Er heerste een dodelijke stilte in de tunnel waar ze stond. Er stond een kind naast de mysterieuze vrouw. Het blonde meisje had een bloemenkrans om haar hoofd. Haar witte jurkje waaide mee met de wind. Ze had de hand vast van de vrouw in de tunnel. Haar mantel om haar heen. De mantel had een witte kleur en was met goud versierd. Het enige wat te zien was van de vrouw waren haar volle lippen, haar handen en haar blote voeten die wonder boven wonder schoon waren. Maar daar zou je niet eens naar kijken. Nee, de vrouw was beeldschoon ondanks ze niet was te zien onder haar mantel. De tunnels hadden vreemde gekleurde wortels. Een harpenspel weerklonk door de tunnel heen. Naast haar kneep het meisje in de hand van de vrouw en de vrouw keek haar aan.
‘Ik ben bang,’ Zei het kleine meisje zacht. De vrouw haar mondhoeken gingen omhoog.
‘Je bent een kind van de natuur mijn lief. Niemand zal jou schaden..’ Zei de vrouw zoet, haar stem was hoog en het klonk als muziek in je oren. Het meisje was daardoor bij de vrouw gekomen. De zang had haar gelokt en sindsdien zorgde de vrouw voor haar als haar eigen dochter. Want het kleine blonde meisje was niemand anders dan een onschuldig kleine 8 jarige. Genaamd Melodie.
‘Wat nou als de slechte mensen ook de tunnel binnen komen..’ Vroeg ze angstig.
‘Daar ben ik voor, Melodie. Jij leid ze en kalmeert ze, niemand zou dat zo goed kunnen als jij,’’ Sprak ze het kleine meisje bemoedigend toe.
Buiten klonk hoeven getrappel en Melodie liet de hand los van de vrouw en rende vooruit. Ze kende naar het geluid en het licht. Haar blauwe ogen straalde. Ze stond vlakbij de ingang toen ze de andere zag. Haar kinderlijke lachje weerklonk en galmde door de tunnel. Ze rende weer vooruit en pakte de hand van Catharina vast en nam hun mee de tunnel in. Eenmaal in de tunnel liet ze hun handen weer los. Ze rende weer de tunnel door en begon opeens zwierig te draaien en te lachen. De vrouw pakte het kleine handje weer vast en na haar een keer rond gedraaid te hebben zetten ze Melodie tot stil stand naast haar.
Ze keek Tempus en Catharina aan.
‘’Wat doen jullie hier?!’’ Klonk haar stem streng. De muziek stopte met spelen. Je zag alleen haar lippen bewegen.
‘’Dit is geen plek voor oorlog…’ Zei ze scherp. Melodie keek op.
‘’Tempus en Catharina zijn lief.’’ Zei Melodie. De vrouw keek melodie aan en Melodie glimlachte. Ze keek weer op en keek Tempus en Catharina aan.
‘’Dit is geen plek voor een pas getrouwd stel, dus wat doen jullie hier…’’ ‘’Dit is de plek van de bomen, wie zijn jullie om hier te kunnen zijn..’’ Melodie keek even naar de vrouw.
‘’Dat is mijn Dominia..’’ Zei Melodie. Lillith keek Catharina aan.
‘’Dan zou ze moeten weten dat dit geen plek is voor bloed en verderf..’’ Zei Lillith scherp. Lillith wees naar de messen.
‘’Dat zijn messen voor de dood niet waar?’’ Zei lillith scherp.
‘’Wie denken jullie wel niet te zijn om over het lot van de mens te bepalen.’’ Zei lillith.
‘’Wat maakt jullie zo bijzonder dat jullie dit moge doen. Jullie rang als Clanleiders maakt me niet uit. Dat is geen Excuus.’’ Zei Lillith. Ze deed haar hoofd iets verder omhoog. Haar ogen waren net te zien in de duisternis van de kap. Ze waren zo blauw als de diepste zee. Lillith deed haar mantel iets open zodat er een ketting te zien was. De ketting had een blauwe edelsteen omcirkeld met sierlijk zilver. Een witte jurk was te zien.
‘’Mijn naam is Lillith Orcalum, gestuurd uit de eerste wereld, gemaakt door het stof. Gestuurd om de wereld in evenwicht te brengen en de zwarte dame voor eens en altijd uit te schakelen, dus vertel mij eens. Hoe dachten jullie de Nigris te verslaan als haar krachten groeien. ‘’ Zei Lillith. Achter hen weerklonk het geluid van slaande vleugels. Een mysterieus wezen kwam achter heen. Zijn vleugels bleven omhoog staan en Lillith en het Mysterieuze wezen sloten ze eigenlijk in. Het wezen zag er vriendelijk uit maar schijn kon bedriegen.
‘’Vechten heeft geen zin als je geen idee heb tegen wie je eigenlijk vecht..’’ Zei Lillith haar ogen straalde en ze deed haar hoofd weer iets naar beneden zodat alleen haar lippen te zien waren.
''Jullie weten niets over de Nigris Clan, jullie weten niet eens wie zich daar boven bevinden. Lady Lavinia is nog niet aangekomen in Domus en dat is maar goed ook, de zwarte dame heeft bezit van haar genomen en niets zal rusten voordat ze haar doel heeft bereikt. De Animas van de Nigris vechten voor één ding en dat is het Lavinia boek. Een boek dat jullie van hen hebben afgenomen. Een dierbaar bezit zeker voor de zwarte dame. Haar woorden staan in het boek. Jullie hebben de slapende honden wakker gemaakt door het boek te vinden en te houden.'' Zei Lillith haar woorden waren hard en kill.