Sommigen waren hoogst verontrustend te noemen. Want stel dat de wereld zelf dit stof stuurt om een boodschap te geven dat we weer de verkeerde kant op gaan. Dat we weer de wereld de verdoemenis in helpen. Stel dat dit weer het begin van het einde is. Dan moeten we er toch iets aan doen.
Diadorah was inmiddels op haar zij gelegd.
Wat mistte Tempus zijn Anima nu. Die zat in de diepste geheime ruimtes van de residentie van het Magistrerium, bezig dit probleem op te lossen. Al maanden had hij hem niet gezien. Ze leken meer gescheiden dan ooit.
Ze hadden zelfs al geen mentaal contact meer gehad, iets wat hem lichtelijk verontrustte. Maar Dusty zat toch veilig in het Magistrerium. Dus er kon niets zijn, anders had hij wel bericht gehad.
Plots werd Tempus opgeschrikt uit zijn gedachten. Een man sprong met een zwaard op Diadorah af en probeerde haar te raken. In een reflex boog Tempus over haar heen om haar weg te rollen. Maar gelukkig sprong Evolet tussenbeide en hield te man tegen. Tempus herkende hem. Het was Casper. Een van de weinige overgebleven Dustseekers. Wat moest hij hier? Hij had hem al maanden niet meer gezien. Waarom dook hij juist nu op?
Casper haalde nog eens uit, maar werd wederom heldhaftig door de vrouw tegen gehouden.
Tempus stond op om hem bij zinnen te roepen:
''Casper houdt daar onmiddelijk mee op. Het is nu geen tijd voor vijanden. Er is hier iets veel ergers aan de hand.''Hij bleef verassend rustig. Ergens was hij niet bang dat Diadorah iets zou overkomen. Ergens mocht Casper haar wel aanvallen, maar het was nu geen tijd voor wraak. Dat zou later wel komen.
Tempus dacht een moment terug aan de vreselijke tijden die Diadorah had veroorzaakt. Om dan nog maar te zwijgen over het moment dat zij hem had proberen te vermoorden. Maar het was toch juist goed om over die dingen heen te stappen? Vergiffenis? Misschien, als hij Diadorah zou helpen, zou ze wel op houden met de strijd. Ookal wist Tempus dat die kans heel klein zou zijn.
Kilometers onder de grond probeerde Dusty contact te maken met Tempus, vanuit de kerkers van De Hoogste Boom. Maar hij zat te diep. Dieper dan de wortels van de boom zouden gaan. Toch moest hij iemand waarschuwen. Hij moest Tempus waarschuwen. Waarschuwen voor het Magisterium. Er waren hier zaken aan de gang die absoluut verboden waren. Er was een infiltrant in het Magistrerium gedrongen, en die zou, met behulp van het vreemde stof dat mensen greep, zelf de macht proberen te grijpen. De wereld van Dust was in gevaar. Niet alleen het stof, maar ook de hele regie zou ten prooi vallen.
Dusty probeerde nogmaals een poging om contact te krijgen met Tempus, maar wederom mislukte dit.
Grommend keek hij toe hoe Ron Conim gemeen grijnzend de celdeur op slot deed en in het donker verdween om zijn plannen uit te voeren.