Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Ga naar pagina : Vorige  1, 2, 3, 4, 5  Volgende

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Ga naar beneden Bericht [Pagina 2 van 5]

Penelope

Penelope
Ik ben een Nieuweling
Nieuweling
'Ah moet ik daar bang voor worden. Zo iets schattigs als jij.'Vroeg ze liefjes.
'U maakt een grote fout heer. Als u mij wat aan doet. Ik heb genoeg mensen vermoord om te weten wat de zwakste plek is. En als ik u was zal ik wat liever voor mij zijn. Ik heb gavens om dingen te doen die u niet verwacht.'Zei ze.
Nu richte Penelope zich op zijn lijfwachten. 'U bent dus te bang om zonder een paar hulpjes op pad te gegaan.'Vroeg ze aan de man.
'Maar u zult me nooit geloven dat ik gavens heb om dingen te doen. Ik wil het u best laten zien.'Zei ze met een glimlachtje. Penelope richte zich op zijn zwaard. En haar hand ging er naar toe. Ze kneep haar handen in een vuist en maakte een beweging. Daar door werd het zwaard heet en kwam er een rode gloed. Penelope wist dat als de man zijn zwaard niet snel op de grond liet vallen dat hij nog wel eens brandwonden op kon lopen. Penelope maakte nog een beweging met haar vuist en de zwaard begon nou te bevriezen. 'Ik hoef het maar een klap te geven op de goede plek en u zwaard ligt in stukjes.' Penelope keek al die tijd de man recht in de ogen aan. Penelope's blik viel op het paard en wist bijna zeker wat het paard van plan was. En ja hoor zo als ze dacht. Penelope keek weer naar de man met het bevoren zwaard. Wachtend op zijn reactie.

Bacari

Bacari
Ik ben een Kolonist
Kolonist
Bacari moest lachen om de vrouw, die zijn zwaard deed gloeien. Hij legde het zwaard rustig neer en deed handschoenen aan, toen pakte hij met gemak zijn zwaard op. 'En jij hebt blijkbaar niet door dat je met de baas van de Vincenza te maken hebt.' gromde hij. Bliksemsnel sloeg hij op de aarde en ontstond er een breuklijn onder de vrouw die al snel veranderde in een groot gapend gat. Lachend wuifde Bacari de vrouw weg toen hij zag dat ze vrouw er nu wel in moést vallen. Toen kwam hij uiteindelijk weer terug bij Diadorah. 'Nee, ik ben geen Nigris, ik ben de Vincenza-leider Bacari, bondgenoot van de Nigris.' zei hij met een lachje.

Penelope

Penelope
Ik ben een Nieuweling
Nieuweling
Penelope keek naar de man en voelde de grond onder haar voeten verdwijnen.
Glimlachend keek ze de man aan. Dacht hij nu echt dat ze ver zou vallen. Penelope was nog geen meter onder de grond verdwenen. Ze fluisterde een paar woorden en kwam voor de man terecht. 'Aangenaam dan maar. Mijn naam is Penelope, Vivian, Prince.'Zei ze liefjes. Ze keek naar het zwaard en zag dat er een zwake plek was ontstaan. Ze creërde water aan haar vinger toppen en die bevrieste ze. Zonder dat de man het merkte. 'Ik zal maar eens beter op u zwaard gaan letten voor je het weet is hij kapot.' Penelope hield haar hand voor haar gezicht en keek naar het resultaat.
'Mooi vind u niet.'Vroeg ze aan de man.

Diadorah

Diadorah
Ik ben een Avonturier
Avonturier
Diadorah wierp een vernietigende blik op Lucifer die haar toekomstige minaar, raquo, van haar wegtrok.
"Lucifer wat een onaangename komst, om mij zo te storen, u ziet toch dat ik bezig ben en nu ben ik hier gestoord.
Diadorah klopte haar kleding af en glimlachtte liefelijk naar Sam en knipoogte. Toen wendde ze zich tot de groep. Lucifer begon het op te nemen tegen een lelijk paard en Bacari en die vrouw die blijkbaar Penelope heette waren aan het kibbelen.
Penelope had net als haar een bevriezingsgave, en ze glimlachte lichtjes. Ze hield ervan naar zo'n spektakel te kijken.
Maar nu was het tijd om in te grijpen. ''Mensen, mensen kom op zeg, doe eens normaal. Het kan toch ook anders. Wees eens aardig voor elkaar, net als ik en Sam. We waren eerst niet echt goed begonnen, maar zie, ook vijanden kunnen vrienden worden.''
Diadorah stapte schrijdend rondjes en stopte voor Sam. ''Zo is het toch, ofniet Sam''
Ze ging dichter op hem staan en bracht haar mond heel dicht bij. Toen sloeg ze haar arm naar achteren, en stak met al haar kracht haar dolk in zijn buik. ''Dat krijg je ervan als je mij misleid, enwel op zo'n manier''
Diadorah keerde zich om. ''Maar eenmaal een vijand, blijft een vijand''

Sam

Sam
Ik ben een Ontdekker
Ontdekker
Sam keek haar raar aan toen ze dat allemaal zei.
Sam's hoofd ging automaties naar achteren toen de hare naar voren kwam.
Voor Sam het in de gaten had voelde hij de dolk door zijn huid in dringen.
'Auw dat deed pijn.'Mompolde Sam.
'Ik had het kunnen proberen.'Zei Sam. Hij haalde met moeite de dolk uit zijn buik en zette een stap naar Diadorah. 'Een ding Diadorah. Keer een vijand nooit de rug toe.'Zei hij. Sam haalde zijn arm naar achteren en stak de dolk in haar rug.
Maar Sam was slimmer dan Diadorah en haalde de dolk er uit. Hij haalde nog een keer uit. Maar nu naar haar arm. Ook deed hij het zelfde met de andere arm. Sam maakte de dolk schoon aan haar kleren en deed hem toen aan zijn riem. Met moeite kon Sam nog overeind staan. Sam probeerde bij Eros te komen maar zakte door zijn knieën heen.

Connor

Connor
Ik ben een Rookie
Rookie
Connor keek naar hoe een onbekende man Diadorah onverwachts zoende, en hoe zij terug zoende. Het was een walgelijk aangezicht, en Connor wendde zijn blik af.
Hij stond op, en wou wat zeggen, maar werd telkens onderbroken door de ruzies die ontstonden.
Plots werd de jongen van Diadorah afgetrokken, door een man die hij goed kende. Lucifer.
Hij glimlachtte en keek afkeurend naar Diadorah. Waarom deed ze dit. Diadorah liep weer naar de man, en kwam dichterbij om hem nogmaals te kussen. Connor kwam dichterbij om hem tegen te houden, maar zag toen wat Diadorah deed. Ze stak in volle vaart een mes in de jongens buik en keerder om. Connor was verwonderd door Diadorah. Wat ze er wel niet voor over had om te winnen.
Plots maakte de jongen een draai en stak Diadorah met haar eigen dolk een aantal keer in de rug.
Connor keek met grote ogen, en sprintte op dat rotjoch af. Hij pakte zijn zwaard en haalde uit naar de jongen, die op de grond zat. Meerdere keren stak hij hem, en greep hem bij zijn haren. ''Durf nog eens een keer Diadorah aan te raken, op wat voor een manier ook. Want ik maak je helemaal af''
In een vlaag van woedde stampte en trapte hij op de man met het bruine haar, tot hij kronkelend op de grond lag. Hij moest boeten dat hij ooit zijn Diadorah had aangeraakt.

Sam

Sam
Ik ben een Ontdekker
Ontdekker
Sam zag de jongen op hem af rennen en voor hij het wist werd hij geraakt door de zwaard van de jongen. Na een paar steken kon Sam het zwaard weg duwen.
Sam duwde de jongen weg zo dat zijn haar met rust gelaten werd.
'Ach ben je een beetje jaloers.'Grijnste Sam.
Sam werd nog een paar keer flink geraakt door de voet van de jongen.
Sam hoeste wat bloed op en kreunde van de pijn. Maar toch stond hij op.
'Kom op jongen ze is te oud voor je.'Zei Sam. Hij baalde zijn vuist en sloeg de jongen in zijn gezicht. Sam gaf hem ook een trap in zijn kruis.
'Diadorah ik snap niet wat jij met zoon kind moet die niet eens weet van op houden. Maar ja als ik jou was had ik hem ook gebruikt als slaaf. Ach jochie wist je dat niet. Ze gebruikt je allen maar.'Zei Sam. Waar door Sam nog de kracht had om dit toen doen wist hij niet. Daarna draaide hij zich om en ging naar Eros toe. Met moeite zag hij wat er Eros had gedaan. Hij kon niet zien wie de echte Eros was.

Bacari

Bacari
Ik ben een Kolonist
Kolonist
Bacari was nu woest op de vrouw, iets wat niet veel goeds voorspelde. Hij liet zijn zwaard vallen en met al zijn kracht riep hij een huilende wervelstorm op en stuurde die met volle kracht op Penelope af. Het was zeker dat de wervelstorm haar zou raken en zo niet dan zou Bacari hem alsnog achter haar aansturen. Ook Bacari's anima Sebastián kwam in actie. Die ging met zijn krachtige klauwen tekeer tegen de vrouw's Anima. De uithalen waren erg groot en verwondelijk. 'NIEMAND SPOT MET MIJ OF DE VINCENZA!' brulde hij. Niemand had tot nu toe de woedeuitbarstingen van Bacari overleefd maar Bacari wilde de vrouw niet vermoorden, ze moest maar eens zien dat met hem niet te spotten viel.

Penelope

Penelope
Ik ben een Nieuweling
Nieuweling
Penelope keek op van de wervelwind en ging door haar knieën zo snel ze kon.
Haar nagels die nog steeds inder het ijs zat stak ze in de grond. Ook maar net op tijd. De wervelstrom raakte haar en ze gleed een paar meter naar achteren. Toen de wervelstorm over was ging ze recht op staan. Penelope voelde een paar steken in haar buik. Ze keek naar haar Anima en zag wat er gebeurde. Penelope haalde haar hand naar achteren en sloeg toen naar voren. De ijs spegels vlogen van haar vingers en raakte de Anima van de man. Penelope keek toen de man aan. 'Oke ik geef me over.'Zei Penelope en buigde lichtjes. Alimina verdween weer in haar ketting.

Lady Catharina

Lady Catharina
Ik ben een Teacher
Teacher
:Anima Tell:
Eros was niet van plan om die man te laten winnen, maar hij realiseerde zich niet dat hij met Lucifer vocht. De Lucifer waarvan werd gedacht dat hij de vader van de kinderen van Cath was. Sinds Daemon had gezegd dat diegene Lucifer heette, waren ze wel half op zoek geweest om hem te kunnen vertellen over de kinderen. Terwijl ze aan het vechten waren, kon hij door middel van de illusie hem een paar wonden toedienen. Maar toch was het apart en merkte hij dat er iets in zijn hoofd rondspookte. De illusies verdwenen terwijl hij steigerde en hoog boven Lucifer uittorende. Zijn hoeven maaiden door de lucht en je zag dat iets hem weerhield van aanvallen. ‘Lucifer? Ben jij diegene die Cath haar kinderen heeft bezorgd?’, vroeg hij, maar het leek wel alsof de man niet luisterde en voordat Eros het wist, voelde hij hoe het zwaard in zijn lichaam schoof. Hij hinnikte luid en kwam neer, voelde het zwaard in hem blijven zitten, maar het leek niet alsof het hem pijn deed. ‘En wat wil je nu doen? Nu je zwaard in mij zit kun je niets meer. Stop deze dwaasheid Lucifer. Ons plan is geslaagd, Tempus is allang weg en terug op deze aarde. Op een plek waar jullie hem nooit zouden kunnen vinden.’, zei Eros terwijl hij rustig voor hem bleef staan. Hij zag geen spoortje angst in de ogen van Lucifer en draaide zich om, want hij merkte dat Sam hem nodig had. Snel haalde hij uit met zijn achterhoeven en merkte dat hij iets raakte. Dat moest vast Lucifer zijn. Ondanks dat het zwaard in zijn lichaam zat, voelde hij alleen de pijn van Cath en kon zich goed bewegen. Cath had lang geleden een spreuk uitgesproken, een spreuk waarmee hij haar kon beschermen en niet door zoiets zou worden verwond. Cath nam alle zware verwondingen op die hij opliep zodat hij haar gewoon verder kon beschermen en er geen last van zou hebben. Maar Cath zou er extra veel last van hebben en hij kon die pijn niet verzachten. Hij draafde naar Sam en merkte dat hij was gevallen. Hij ging over hem heen staan om hem te kunnen beschermen. Nu keek hij echter naar de vrouw en knikte haar licht toe. Als zij zich overgaf dan zouden er extra mensen naar hen toegaan. Hij moest hier eigenlijk weg, maar Sam zou eerst overeind moeten komen. Hij liet zijn hoofd licht hangen en keek daarbij vooral naar Lucifer. Hij wilde net zeggen dat hij wilde stoppen en dat hij zich over zou geven. Dan zouden ze niet worden gedood, dat was een van de ongeschreven wetten die bij iedere clan hoorde. Toen hief hij in een keer zijn hoofd bij het zien van de tijger die eraan kwam lopen. Hij droeg een kind op zijn rug, het kind viel er al vanaf en hij hoorde haar hoesten. Zijn blik werd woedend, want hij had door wat er aan de hand was. ‘Is dit nou wat jullie willen? Is dit nou wat de Nigris verlangen? Kinderen die ziek worden van het stof dat jullie verspreiden, het stof dat niet alleen de bomen schade geeft, maar ook de gewone mensen. Een kind verdomme.’, sprak Eros luid tegen iedereen in het gezelschap. Hij was woedend op hen, zij die het stof hadden verspreid en wilden verspreiden en had in die woede zelfs gevloekt tegen hen. Hij vloekte nooit, het ging tegen zijn principes in, maar ze hadden hem echt ontzettend kwaad gemaakt en hij wilde nu met alle liefde ze allemaal verscheuren als hij daarmee het kind zou kunnen redden.

Lucifer

Lucifer
Ik ben een Avonturier
Avonturier
Lucifer keek grijzend toe naar wat er tussen Diadorah en Sam gebeurde en vooral toen die ander erbij kwam. Het was niet moeilijk om te zien dat die op Diadorah viel. Maar daarna had hij al zijn aandacht bij het gevecht tussen de anima van Lady Catharina en hem. Het gevecht werd hem moeilijker gemaakt doordat die anima magie gebruikte en er illusies tevoorschijn kwamen. Die illusies waren nog aardig gevaarlijk en hij moest zich ook tegen hen verweren, want anders kon Eros hem zomaar aanvallen. Toen het paard boven hem uittorende en de anderen verdwenen draaide hij zich naar het dier en hief Clash om het zwaard in de anima te steken. Even voelde het alsof hij door de huid heen duwde, maar het leek al alsof het er sneller uit was dan te zien was. Eros kwam neer waardoor lucifer Clash wel los moest laten. Hij kon er niets aan doen, maar zonder Clash voelde hij zich toch alleen en zwakker. Niet dat hij dat ooit toe zou geven, maar in Clash zat een stukje van zijn ziel, bloed, zweet en tranen. Hij had hier lang aangewerkt. ‘Ik ben niet degene die de kinderen bij haar heeft verwekt. Ik heb haar nooit aangeraakt.’, siste Lucifer hem toe en bleef staan om het dier recht aan te kijken. Even schitterde er woede in zijn blik die verdween toen het dier zich omdraaide en hem trapte. Hij was te laat om weg te springen en belandde op zijn rug om daar even naar adem te snakken. Dat dier kon hard trappen en hier zou hij nog wel een paar dagen spierpijn aan over houden. Hij draaide zich en duwde zich op zijn handen omhoog om zo even uit te hijgen. Daarna stond hij op en liep met een woedende blik naar Eros die beschermend bij Sam stond. Lucifer. Ze heeft hulp nodig. De gedachten schoten door zijn hoofd en hij draaide lichtjes naar de kant waar Pleoh stond met het kind waarvan Eros ook al had opgemerkt dat ze erge last had van het stof. ‘Hou je in bedwang Eros. Ik kan er niets aan doen dat dit is gebeurd.’, zei hij kalm. Zijn masker weer opgedaan, enkel te breken of te lezen door zijn geliefde of zijn zus. ‘Het ligt niet in ons gevoel om kinderen pijn te doen, nooit zou ik me daaraan vuil willen maken. Of onschuldige vrouwen. Denk je nou echt dat ik er bij was toen jouw geliefde Catharina werd verkracht? Ik ben niet de vader van haar kinderen.’, ging hij rustig door. ‘Maar nu ga je mij vertellen waar jouw wederhelft is. Alleen een Caeloslid kan het stof overnemen en neutraliseren voordat het weg kan worden gestuurd.’ Lucifer had vele boeken gelezen die over de Caelos bekend waren en had al eerder zoiets meegemaakt. Hij had gezien hoe een Caeloslid een ander had gered door het stof over te nemen. Die had hem gezegd dat hij het kon neutraliseren, maar die was zo zwak geweest dat hij was gestorven door het gif dat het stof bevatte. Het vergiftigde het bloed van een Caelos, want ze bezaten een deel van de boom Allerzielen. Hij had al eerder gedacht dat het beter zou zijn om die boom om te laten vallen, maar blijkbaar was dat niet mogelijk. De boom werd niet alleen beschermd door de Caelos en het Magistrerium, maar ook door de geesten. Nooit zou een Nigris die boom iets aan kunnen doen. De enige manier was om een Caeloslid hun manier van leven te laten verraden en de boom iets aan te doen. Maar dat zou tijd nemen en hij moest het plan eerst nog goed laten keuren door Lord Lithium, zijn schoonvader.
:Anima Tell:
Pleoh had het kind naar het veld gedragen en keek toe wat er gebeurde en toen het kind van zijn rug viel, riep hij in gedachten Lucifer erbij. Ze konden geen kind laten sterven. De kitten zat zacht te miauwen en probeerde zijn wederhelft moed in te praten, maar het kind moest weer hoesten en hij zag dat ze ook al licht bloed ophoestte. Als ze niet op zouden schieten dan zou ze sterven. Toch hield hij iets afstand. Hij hoefde niet dat vieze spul binnen te krijgen en ging naast het meisje liggen. Zijn staart ging lichtjes heen en weer, niet alleen het laatste puntje, maar helemaal. Dat duidde op onderdrukte woede die de tijger probeerde binnen te houden. Het was niet eervol om een kind te doden en dan al helemaal niet op zo’n manier. Een gif, gemakkelijk toegediend omdat iemand zelf de confrontatie niet aandurfde. En het irritantste was nog dat dit een Ambula-kind was. Die hadden helemaal niets met de strijd te maken en zouden er ook nooit iets mee te maken hoeven te hebben. Die deden toch waar ze zelf zin in hadden zolang ze maar gewoon konden leven.

Lady Lavinia

Lady Lavinia
Ik ben een Avonturier
Avonturier
(( voor de mensen de mensen die niet van lezen houden... lees dan enkel de laatste 2 alinea's...))


Het was stil, stiller dan stil in het kasteel van de Lithium familie. Maanden waren verstreken nadat Lucifer was weg gegaan. Weg om het Magistrium te vernietigen. De boom waar vele Nigrisén om hadden gesmeekt was ontstaan uit de krachten van de duisternis. Lady Lavinia zat zoals ze al vele maanden had gedaan aan het bed van de koning. Alleen het bed was leeg. Het enige wat er nog lag was stof. Lavinia keek er geluidloos naar. Haar ogen waren rood en er waren wallen te zien onder haar ogen. Ze herinnerde alles nog wat haar vader had gezegd. De waarheid was aan het licht gekomen. Lavinia had werkelijk nog familie. Een broertje wie recht had op de troon maar omdat hij nog jong was, had hij nog geen recht. Pas als hij 18 was geworden en volwassen genoeg was, had hij dit recht. Zo stond het in de wed. Maar het was wel zo omdat hij een buitenstaander was dat het volk haar of zijn leider mocht kiezen. Zo was het al jaren lang gegaan en zo zal het weer gebeuren. Lavinia stond op en wierp nog een laatste blik op het bed. Haar opdrachten waren duidelijk en zo zou het ook gaan. Lavinia keek op toen er een bediende in de deur stond. ‘’My lady, ze verwachten u in de troonzaal..’’ Lavinia knikte, ‘’Zeg tegen ze dat ze mij spoedig kunnen verwachten maar voordat u gaat wil ik dat u mijn vaders stof verzameld..’’ ‘’Natuurlijk, My lady. Zoals u wenst…’’ Lavinia knikte waarna ze de bediende passeerde. Espe liep haar achterna, haar zwarte vacht glom en nog steeds had ze een halsband om, de hals band van haar moeders Anima, Lucy.

Lady Lavinia zat uiteindelijk weer in haar eigen slaapkamer voor haar kaptafel. De laatste tijd had ze zichzelf verwaarloosd en dat was duidelijk te zien. Maar dat maakte haar niet uit want ze had meer tijd met haar vader kunnen door brengen. Espe spinde lichtjes toen ze op het tweepersoons bed was gaan liggen. De rode satijnen dekens voelde koel aan, aan haar zwarte vacht. Beide voelde ze nog verdriet maar beide wisten ze ook dat het niet anders meer kon. De Illness had hem gegrepen, het was een wonder boven wonder dat hij een maand had kunnen volhouden. Magie was zijn redding geweest die maand maar elke keer moesten er meer mensen komen om hem dag en nacht te behoeden voor de dood. Zelfs Lavinia had mee geholpen, elke dag weer. Haar magie was hierdoor alleen maar versterkt maar haar energie was als maar zwakker geworden waardoor haar krachten afnamen. Ze had lang gesproken met haar vader over van alles. Zijn plannen van het leven, waar hij zijn leven wilde eindigen en over wat hij had gedaan. Lavinia had er nu vrede mee omdat ze wist wat haar vader wou. Gisteren precies om 2 over 3 s’middags wou hij sterven. De zelfde tijd en de zelfde dag als zij geliefde. Later zou zijn stof op de zelfde plek worden uitgestrooid door niemand minder dan zij. Ze had de opdracht gekregen haar broertje te zoeken, de opdracht om te vertellen wie zijn vader was en wie zijn familie was. Het gerucht dat haar man de vader was de wereld uit te helpen en haar vaders fouten goed te maken. Dat was het enige wat ze echt moest doen. Haar vaders fouten goed maken en de naam Lithium weer leven geven dat betekende ook dat ze een kind moest baren en daar had ze vrede mee omdat ze al wist wie haar dit kind zou schenken. Ze was nog steeds maagd en dat zou ze ook blijven tot dat ze op de plek zou zijn waar zij haar geuren zou willen verspreiden. De plek waar haar moeder stierf. Ook op die plek zou haar kind worden geboren. Ze zou niets anders willen dan dat. Ze zou een goede koningin zijn voor het volk, een even beeld van haar moeder. De machtigste en beste koningin die het volk ooit maar had kunnen wensen. De rouw van hun volk was toen groot geweest, weken lang waren de straten nog verlicht met het rode licht wat haar moeder altijd zo mooi had gevonden, overal waren rode en zwarten rozen te zien en vooral waren de zwart geblakerde bomen versierd met het rode licht. Lavinia keek even achterom naar Espe wiens ogen op haar waren gericht, onderzoekend en vol medelijden. Lavinia glimlachte zwak naar Espe waarna ze zich weer omdraaide naar haar spiegel om haar zelf mooi te maken voordat ze naar de troonzaal ging want ze mocht niet verschijnen als een wrak in de troonzaal dat wou haar vader niet.

Haar lippen waren rood gekleurd en haar ogen waren mooi opgemaakt. De kleine rode steentjes langs haar rechter oog waren in het teken van rouw gezet. Want ook de Lithium familie had zo hun tradities. Ze stond op en trok een andere jurk aan. Waarvan het korset wat boven de rok zat rood was gekleurd met verschillende zwarte en zilvere siersels en patronen. De rok was zwart waarvan de zijkant openen was. De rand langs de opening was versierd met rode partronen. Ze zag er prachtig uit, elke man zou trots zijn als zij aan zijn zijde stond maar Lavinia stond al aan Lucifer’s zijde, een zijde die ze nooit zou verlaten, al zou hij sneuvelen zou ze aan zijn zijde zijn en zou er nooit een kind gebaard worden want ze hield alleen van Lucifer en van niemand anders. Ze wierp een blik op Espe en glimlachte licht naar haar. ‘’Kom, we moeten werk verrichten…’’ Espe keek op en kwam sierlijk van het bed af. Zij aan zij verlieten ze de kamer.

Eenmaal beneden keek ze nog eens naar Espe die haar vol vertrouwen aan keek. Lady Lavinia zuchtte zachtjes. ‘’Ik wou dat Lucifer hier was…’’ ‘’Hij is altijd bij je Lavinia in je hart, net zoals je ouders. Ze leven voort in je gedachtes en herinneringen… ‘’ Zei Espe die haar moed in probeerde te spreken. Lavinia glimlachte liefdevol naar haar Anima en streelde even langs haar vacht waarna ze de bediendes aan keek die bij de deuren stonden van de troonzaal. Ze knikte hen toe en de mannen deden de deuren openen. Lavinia hief haar hoofd, net zoals Espe. Beide liepen ze zoals het hun was geleerd, sierlijk over de loper heen. De troonzaal was gevuld met volwassen, kinderen en hun Anima’s. Ze klapte allemaal voor hun nieuwe koningin. Lavinia keek toe hoe een kind voor aan probeerde te komen, een kind die telkens werd terug geduwd door andere volwassen en kinderen. Een jongen die te onzeker was om ook maar iets van te zeggen. Een glimlach sierde haar gezicht waarna ze zich op het kind richten. Lavinia glimlachte liefdevol naar het jongetje dat nu stil stond. Ze liep de loper af naar de plek waar het kind stond. ‘’Zou u zo vriendelijk willen zijn een stap opzij te zetten, mijn heer?’’ De man die voor het kind stond keek haar verbijsterd aan. ‘’Maar natuurlijk My Lady..’’ De man zetten een stap opzij iedereen keek verbijsterd toe naar wat ze deed. Lavinia stak haar hand uit naar de jongen. ‘’Kom… Ik wil dat jij naast mij komt staan bij de hulding…’’ Zei Lavinia. De jongen leek wel te stralen, wat hij ook duidelijk deed. De jongen pakte haar hand aan en Lavinia glimlachte liefdevol. ‘’Hoe heet je mijn kind?’’ Zei Lavinia. ‘’Lucas, My Lady..’’ Lavinia glimlachte liefdevol. ‘’Wat een prachtige naam, Lucas…’’ Zei Lavinia waarna ze op keek naar Lucas ouders die tranen in hun ogen kregen, meer van trots en vreugde dan van verdriet dat was duidelijk te zien. Lavinia loodste de jongen via de loper naar de troon waar ze voor ging staan. De troon die ooit van haar moeder was geweest. Na haar moeders dood was er nooit iemand in gaan zitten, dat was oneervol. Lucas keek omhoog naar Lavinia die met geheven hoofd voor haar uit keek, met een lieve glimlach. Lucas glimlachte ook en deed haar na. De mensen begonnen weer te klappen en de Anima’s brulde, hinnikte, huilde op hun luidst. Lavinia hief haar hand op waarna het stil werd. Een oudere man, de priester van hun land kwam naar voren met een dik boek. Lavinia wist al wat er ging gebeuren. Ze zou een eed moeten opleggen. De man ging voor haar staan en Lavinia legde haar hand op het boek. ‘’Beloofd u dat u het volk zal beschermen en in vrede zal regeren en dat u voor de zieke en zwakker op zou komen en dat u ons land naar de overwinning zou leiden?’’ ‘’Dat beloof ik zolang mijn naam, Lady Lavinia Kayla Lithium is…’’ Zei Lavinia luid en duidelijk. Ze keek hoe de priester de kroon van haar moeder oppakte en wou opzetten maar Lavinia schudde zacht haar hoofd. De mensen keken haar verbijsterd aan. ‘’Ik wil dat, Heer Lucas mijn kroon opzet..’’ De priester keek haar verbijsterd aan en de jongen naast haar leek wel in een shock toestand even als Lucas ouders. Lavinia knielde neer en Lucas keek de priester verbijsterd aan. De priester glimlachte. ‘’Zoals u wenst, mijn koningin..’’ De jongen pakte de kroon aan alsof hij van spaghetti sliertjes was gemaakt en het niet mocht breken. De jongen was heel voorzichtig maar hij was net een stralende ster toen de kroon eenmaal op Lavinia’s hoofd zat. Lavinia stond op. Het gebrul van Espe weerklonk in de troonzaal waarna meerdere Anima’s haar volgde ‘’Lang leve Koningin Lady Lavinia!’’ Schreeuwde de mensen. Waarna Lavinia op de troon ging zitten. Ze stak haar hand op waarna het stil werd in de troonzaal. ‘’Zoals iedereen weet, strijd ons volk in Claps tegen de andere Clans waaronder mijn man. Ik heb gehoord dat de Fire tree veel verderf veroorzaakt zoals wij alle hadden gewenst. Alleen nu blijkt dat ons volk in gevaar loopt door dat de andere clans zich tegen ons heeft gekeerd.’’ Ze hoorde het gejoel van het volk. Er klonk geroezemoes en Lavinia stak opnieuw haar hand op alleen dit keer bleef het door gaan. Lavinia wachten eerst rustig maar Espe brulde waarna het stil werd. ‘’Dank u,’’ Zei Lavinia. ‘’Zoals ik al zei, de clans hebben zich tegen ons gekeerd en als koningin zal ik samen met de magiërs naar Claps gaan om vervolgens daar te strijden en het as van mijn vader uit te strooien op de plek waar mijn moeder is gestorven, Zo zal het gaan en zo zal het zijn.’’ Zei Lavinia. Haar laatste woorden was eigenlijk een spreuk van de Nigris.

De dag verstreek en in het land werd er groot feest gevierd ter eren van hun nieuwe koningin. Lucas straalde helemaal en het was een leuk gezicht geweest. Zonder het te weten had ze de mensen laten zien wat voor koningin ze was. Een koningin van het volk, iemand die zich tussen de mensen mengde en zorgzaam en liefdevol met de mensen om ging. Ze nacht had ze in gepakt, alles wat ze nodig had, had ze in de draagtas gedaan. Een tas dat speciaal ontworpen was zodat Espe deze kon dragen. Lavinia had de nacht proberen te slapen zonder te dromen over haar geliefde wat niet was gelukt. Ze maakte zich grote zorgen om hem en het was maar goed dat het volk haar liet gaan om te helpen in de strijd iets wat ze bij haar moeder niet toe lieten. Lavinia was vroeg opgestaan en had zich klaar gemaakt voor de strijd. Ze had een zwarte jurk aan, waarvan beide zijkanten van de rok waren openen gesneden, zo kon ze zich makkelijker verplaatsen. Ze deed haar moeders paarse mantel om, deed haar kroon goed op. Het was net zo’n soort kroon die je zag in de film van lord of the rings bij de elfen. Ze keek naar Espe die zichzelf aan het schoonlikken was. Lavinia snoof lichtjes en deed haar cap op. ‘’Kom…’’ Zei ze enkel waarna ze haar kamer verliet, buiten was het nog donker toen ze weg reden van het kasteel, het zou net licht zijn als ze aan kwamen in Claps.

Zoals al gedacht kwam de zon pas door toen ze eenmaal in Claps waren aangekomen. Lavinia had op de boot nog even geslapen want in het kasteel had ze maar 4 uurtjes geslapen aangezien ze 3 uur s’nacht al was opgestaan. De zon vertelde haar dat het 7 uur was. Espe rende zo snel als ze kon langs de bomen heen, nu ze in een zwarte fries was veranderd lukte dit veel beter omdat ze meer over zicht had. Espe en Lavinia zouden mee strijden samen met de magiers die ze had meegenomen. Espe zou haar kunsten gebruiken, niemand zou haar ook maar te pakken krijgen omdat ze kon veranderen in bijna elk ding wat ze maar wou. Alleen in 3 andere dieren kon ze een hele lange tijd blijven, waaronder een paard. Ze rende zo snel als haar hoeven haar dragen konden en Lavinia leunde naar voren voor meer vaart. Haar paarse mantel wapperde in de wind net zoals haar zwarte haren die leken te glanzen in het zon licht. Claps was groter dan dat ze had gedacht want toen ze eenmaal aan kwam op de plek waar iedereen vocht waren er al enkele uren verstreken. Ze waren op een grote steen en hadden dus overzicht over het hele strijdveld. Espe steigerde en hinnikte luid. Lavinia sprong af toen Espe weer neer kwam. Ze trok toen ze was afgesprongen gelijk 2 zwaarden uit haar schenden en Espe veranderde in een panter, het dier wat ze eigenlijk was. Lavinia keek met grote ogen toe naar alles. Haar zwaarden stevig vast geklemd. Ze keek naar Espe die naast haar stond. Ze knikte. Espe brulde luid waarna ze naar beneden rende en de eerste de beste Anima aan viel. Lavinia ging achterna want dit bleef, al rennend en springend van steen naar steen want dit bleef een gevecht en Lavinia zou blijven strijden tot ze de gene had gevonden die ze zocht, Lucifer… Achter haar klonken strijdkreten van de 5 magiers die de weg vrij hielden voor hun koningin.

Lavinia keek om zich heen, ze zag enkele bekende waaronder... ‘’Lucifer!’’ Riep ze luid waarna ze naar hem toe rende. Het kon haar heel even niets schelen dat ze hier vochten. Ze vloog hem om de hals maar liet hem al snel weer los toen ze weer door had wat ze hier kwam doen. Ze draaide zich in een ruk om naar Eros en vervolgens naar het meisje op de grond. Ze keek weer even naar Lucifer. ‘’Wat is er in stofnaam aan de hand!’’ Riep ze verward uit. Want de gevechten die zij kende waren veel meer mensen die vochten en er werd veel minder gesproken. En daarbij kwam ook nog dat het kind dat op de grond lag een Ambula kind was. Een kind wie de Nigris clan niets zou aan doen omdat het ten eerste geen vijand was en ten tweede het was een kind.

Connor

Connor
Ik ben een Rookie
Rookie
Connor voelde de pijnlijke slagen van de jongen die hij eerder in elkaar had geslagen.
Hij kroop in elkaar en liep terug naar het water, waar zijn Anima nu was. Rho lag in het water en wachtte tot hij kon toeslaan. ''Rho, jij hebt nu het meeste kracht om verder te strijden, laat mij hier in het water''
Rho knikte en zette zijn poten stevig in het zand en keek op naar zijn doel. De jongen en een vreemd uitziend paard, die al door een van de Nigris werd belegerd.

Firetree: Vernietiging van het Magistrerium. - Pagina 2 2797642614
Hij ging erop af, en greep voor de zoveelste keer de voet van de jongeman, Sam. Hij hapte stevig, maar toch zacht. Op de manier waarop hij zijn kleintjes pakte om ze naar het nest te brengen.
Vervolgens sleepte hij de man mee het water in. De rivier was de plaats waar hij zich het beste kon vertoeven en zijn plan kon uitvoeren. Zijn wederhelft Connor zat al klaar met een dikke kei en een stuk touw. De jongen werd eraan vast gebonden. Hij stribbelde fel tegen en schopte Rho een paar keer in zijn buik. Gelukkig kon hij de moeizame slagen wel hebben.
Connor knikte naar Rho, en met zijn neus duwde hij de kei het diepe deel van de rivier in, waar de jongen in zou zinken, omdat het touw om zijn been zat.

Connor stond moeizaam op, omdat hij iemand aan zag komen die begroet diende te worden. De koningin, Lavinia. Connor liep er heen en stak een, net schoongeveegte, hand op.
''Goedemiddag, mevrouw'', zei hij verkrampt. ''U komt op het juiste moment''

Diadorah

Diadorah
Ik ben een Avonturier
Avonturier
Diadorah liet de stroom van mensen even over zich heen komen. Ze keek pas op toen Connor een jongen aan de steen bond, en hem naar de bodem van de rivier zond. Diadorah keek Connor na, toen hij zichzelf toesprak bij Lavinia. Het hoofd van de Nigris.
Diadorah liep naar het diepe water toe en zag daar Sam worstelen met het water. Diadorah trok haar rok en jurk uit, en krulde haar onderjurk op. Vervolgens sprong ze in het water.
Met een ijspegel bij de hand dook ze onder, en zwom naar de man toe, die ademnood had. Met haar scherpe ijspegel sneed ze het touw door en trok Sam mee naar het oppervlak.
Daar legde ze hem op het zand en deed mond op mond beademing. Ze wist dat hij nog ademde, maar toch. Ze deed het.
Met een oog keek ze of de anderen haar zo zagen. Vooral Lavinia moest haar aandacht krijgen.
''Oooooohh, mijn jongen, gaat het wel'', riep ze hard en plengde wat neppe tranen.
Ze ging verder met de beademing en drukte hard op zijn borst.
Toen pakte ze haar jurk, en deed het over Sam heen. ''Pas op, straks raak je nog onderkoeld'', zei ze met een verdrietige blik. Maar achter haar ogen speelde zich een heel ander verhaal af.

Keelia

Keelia
Ik ben een Nieuweling
Nieuweling
Het was koud in het noordelijke deel van Hiems. Al was Hiems altijd wel koud, maar vandaag was het wel erg extreem. De ijsberen schuilde zelfs voor de vallende sneeuw. Iets wat erg opmerk waardig was. Keelia zat op een sneeuw bedekte rots in de verte te turen naar de zwarte stip in de lucht. Naast haar zat Aleena wiens blonde haren nauwelijks nog te zien waren door de net gevallen sneeuw. ‘’Iets klopt daar niet…’’ Zei Keelia zacht tegen haar rechterhand die haar vervolgens raar aan keek. ‘’Wat zou er dan aan de hand moeten zijn?’’ ’Geen idee, maar het voelt niet goed..’’ Antwoordde Keelia er rustig op terug. ‘’Maar wij zijn meestal de eerste die het horen als er ergens oorlog uitbreekt..’’ Keelia stond op. ‘’Waar ga je heen, Mikelia?’’ Zei Aleena met haar wenkbrauw opgetrokken. ‘’Kijken wat er aan de hand is..’’ ‘’Maar Mikelia?’’ Keelia draaide zich naar haar rechterhand om. ‘’Ja?’’ ‘’Waar ga je dan naar toe..’’ ‘’Ik ga naar de plek waar ik altijd naar toe ga als ik iets niet vertrouw..’’ Aleena beet op haar onderlip en stond op. ‘’Ik ga met je mee…’’ Keelia schudde haar hoofd. ‘’Roep de Anima’s op en pak onze spullen…’’ ’Maar Keelia, dadelijk is er niets aan de hand..’’ ‘’Aleena, vertrouw me..’’ Aleena knikte uiteindelijk en Keelia keerde haar rug naar haar toe waarna ze weg liep met haar speer in haar hand, haar speer die eigenlijk net een staf leek. Haar twee bijlen in haar riem gestoken.

Niet veel later kwam ze bij het bevroren land. Een plas midden in Hiems dat al zolang ze zich kon herinneren bevroren was. Alleen de plek was erg gevaarlijk want voor je het wist stapte in een wrak ijs en kwam je onder het ijs te recht. Vele waren hier al gestorven en Keelia wou vandaag nog wel overleven. Voorzichtig stapte ze op het ijs en tikte vaak met haar speer op de grond. Ze hoorde het ijs kraken onder haar voeten maar ze zetten door. In de verte was niets te zien behalve muren van ijs. Maar precies in die muren zat een scheur naar een plek waar Keelia vaak kwam. Op deze plek woonde iemand waar Keelia altijd naar toe kwam als ze iets niet wist. Ze noemde de vrouw die er woonde een heks maar eigenlijk was het een waarzegger voor Keelia. Keelia stapte stevig door. Alleen de gene die waardig genoeg waren konden over het ijs werd er verteld. Maar Keelia wist dat, dat leugens waren want haar vader en moeder waren Hiems niet waardig en al helemaal niet de ouders van Aleena. Het waren monsters die het land in gevaar hadden gebracht. Er voerde hier al jaren een stille oorlog. Elke keer als Aleena en Keelia ook maar een tijdje weg waren geweest, rook het hier naar dood en verderf. De mensen durfde niet meer aan te vallen als Keelia en Aleena er waren omdat Aleena de opvolger was van beide groepen en Keelia dan haar rechterhand zou worden. Alleen nu heerste er een strijd waar het volk het slachtoffer was van geworden. Waar de strijd nou precies om ging wist niemand meer echt maar er heerste nu al zolang strijd dat er van alles was bij gehaald. Aleena zou uitgehuwelijkt worden aan één van de jongens van hiems maar Aleena gaf even veel om liefde als Keelia, helemaal niets. Keelia was nu al 23 jaar en er waren mannen genoeg die de hare wilde worden maar Keelia wuifde ze allemaal weg, net zoals Aleena deed. Mannen leiden alleen maar af en daarbij wou ze een man die haar wel aan kon, ze was altijd sterker geweest dan die mannen, ze wilde iemand die haar kon verslaan, haar alleen al met een blik liet smelten maar tot nu toe was Keelia niemand tegen gekomen en tot die tijd zou Keelia ook alleen blijven. Keelia en Aleena nog groener dan gras, zo puur waren ze. Aleena fantaseerde er nog vaak over, een man. De man van haar dromen maar Keelia drukte die fantasie altijd weg want zij kende geen ideale man en totdat ze er één kende zou ze er ook niet over fantaseren want ze zou zich uiteindelijk teleurstellen als ze er achter kwam dat er geen ideale man bestond voor haar. Eindelijk kwam ze bij de gleuf tussen de muren van ijs. Keelia wrong zich met gemak door de gleuf en kwam in een lege ronde ruimte met in het midden een tafel. Achter deze tafel zat een vrouw, de vrouw die ze zocht. ‘’Ik verwachten je al, Keelia…’’ Keelia knikte uit respect naar de vrouw en ging tegen over de vrouw zitten. ‘’Is mijn voorgevoel juist, Helena?’’ Vroeg Keelia. Helena keek haar met doffe groene ogen aan. ‘’Ik ben bang van wel, het slechte stof heeft Claps bereikt en er heerst nu een strijd..’’ Keelia zuchtte, ‘’Het zal wel eens niet zo zijn..’’ Ze stond op. ‘’Bedankt voor u tijd, Helena..’’ ’Wacht, voor dat je gaat… wil je niet eerst zien wie jou het meest nodig acht op dit moment…’’ Keelia snoof en ging weer zitten. De glazenbol op de tafel rookte op en er verschenen beelden in de bol. Keelia zag een meisje, ze schatten het 14 jaar oud. Bezweken onder het stof en ze zag een paard die iemand probeerde te beschermen met een zwaard in diens rug gestoken. Keelia zag hoe een krokodil de jongen die onder het paard lag mee sleurde aan diens voet. Keelia balde haar vuisten en stond op. ‘’Misbruik maken van stof en van je Anima… hoe walgelijk…’’ Zei Keelia woest. Ze keek naar Helena en boog even kort waarna ze weer verdween door de gleuf van het ijs.

Toen Keelia eenmaal buiten was bij de verzamelplek waar Ryuu stond, brakken er stukken van het ijs af. Ze kletterde op de grond. Het zwarte stof zou hier ook komen en de schoonheden van de ijsbergen vernielen. Dat wist Keelia. Ze had geen tijd om toe te kijken. Aleena keek naar Keelia maar zag al aan haar gezicht dat haar voorgevoel klopten. ‘’Waar gaan we heen?’’ Vroeg Aleena die al op de rug van Ryuu zat. Keelia keek haar rustig aan, ‘’Naar Claps..’’ Zei ze rustig waarna ze opsteeg. Ryuu knorde, ‘’Niet zeuren, Ryuu er staan levens op het spel..’’ ‘’Ja mijn leven die verziekt word door al die andere..’’ Bromde de draak. Keelia schudde haar hoofd en keek naar Aleena die achter haar zat met haar armen om Keelia’s middel heen. ‘’Waar is Gorlacon?’’ Vroeg Keelia neutraal. Aleena liet een doorzichtig flesje water zien. Keelia knikte. Gorlacon kon zich veranderen in water als hijzelf in het water was dus hij kon ook in het flesje komen als Aleena het flesje in het water deed. Zo zou hij er ook uit kunnen komen. Keelia keek Ryuu aan, ‘’Als je nou niet opstijgt leg ik je dadelijk aan de ketting…’’ Ryuu bromde en vloog op. Keelia moest wel omdat ze wist dat Ryuu een hekel had aan de ketting maar je kon niet anders dan dreigen met een puber draak.

De vlucht naar Claps verliep rustig. Ze hadden één keer moeten uitwijken voor een zwarte wolk stof en Ryuu had ook nog gejacht ondertussen want al die vogels die door de lucht vlogen waren een heerlijke maaltijd voor hem. Eindelijk kwam Claps in zicht en Keelia pakte het touw beet dat vast zat aan een ijzere riem om Ryuu’s nek. Keelia keek even naar Aleena, ‘’Hou je vast, we gaan landen..’’ Aleena knikte en verstevigde haar greep. Keelia klopte op Ryuu’s hals waarna ze het touw weer stevig vast hield. Ryuu brulde luid en maakte een duikvlucht naar beneden, Keelia slaakte samen met Aleena een strijdkreet. Je zou haast denken dat Ryuu ging neer storten maar net op het laatste nippertje trok hij op. Aleena sprong in het water om de man te redden maar een andere vrouw was haar voor. Keelia bleef zitten waar ze zat maar gooide haar speer naar de krokodil toe en liet Ryuu landen op een hoop stenen. Ryuu deed zijn kop omhoog om te laten zien wie hij wel niet was. Keelia gleed via zijn staart naar de grond. Eenmaal daar op de grond trok ze haar bijlen en liet haar blik rond het strijdveld gaan. Aleena daar in tegen kwam als een verzopen kat het water uit met achter haar aan de gigantische basilisk die nog steeds in het water was. De basilisk was minimaal 20 meter lang, misschien nog wel langer.

Keelia’s ogen gleden over de mensen, niets meer dan zielige hoopjes waren het. Ze snoof en keek om zich heen naar het groepje. Ze zag het paard staan met het zwaard in zijn rug. Ze rook gewoon dat zijn wederhelft niet hier was, althans niet in de beurt. Keelia liep naar het paard toe, maar ze hield de omgeving goed in de gaten. In haar ooghoeken zag ze Aleena uit het water komen. Ze liep naar Diadorah toe en duwde haar weg. ‘’Je doet het niet goed, als je wil bekken doe je dat maar als dat water uit zijn longen is..’’ Gromde ze boos waarna ze neer knielde en beide handen op zijn borst legde en begon te drukken. Als het goed zou zijn zou hij al het water wat hij had in geslikt uitspugen. Terwijl Aleena zich met de jongen bemoeide liep Keelia naar het paard toe want dat zwaard moest er uit en zijn wond moest verzorgd worden. Het meisje had ze niet gezien door de twee die er voor stonden.

Sam

Sam
Ik ben een Ontdekker
Ontdekker
Sam voelde hoe hij bij zijn voet werd gepakt en werd mee gesleurd.
Sam schreeuwde het uit van woede toen hij weer in het water terecht kwam.
Hij schopte omzich heen en zijn handen pakte een hand van de jongen. Hij trok er hard aan. Zo hard dat die wel uit de kom moest zijn. Sam kwam helaas niet los en belande in het water. Hij probeerde alles om los te komen maar het lukte hem niet. Sam voelde hoe zijn longen vol werden gezogen met water. Het werd zwart voor zijn ogen. En toen hij helemaal weg viel voelde hij hoe iemand hem omhoog trok.
Sam voelde een druk op zijn borst. Het hielp hem niet maar maakte het allen maar erge. Op gegeven moment voelde hoe het water naar boven ging. Sam hoeste alles er uit en ademde diep in. Hij keek woedend om zich heen. Hij zal en moest die jongen hebben. Toen hij keek naar de vrouw die hem geholpen had. 'Bedankt.'Fluisterde hij moe. Toen stond hij met moeite op. Hij liep op de jongen af en tilde hem op. Sam gooide hem ver in het water. Toen liep Sam op de Anima van de jongen af. Hij pakte een stuk touw dat op de grond lag en deed die om de bek van de Anima. Normaal zal hij dit nooit doen maar anders werd het zijn dood. Toen zakte Sam in elkaar. Hij was zo vermoeit door de pijn. Hij hoopte dat dit zo snel mogelijk op zou houden.

--- Connor wil je niet bepalen hoe Sam reageerd??-----

Lady Catharina

Lady Catharina
Ik ben een Teacher
Teacher
Firetree: Vernietiging van het Magistrerium. - Pagina 2 Davidkj
Lucifer was richting het kind gelopen en keek op haar neer. Toch hield hij een veilige afstand om niet zelf ook besmet te raken. ‘Als jij, irritant k*t paard, mij nou gewoon verteld waar dat mens van jou is dan kan ik haar helpen. Of laat je haar liever doodgaan?’, schreeuwde hij naar het paard voordat hij in een keer werd overvallen door een bekende stem waardoor hij omkeek. Tot zijn verbazing en irritatie zag hij daar Lavinia tevoorschijn komen en sloeg automatisch zijn armen om haar heen toen ze hem omhelsde. Even snoof hij haar heerlijke rozengeur op waardoor hij bijna bedwelmd was, maar liet haar net zo gemakkelijk gaan als dat zij hem liet gaan. Zijn ogen gleden even over haar heen, bleven berekend op haar ogen liggen om vervolgens zacht, bijna onmerkbaar te schudden. Er was iets ernstigs gebeurd en dit was niet het moment. Niet voordat hij Clash terug had en dat kind gered was. ‘Blijf hier. Pas op het meisje.’, gebood hij Lavinia waarna hij wegliep. :Anima Tell: Pleoh keek toe naar wat er gebeurde en doordat hij dicht op de grond lag voelde hij onder zich de grond begon te trillen en te bewegen. Er was iets dat op hen afkwam. Niet direct bij hen, maar wel in de omgeving. Hij stond echter op en beet Espe in haar nek als begroeting. Hij merkte niet dat hij misschien te hard beet, want zijn gedachten waren de hele tijd aan het wisselen met die van Lucifer en over wat er aan de hand was. De connectie was snel en ze konden zo hele gesprekken voeren die normaal gesproken drie keer zo lang duurde. Hij grauwde even boos, maar niemand zou weten voor wie dat was bestemd. Espe stond nog steeds het dichts bij hem, maar zijn open bek was richting het paard gericht.[br][br]Lucifer stond stil en keek toe hoe de vrouw het zwaard uit Eros haalde. Doordat Lavinia was gekomen had hij helemaal niet opgemerkt dat die vrouw was gekomen en nu zag hij dan ook de draak en de grote slang die nu het terrein domineerden en duidelijk niet voor hun kant waren. Hij liep op de vrouw af en pakte Clash uit haar handen voordat zij er iets mee kon doen. Snel stopte hij het weg en keek daarna om bij de brul van Pleoh. De tijger was op de een of andere manier bang, bang voor iets dat eraan kwam omdat hij niet wist wat het was. En toen voelde hij het ook. Het kwam van onderen en de grond begon een eindje verderop te barsten en zand werd van beneden eruit geduwd. Verbaasd keek hij toe naar het schouwspel dat zich daar voltrok. Het was die boom die daaruit kwam, de boom die nu dood zou horen te zijn. Gedood door het zwarte stof. Maar dat was niet het enige. Er kwam nog iets uit. Een soort van gebouw dat van beneden naar boven kwam en steeds groter werd. Hij wist en zag om zich heen dat hij niet de enige was die zo verbaasd naar het schouwspel aan het kijken was. Uiteindelijk zag hij hoe de deur open ging en zag daar iemand die hij niet had verwacht ooit terug te zien. Hij trok zijn zwaard en floot schel voordat hij die kant oprende. Hij hoorde hoe de tijger zijn kant opkwam en langs hem heen rende. De tijger liet Tempus voor wat het was, had gemerkt dat hij niets meer kon doen. Hij hoorde ook de grote hoefafdrukken van Eros achter zich die plotseling stopten. Pleoh had nu vast Cath bereikt en zijn kaken rond haar tere hals gelegd. ‘Zolang je niets doet, doe ik haar niets aan.’, siste hij over zijn schouder naar het paard dat daar boos stil stond. Hij wist dat het paard niets zou doen en nu afdroop naar Tempus die daar op zijn knieën zat. Hij was al snel bij de vrouw en stak zijn zwaard weg en keek op haar neer. Pleoh had haar hals losgelaten en hield nu de wolf in de gaten. Lucifer hurkte bij Cath neer en keek misprijzend toe naar haar wonden waar hij voorzichtig zijn hand oplegde en grijnsde toen ze probeerde zijn hand weg te halen. ‘Rustig maar vrouwe. Ik ben hier om u mee te nemen. Mijn naam is Lucifer. Ik heb u nodig voor het helen van een kind.’ Lucifer sprak kalm en grijnsde om de blik in de ogen die hij nog maar net kon zien. Voorzichtig legde hij zijn handen onder haar om haar op te kunnen tillen en merkte dat haar bloed nu ook op hem droop. Met snelle passen liep hij het paleis uit en liep recht naar het kind toe. Hij negeerde de blikken die op hem werden geworpen en ging op zijn knieën zitten bij het kind waarbij hij Cath omhoog hield. Lucifer grijnsde om de reactie van Cath toen ze het kind zag en liet bij haar woorden haar rustig zakken en deed een paar passen naar achteren waarna hij meteen werd weggeduwd door Eros. Het paard was helemaal de weg kwijt nu zijn wederhelft in gevaar was en hij niets kon doen. Hij hield afstand en pakte Lavinia erbij. Hij trok haar voor zich en hield zijn handen voor haar buik om haar zo tegen zich aan te klemmen.

Délune

Délune
Ik ben een Rookie
Rookie
Er stonden levens op het spel.. Iets wat er voornamelijk voor had gezorgd dat ze zich nu in deze drukte bevond. Iedereen schreeuwde naar elkaar, vechtten met elkaar. Iets wat voor een geweldig uitzicht gaf, en waar ze zich dan ook zeker in wilde mengen. Zeker weten. Haar zwarte en tweede gedaante dacht hier natuurlijk ook hetzelfde over en aangezien haar energiegehalte en kracht op dit moment hoog stond was dit het teken dat ze ook niks kon verliezen. En aangezien Crush hetzelfde voelde en meemaakte was ze ook verwikkeld in dezelfde gevoelens, wat betekende dat ook zij sterk genoeg zou zijn voor een enig gevecht als dit op haar punt kwam. Haar groene ogen stonden vooruit gericht, op alle mensen en hun Anima's die het op elkaar hadden gemunt en waarvan sommigen alleen maar rumoeren maakten. De boom was omgehakt, wat vast en zeker had gezorgt voor mengende gewillens waardoor sommigen ruzie kregen en dit uiteindelijk het gevolg was. Dat was tenminste hetgene wat wel de beste verklaring zou zijn, en omdat zij er verder niet bij was geweest leek dit wel het logische. Ze besloot zich nog nergens mee te bemoeien en alleen al van het feit te genieten dat er meningsverschillen waren ontstaan waardoor de zogenaamde vrede niet bewaard bleef. Geweldig als de mensen dat vonden, dat hielp haar al voortreffen naar haar uiteindelijk doel. Onrust.

:Anima Tell:

Haar zwarte vachtharen werden meegedreven door de wind en ook haar staart werd alle kanten op gezogen door de wind die krachtige manieren uitstootte. Het was best wel warm waardoor haar vacht prikkelde en ze door haar zwarte kleur al snel verging van de warmte. Maar dat kon haar op dit moment niks schelen, ze was veel meer geïnteresseerd in de dingen die er om haar heen gebeureden op dit moment. Veel interessanter. Het feit dat hun balans hier door het gebeuren over de boom werd verstoord was al fantastisch om naar te kijken. Haar tanden blonken in het licht dat er af en toe op scheen en ook haar ogen blonken uit door de zonnestralen die haar lichaam bereikte. Net als Délune naast haar besloot ze nog even geen actie uit te voeren en wachten tot er iets zou gebeuren waardoor er een reden was überhaupt iets te doen. Ach, ze zag wel wat er allemaal van kwam. Ook al deed dit haar ook al goed, dit verstoorde gedoe zien waarin veel mensen verwikkeld bleven.


Diadorah

Diadorah
Ik ben een Avonturier
Avonturier
Diadorah werd ruw weggeduwd door een rare, lelijke, geverfde vrouw. Ze rolde een klein stukje, en keek de vrouw aan met een blik die kon doden. Eventjes wilde ze haar aanvallen, maar ze hield zich in.
In plaats daarvan keerde ze zich abrupt om. Met haar ooghoeken keek ze naar Lavinia die blijkbaar geen tijd voor haar had. Ze walgde daarvan.
Diadorah liep weg van de rivier, en tuurde in de lucht. Waar bleef Civilis toch. Toen zag ze een schim. Gerommel, en nog een schim, een boom een paleis. Wat was hier aan de hand?? Diadorah keek op hoe de Claps boom nog hoger uit de grond herrees en hoe daar een gestalte uit de deur van het paleis kwam lopen. Tempus. Hij had het overleefd. Diadorah kon wel schreeuwen van afgunst en zelfmedelijden. Maar dat deed ze niet. Opeens liet ze zich op de grond zakken en deed alsof ze erge pijnen had. Ze hinkte naar een onbekende vrouw met een wolf met groene ogen. Ze wist dat die haar kon helpen.
''Alstjeblieft, help me, die mensen.... Die mensen willen me vermoorden. Help me alsjeblieft...'' Diadorah keek smekend naar de vrouw terwijl de tranen over haar wangen liepen. ''Ze gaan me vermoorden, alsjeblieft... Help''

Délune

Délune
Ik ben een Rookie
Rookie
Plotseling kwam er een persoon aangehinkt waarbij de tranen over haar wangen stroomden. Ze toonde nog steeds geen enige interesse en lieten haar woorden haar gewoon voorbij razen. Wat dacht ze wel, net alsof ze in staat was iemand te helpen. ''Alstjeblieft, help me, die mensen.... Die mensen willen me vermoorden. Help me alsjeblieft...'' klonk haar stem waarbij ze smeekte om hulp. "Wat kan mij dat nou weer schelen? Ik ben met mijn eigen zaken bezig." zei ze terwijl ze haar blik op de vrouw wierp. Wat dacht ze wel? Wat kon haar het rotleven van één of ander persoon schelen, liet het haar lekker zelf oplossen. Er hing een soort mistige vlaag over het gebied dat vast door de omgehakte boom ontstaan was. Het enige wat haar op dit moment deerde was niet die stomme boom maar eerder het feit dat die vrouw nog steeds aan haar voeten lag en waar ze dus allesbehalve zin in had. "Ik help je niet, ga weg." siste ze en na nog een dodelijke blik te hebben geworpen op het smekende en jankende vrouwtje, liep ze de andere kant op, om te kijken wat daar verder aan gaande was.

:Anima Tell:

Crush staarde naar de vrouw die zich voor haar had geworpen en een soort gegrauw borrelde op om vervolgens haar keelgat te verlaten. Het klonk wat geïrriteerd, iets wat ze op dit moment dan ook zeker was. Ze schonk verder geen aandacht aan de vrouw en liet het aan Délune over die er - natuurlijk - hetzelfde als haar overdacht. Haar groene ogen staarden zich neer over het gebied en hielden iedereen in de gaten, om er zeker van te zijn geen plotselinge aanval te ondergaan. Nee, als iemand haar zonodig iets kwaad wou doen bezat ze sowieso al van wat krachten waarmee ze kon afweren en ze was dan zeker ook voorbereid. Veel kans hadden tegenstanders niet, en qua mens was ook Délune sterk. En doordat ze beide zware trainingen waren ondergaan en van een goede kennis voorzien waren waren ze allebei al een sterk was, iets wat zeker was.

Lady Catharina

Lady Catharina
Ik ben een Teacher
Teacher
Firetree: Vernietiging van het Magistrerium. - Pagina 2 Padma2 Een Domina doet alles wat nodig is.
Catharina sloot haar ogen en wachtte af terwijl de angst in haar groeide. Op dat moment voelde ze een adem over haar gezicht gaan en opende ze haar ogen waarop ze een tijger bij haar zag staan en voelde hoe hij haar hals tussen zijn krachtige kaken nam. Ze hoefde geen eens te willen dat ze stil zou blijven liggen, ze kon zich geen eens bewegen. Maar toen de man eraan kwam en haar aanraakte probeerde ze haar lichaam te bewegen om zo zijn hand weg te halen. Ze luisterde naar zijn woorden, maar reageerde niet en moest zich wel laten dragen. Terug in het licht waardoor ze even haar ogen moest sluiten. Ze zag hoe Eros achter hen draafde, boos en opgewonden, de staat waarin hij het gevaarlijkst was als hij haar niet kon beschermen. Bij het kind liet de man haar zakken en ze zag hoe het kind hoestte. Ze schrok en keek boos naar de man. Ze wist precies wat dit kind had en de enige manier het kon worden opgelost. ‘Laat me liggen en houd afstand als je zelf niet besmet wilt raken.’, fluisterde ze en ze draaide haar hoofd naar Eros die over haar ging staan. :Anima Tell: Eros had Lucifer aan de kant geduwd en stond nu over Catharina heen. Hij keek bezorgd naar haar wonden en bracht zijn hoofd naar beneden om zachtjes in haar gezicht te briesen. ‘Eros, mijn lieveling. Doe wat ik je zeg.’ Eros hoorde de klank in haar stem en ging weer recht staan en keek haar boos aan. Hij keek even van haar naar het kind. Het kind was hem veel waard, maar niet dit. Niet het leven van zijn geliefde. ‘Je laat ze niet achter.’, brieste hij haar boos toe. Hij zag hoe een voorzichtige glimlach tevoorschijn kwam. ‘Ik laat ze nooit achter. Dat ik er niet ben betekent niet dat ik niet over ze waak. Wil je weten wat ze nu doen?’ Eros keek steeds bozer toe hoe de ogen van Cath nu een gouden kleur aannamen. ‘Blijf hier Cath. Zeg me wat ik moet doen.’, zei hij toegevend. Hij wist dat dat de enige manier was om haar terug te krijgen. Om haar aan haar taak te herinneren. ‘Pak een schoon mes en snijd op de juiste plekken. Leg daarna de bloedende handen op elkaar.’ De stem van zijn wederhelft werd zwakker en hij deed wat ze vroeg. Hij rende snel terug naar de plaats waar hij de wapens van Cath had verstopt en pakte er een mes uit. Tussen zijn tanden nam hij het mee terug en zette het op de hand van het meisje waar hij een snede in de palm maakte. Daarna bij Cath deed hij hetzelfde. Maar hij legde niet de handen op elkaar. ‘Laat me je wat van mijn krachten geven Cath. Zonder jou zal ik er ook niet zijn. Dus waarom moet ik mijn kracht behouden?’ Cath opende haar ogen helemaal. ‘Dat je mijn wederhelft bent, betekent nog niet dat je mijn macht als Domina in twijfel moet trekken. Ik geef als ik kan en neem alleen wanneer het echt niet anders kan. Jouw aandeel komt nog.’, zei Catharina in een keer hard en sissend. Eros knikte licht en pakte voorzichtig haar hand vast die hij op de hand van het hoestende meisje legde. Meteen deinsde hij terug en stortte bijna ter aarde door de pijn die door hem heen trok. Hij stond te trillen op zijn benen en hijgde zwaar. Nu was zijn drempel overschreden, deze pijn kon Cath niet voor hem maskeren en niets deed zoveel meer pijn en zakte ineen op de grond. Vlakbij haar lichaam lag hij de pijn te ondergaan. . Catharina bereidde zich voor, maar was rustig. Ze wist wat ze moest doen. Ze kende de consequenties die ze op zich nam. Als het haar was gegund om te blijven leven dan zou het werken. Dit gif dat ze op zou nemen zou niet alleen voor haar erg worden. Haar gaven zouden oncontroleerbaar worden en zich nu in allerlei vormen kunnen uiten. Een gevaar voor de mensen die nu in de buurt bij haar waren. Maar dat was logisch als je een domina dit liet doen. Maar toen haar hand op die van het meisje werd gelegd, gilde ze het uit voordat ze op haar tanden beet om de kermen te smoren. Het was alsof iemand met twintig dolken tegelijkertijd in haar stak. Het was zoveel erger dan haar bevalling. Ze voelde hoe het zwarte gif in haar stroomde en haar huid grijzer werd en ze haar kleur verloor. Haar ogen draaiden weg en ze zag niets meer. Maar ze moest wachten. Wilde ze een kans hebben om dit te overleven dan moest ze precies op het juiste moment Eros gebruiken. De wonden die ze had begonnen opnieuw te stromen en nu kwam er geen normaal rood bloed uit, maar het zwarte. Van haar linkerarm kroop het omhoog richting haar hart en met een krachtinspanning hief ze haar hand en schreeuwde de naam van haar wederhelft. Ze voelde zijn neus tegen haar hand en even leek het alsof haar hart stilstond. Daarna leek het wel alsof de klop door het gras doorgalmde. Met de eerste klop verdwenen haar krachten en met de ander kwamen ze. ‘Ann.. Doe dan wat.’, schreeuwde een stem. Ze kende heel vaag de stem. ‘Rose. Ik kan niets doen. Ze heeft dit zelf besloten.’ Deze stem kende ze niet. ‘Er is geen troonopvolgster.‘Er is altijd een vervanger, totdat de dochter oud genoeg is om het over te nemen.’ ‘Ik heb haar niet mijn troon gegeven om nu al af te laten staan.’ ‘Hou vol, dochter van de bomen. Verlaat je lichaam niet voordat het helemaal op is.’ Cath probeerde het, maar de gillen werden minder en minder hard. Ze was zo moe en het werd zwart voor haar ogen. Even draaiden haar ogen terug en zag ze iemand staan die alleen met de toestemming van de boom Allerzielen het geestenrijk konden verlaten. Toch? Haar krachten waren toch niet zo groot geworden dat ze hen van het geestenrijk naar de aarde kon bevelen te komen? :Anima Tell: Eros legde zijn neus tegen Caths hand aan. Ze had het op kunnen heffen, maar niet bewust. Dit was de domina in haar die in een ritueel zoals deze alles kon wat noodzakelijk was. Pas later zou je de schade ervan zien. Zijn ogen waren los en zag hoe iedereen nu verbaasd of geschokt toekeek. Hij kende wat hij zag uit de verhalen en de gedachten van Cath. Cath bracht in het ene moment het geestenrijk naar de aarde en liet het het volgende moment weer gaan. Dit was onnatuurlijk. Het ene moment zag hij alleen de donkere ruimte waar ieder zijn eigen angst zag weerspiegeld en het volgende moment gewoon de omgeving waar ze nu waren. Het zwarte bloed stroomde uit het lichaam van Cath, maar hij draaide zijn hoofd zo dat hij naar de twee stemmen kon kijken. Het was Rose, de moeder van Cath en haar moeder weer. Maar zij verdwenen niet op de aarde. Ze bleven gewoon aan het voeteneinde van Cath staan en keken bezorgd toe. Even zag hij hoe ze naar hem keken en Rose stak haar hand uit. ‘Ik ben liever verdoemd in het geestenrijk dan gelukkig met haar aan mijn zijde.’ Maar Ann hield haar tegen. ‘Onze krachten zijn hier niet meer te gebruiken. Ze zou al sterven door een enkele oplegging van genezing. Heb ik je dan niets geleerd over het gevaar? Je bent al net zo impulsief als zij.’ Daarna keek Ann naar hem. ‘Catharina heeft ons niet opgeroepen Eros. Dan zou ze nu al dood zijn. Wij zagen haar nood en zijn gekomen. We hebben ondanks onze dood nog wel een paar truukjes.’, glimlachte ze. Eros knikte en voelde hoe het toen ook voor zijn ogen donker werd. Zacht hoorde hij nog de stem en de woorden die Cath toen ook tegen hem had gezegd:“Denk aan de zon, lieverd. Laat die wolken voor je ogen verdwijnen en kom bij ons terug!”
[/color]



Laatst aangepast door Lady Catharina op do jul 07, 2011 11:31 am; in totaal 1 keer bewerkt

Sam

Sam
Ik ben een Ontdekker
Ontdekker
Sam's ogen vielen dicht. Zo moe was hij. Sam merkte niks van wat er allemaal gebeurde. Toen Sam een gil hoorde schoten zijn ogen los. 'Catharina.'Mompelde hij. Sam keek op en zag haar liggen. Moeizaam stond hij op. Sam zwalkte was op zijn benen en liep moeizaam naar haar toe. Sam knielde bij haar neer en zag het bloed dat in zwart veranderde. 'Catharina.'Fluisterde hij angstig. Sam pakte haar hoofd vast en bekeek haar gezicht. Ze kon niet dood gaan het kon gewoon niet. In Sam's ogen verschrenen tranen. Hij keek woedend om zich heen. Hoe konde ze dit doen. Zijn blik ging weer naar Catharina. 'Kom op je mag ons niet verlaten.'Zei hij met een brok in zijn keel. Hij voelde de nate snuit van Zeus tegen zijn wang. Sam negeerde hem en dacht na. Er schoot hem niks te binnen. Woendend op zich zelf keek hij om.
'Doe dan iets.'Riep hij. Tegen niemand in het bijzonder. Waarom deed niemand iets. Waren ze zo hard. Nee dat kon niet. Hadden ze dan echt geen hart. Sam's woede werd groter maar hij wist dat hij niks kon doen nu. Hij was zwak en hij wou Catarina niet in de steek laten. Ook al had ze zijn hart gebroken. Hij moest en zou haar helpen.
Ook moest hij nog zeggen wat hij voor haar voelde.

Firetree: Vernietiging van het Magistrerium. - Pagina 2 2797642614
Zeus voelde zich moe door alles. De woorden die Tempus zei maakte hem iets rustiger. Hij wilde dol graag Sam weer zien. Al snel kon het. Met moeite liep Zeus richting Sam. Onder tussen zakte hij nog een keer in. Maar hij stapte door. Toen hij eindelijk bij Sam was was die al weer bij Catharina. Zeus keek toe en drukte zijn snuit tegen zijn wang.

Sam drukte een lichte kus op Catharina's wang. 'Kom op niet weg gaan.'Fluisterde hij in haar oor. 'ik moet je nog zo veel zeggen. Al hoe wel ik wel denk dat het raar zou vinden als ik het eenmaal tegen je zeg.' Sam wist niet of ze het overleefde maar het moest gewoon. 'I-ik hou. Ik bedoel ik mag je heel vraag. Kom op je mag mij eh ons nog niet verlaten Catharina.'Fluisterde Sam. Een traan rolde over zijn wang heen en kwam in Catharina's hals terecht

Tempus

Tempus
Ik ben een Admin
Admin
Tempus lag op zijn knieën, en zijn adem stokte van de pijn, het bloed en het leed dat hij zag. Zijn hart leek niet meer te kloppen en het bloed verdween uit zijn gezicht. Het gezicht van een geest. Waarom kon Dust nu niet gewoon een wereld zijn, zoals hij was bestemd. Waarom bestond leed?? Waarom was er de Firetree??
Tempus keek verloren, maar wist dat hij hier iets aan moest doen. Hij wou gillen, schreeuwen en stampen, zodat de hele wereld op zijn grondvesten trilde. Maar hij had hier geen kracht meer voor. Zijn kracht was op, en zat in voor het grootste gedeelte in de herrijzing van de Hoogste Boom en het paleis.
Hier had hij niet genoeg kracht meer voor.

Firetree: Vernietiging van het Magistrerium. - Pagina 2 2797642614
Dusy stond op en bewoog zijn poten. Hij was er weer. Gelijk rende hij naar enkele gewonden om ze te helpen. Hij rende naar de vrouwen die waren gegrepen door de Nigris, om ze te helpen.
Ze moesten naar de ziekenboeg heen, ze moesten het paleis in.
Dusty rende zo hard als hij kon, maar zijn wederhelft leek in shock te zijn. Dusty riep hem via zijn gedachten toe om in actie te komen. Hij moest aan het werk.

Tempus keerde zich om naar het kasteel, en begon enkele gewondden te begeleiden naar de ziekenboeg in het Paleis van Lumos. Met een schuin oog hield hij Catharina in de gaten. Ze had ook hulp nodig.
Tempus liep naar haar toe, maar een andere man was hem voor. Hij ging bij Catharina zitten en hielp haar. Tempus slikte terwijl hij zag dat Cath het gewillig liet gebeuren. Hij kon alleen maar staan en toekijken, terwijl de tijd om hem heen vloog. Zijn ogen fixeerden zich, en hij voelde zich vreemd. Een raar gevoel van boosheid en gebroken geluk. Een gevoel van jaloezie.
Tempus wendde zijn ogen af, maar kon het niet laten toch te kijken. Hij wist niet wat hij moest doen.

Maar wat er toen gebeurde brak alles. De bebloede Sam wendde zich dichterbij Catharina, en keek haar innig aan. Vervolgens plantte hij een kus op haar wang, alweer.
Tempus ogen werden groot van verbazing. Hij dacht dat deze ''geruchten'' afkomstig waren van de Nigris. Dat Cath en Sam hadden gezoend. Dat ze samen iets hadden.
Maar nu had hij het met eigen ogen gezien. Met zijn ogen en met zijn hart. Het was waar.
Sam had hem verraden, terwijl hij duidelijk in zijn brief had gezegd wat hij voelde. Hij had duidelijk gezegd dat hij hield van Cath, en dat had hij zelfs tegen Catharina gezegd. In de brief gebracht door de uilen. Hij wist het, hij wist alles. Alles wist hij, maar nog. Nog deed hij zoiets. Hoe kon hij.
Waarom??

Hij keek naar het plafond, naar de schilderingen op het plafond, en de oude olielamp die weer op zijn plaats hing. De prachtige schilderingen die allerlei waarheden weerspiegelden, waaronder eentje, die Tempus tot in zijn hart raakte. ''Geluk is net als glas, als het schitterd breekt het''
Een woede maakte van hem meester, en liet hem zijn dolk uit zijn riem pakken. Roekeloos vloog het ding door de luct, enkele seconden gewichtloos. Opweg naar het doel, het tweede Magistreriumlid die vanaf dit moment verbannen was uit zijn Ambt.

Ondertussen werden de witte uilen vrijgelaten uit de armen van de Firetree die ze gevangen had. De in perkament geschreven brieven, die de uilen droegen, had de boom opgeslokt en binnen in hem verborgen gehouden. Daarna waren de door hem geschreven brieven door zijn uilen verstuurd, en hadden voor veel emotie en vooral commotie gezorgd. Maar deze simpele schrijfsels waren effectief gebleken. ''Jaloezie'' Het perfecte wapen om de Firetree te laten heersen over de wereld.

Elina

Elina
Ik ben een Teacher
Teacher
Elina kon niet begrijpen dat deze mensen elkaar zoveel pijn konden doen, zowel geestelijk als lichamelijk. Het was er een bloedbad, overal zag Elina gewonde mensen. Elina kwam alleen te hulp als ze wist dat ze echt nodig was, dit leek er al op. Ze hoorde stemmen, geluiden die om hulp riepen. Ze ging op het geluid af en zo kwam ze hier terecht.

Elina bezit bijzondere krachten. Eén hiervan is dat ze kan verschijnen op plaatsen waar haar hulp nodig kon zijn. Vanaf haar geboorte was ze al bijzonder. Haar anima was net zo bijzonder als Elina, een elfje. Geen dier, geen geest, maar een elfje. Elette, zo heette de Anima van Elina.

Elina hield van muziek, van geluiden. Ze had goede oren, moest ook wel. Hoe kon ze anders geluiden van andere mensen horen. Elina kan overal zomaar verschijnen, maar ook verdwijnen. Nu was het belangrijk dat ze bedacht waar ze het meeste nodig was. Mensen zouden haar herkennen als ze ergens zou verschijnen. Ook zal het hier zo gaan. Mensen kenden haar alleen maar van verhalen, de meeste dan. Er waren uitzonderingen, maar dat waren er maar weinig, heel weinig. Zelf wist Elina niet hoe het kon dat mensen haar herkende. Ze wisten niets over haar karakter, over hoe ze was, wie ze was, het enige wat ze wisten was over haar kracht. Niet eens in details, maar meer zoals dat Elina een kracht bezit die zo krachtig is dat ze er wonderen mee kan verrichten, maar meer was er niet bekend. Elina denkt dat het te maken heeft met het stof, ooit zal ze erachter komen hoe en waarom, maar dat zal nog heel lang duren. Of was het toch dichterbij dan dat ze zou denken?

Elette was bescheiden, genoot van de natuur, van de regenbogen, de zon en eigenlijk alle mooie kleine dingen die haar bewust maakten van de kleine positieve dingen in het leven. Helaas ziet ze ook al het duistere, al het slechte. heel erg vindt ze dit niet, want hier kan ze mensen helpen, voor hen zorgen. Uiteindelijk zijn ze je dankbaar. Dat doet haar goed. Elette en Elina denken altijd aan het positieve, proberen alles positief te bekijken. Eigenlijk moet iedereen dit doen, alles wordt er zoveel mooier van. Je bent gelukkiger als je dit doet. Alleen geluk, wat is geluk? Wat heeft het voor betekenis? Wanneer ben je gelukkig? Het geluk is hier verdwenen, een hele sterke negatieve kracht straalt deze plek uit en is voor iedereen voelbaar.

De eerste kwam al op haar af, vroeg om hulp. Ze wist dat ze moest haasten. Dus ging ze snel op weg, om haar taak te doen.

Lady Catharina

Lady Catharina
Ik ben een Teacher
Teacher
Lady Catharina was weg, haar geest nog net in haar lichaam, maar de Domina was naar voren gekomen. Die haar verdeelde geest in evenwicht kon brengen doordat ze uit allebei bestond. Haar ijselijke kreten gingen door merg en been en zelfs de geesten kregen het koud van de pijn die ze voelden. Automatisch voelden zij, als vroegere Domina’s, hoe het voelde, kregen het ook door en leefden met Catharina mee. Rose was echter woedend op wat er gebeurde. Dit was niet de toekomst die was voorspeld voor haar dochter, dit hoorde niet bij de belofte die een Domina aan de boom Allerzielen zou geven. Maar de boom Allerzielen had dit toegestaan, had Catharina niet gestopt door in een keer een schokgolf door te geven of haar geest weg te zenden. Waarom? Wat was de reden van de boom om dit toe te laten? Wilde die soms de dood van Catharina of dacht die dat Catharina sterk genoeg was om dit te voltooien. Ze snapte het niet, maar als ze naar het gezicht van Ann keek dan leek het alsof die het wel snapte. Alsof die altijd al had geweten dat dit zou gebeuren. Rose wist dat haar moeder voorspellende gaven had, al lang voordat ze stierf in de Oude Wereld. Maar nooit vertelde ze iets over haar giften en wat haar was gezegd. Rose had maar één keer een voorspelling gehad. Ze had gedroomd dat de Oude Wereld zou vergaan en wat haar taak was in de Nieuwe Wereld. Maar Rose kon het niet meer aan. Ze wendde zich naar haar moeder en keek recht in het identieke paar bruine ogen. Bruine ogen die altijd aan de dochters werden doorgegeven, net zoals het bruine tot zwarte haar. ‘Moeder. Ik smeek u. Gebruik Uw gave. Zeg mij wat er met mijn dochter gebeurt.’ Rose’s stem was geslonken tot een zachte smekende stem. Alsof ze de boom Allerzielen vroeg om haar die wens te vervullen. Ann keek haar aan, alsof ze zo door de donkere poelen naar de ziel van Rose kon kijken en knikte. Maar voordat dat gebeurde, zagen ze allebei hoe een jongen dichterbij kwam. Hun ogen werden meelevend terwijl ze toekeken naar wat hij deed en rond de mond van Rose kwam een kleine glimlach. Cath had dus toch naar haar advies geluisterd. Ze had iemand gevonden die voor haar kon zorgen tijdens het leven dat ze nog voor zich had en haar en de kinderen kon beschermen. Dat het nou een lid van het Magistrerium was daar kon ze dan nog wel tegen. Ze had liever gehad dat ze iemand van de Caelos nam of iemand van de Ambula of Dustseekers, want ze had een paar slechte ervaringen gehad met het Magistrerium. Nu keek ze toe hoe Ann naar voren liep en het meisje aan de kant legde. Al het gif was uit haar gezogen, opgeslokt door het Caelosbloed dat goddelijk voor hen was. Eigenlijk had Catharina geluk dat ze niet geheel uit Caelosbloed bestond, maar ook een klein beetje Nigrisbloed. Dat zou ervoor zorgen dat ze misschien sneller van deze pijn af was omdat het nigrisbloed het zwarte stof kon beïnvloeden. Daarna legde Ann haar hand op het hart van haar kleindochter en keek naar de jongen die bij haar zat. ‘Ik moet je vragen haar los te laten. Ze hoort je nu niet, voelt je niet en ik moet haar en Eros alleen hebben.’, zei Ann met een zachte en lieve stem waar de verleiding door heen kwam. Een karakter van de Domina’s. Als ze iets uit gingen voeren dan was die stem er opeens. Het zou er sneller voor zorgen dat je deed wat er werd gezegd. Zodra de jongen haar dochter had losgelaten, zag Rose hoe Ann haar hoofd boven die van Cath hing. ‘Open je ogen. Ik gebied je je ogen te openen en mij je ziel te laten zien.’ Rose kwam naar voren toen ze een geschokte schrik hoorde uit Anns mond. Rose schrok zelf ook, want de ogen van Cath waren verschillend. Zelfs als Domina bestond ze niet uit één. Dat moest de reden zijn geweest dat de boom Allerzielen het door had laten gaan. Haar Catharina moest weer een Domina worden. Wat voor dag was het? Ze keek Ann aan die haar ook geschokt aankeek. ‘Haar 21ste verjaardag is over een maand. Het is de eerste dag van haar laatste maand. Het is onmogelijk om haar toekomst te lezen, want het is niet eens zeker of ze de komende minuten haalt. Heb je haar dat ooit verteld? Dat ze vanaf deze dag geen rituelen meer uit mocht voeren, dat ze zich op moest sluiten om een maand lang zich te verbergen omdat haar krachten oncontroleerbaar zijn, haar gevoelens altijd in de war zijn en iedere ademhaling in haar gezonde situatie haar laatste kan zijn? Ze had hier nooit mogen zijn.’ Rose keek verbaasd naar Ann en vervloekte zichzelf. ‘Ik had geen tijd. Ik werd vermoord voordat ik haar over haar laatste maanden kon vertellen. Net zomin dat ik erbij kon zijn toen ze haar kinderen kreeg. Wanneer had ik het haar moeten zeggen? Wanneer kreeg ik de kracht om het te zeggen? De boom Allerzielen heeft me nooit toestemming gegeven.’ ‘Je had om toestemming moeten vragen!’ Moeder en dochter keken elkaar boos aan toen Rose iets hoorde en met de snelheid van een geest voor de jongen stond om het mes met een achteloos gebaar weg te zwaaien. Daarna keek ze naar degene die het mes had gegooid. Tempus. Haar woede jegens de persoon die altijd wel iets op haar te zeuren had was vervelend, nee irritant geweest. En nu waagde hij het om dat mes te gooien naar de persoon die van Cath hield en andersom ook? Ze snelde naar hem toe, haar bijna gelijke tekenis met haar dochter was eng. Het was alleen aan haar te zien dat ze ouder was en meer had meegemaakt en dat ze een geest was doordat ze zich zo snel kon bewegen als de wind. Ze hief haar hand en sloeg Tempus met haar vlakke hand op zijn wang. ‘Ben je nou helemaal gek geworden? Het is je taak om haar te beschermen of ben je dat alweer vergeten toen je op haar geboorte mij die belofte gaf? Waarom zou je man van wie ze houdt een mes in de rug gooien? Hoe kun je nou zo..’ Rose stopte in een keer met haar tirade toen ze de blik in de ogen van Tempus zag. Haar mond zakte half los. ‘Jij?’, vroeg ze zacht. ‘Ben jij verliefd op haar geworden? Jij, die geen enkele emotie van die kant toelaat?’ Haar blik was verbaasd, haar woede voor het moment aan de kant gestopt en haar totale verbazing door laten komen. Ze slikte en boog haar hoofd. ‘Het spijt me.’ Vervolgens hief ze die weer en keek hem doordringend aan. ‘Houdt ze ook van jou?’, vroeg ze zacht voordat er een gedachte door haar hoofd schoot. Gedachtes die de boom Allerzielen had opgeslagen en nu doorgaf. De verbintenis. ‘Niet te geloven.’, zei ze na een tijdje. ‘De verbintenis. Ze verbrak voor jou de verbintenis tussen haar en Eros. Heb jij wel enig idee hoeveel ze van je houdt om dat te proberen? Het haar gemakkelijk haar dood kunnen worden. Ze had maar één klein dingetje verkeerd hoeven te doen en haar ziel was weggevaagd naar het onbekende om daar voor altijd rond te blijven zweven. Geen kans op rust of vrijheid.’ Rose deed een stap achteruit en schudde haar hoofd. ‘Jullie houden allebei van haar, maar van wie houdt mijn dochter het meest? Ik kan je geen antwoord geven op die vraag Tempus. Je weet dat ik je niet graag zie en niet mag om redenen die we allebei kennen, maar als mijn dochter van je houdt en jij van haar houdt dan moet je voor haar vechten. Ze heeft het moeilijk, haar laatste maand van haar 20ste jaar is begonnen en ik wil dat je op haar past. Met iedere ademhaling die ze dood kan ze haar laatste hebben gegeven. Als ze dit overleeft laat haar dan niets doen, laat haar rust houden en sluit haar desnoods op in een kamer waar je op haar kunt letten. Laat haar niet alleen.’ Even kwam er een kleine glimlach op haar gezicht. ‘Je zou niet hier moeten blijven staan Tempus. Ga naar haar toe en leg je hand op haar hart. Geef haar je energie die je in overvloed hebt. Geef haar de kracht om het gif te bestrijden. Zodra haar kleur terugkomt en haar zwarte bloed weer rood weet je dat ze aan het vechten is en dat het gif geen kans meer maakt, maar tot dat moment moet je haar helpen. Wissel af met die andere jongen. Wees niet koppig en zorg ervoor dat jullie haar samen kunnen redden. Alleen zal het je niet lukken.’ Daarna draaide ze zich om en liep weg, maar ze stond stil. Ze dacht aan iets van lang geleden en keek hem over haar schouder aan. ‘Weet je wat je mij hebt gegeven voor de geboorte van Cath? Die witte pioenroos?’ Ze glimlachte en liep verder. ‘Ze denkt nog steeds iedere avond aan zo’n roos. Het is voor haar naast de rode roos, de mooiste roos, maar ze denkt dat ze het nooit zal kunnen krijgen doordat ze zo zeldzaam zijn.’ Rose had hem een tip gegeven nu ze wist dat hij dacht dat hij niet meer voor Cath kon vechten. Pas wanneer ze haar laatste ademhaling gaf was het te laat. Terwijl ze wegliep voelde ze zich rustig worden. Haar taak zat erop en Ann verdween ook langzaam aan. Ze losten op in de lucht.

Gesponsorde inhoud


Ik ben een

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Terug naar boven Bericht [Pagina 2 van 5]

Ga naar pagina : Vorige  1, 2, 3, 4, 5  Volgende

Permissies van dit forum: Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum