Aaliyah snoof de stank op. Gadverdamme, de geur kwam van haar. Klaarblijkelijk had de persoon waartegen ze opgelopen was een fles ongelooflijk stinkend spul in z’n handen gehad, en dat zat nu op haar. Ze wierp een blik op Afraima, en moest moeite doen om niet in lachen uit te barsten. Afraima’s kop stond op onweer, en je hoefde geen genie te zijn om ze zien dat ze dit niet heel erg grappig vond. Aaliyah moest glimlachen. ''Ik denk dat ik mijn excuses aan moet bieden, dat was Stinkende Gouwe Sap, en zoals de naam al zegt, stinkt het ontzettend'' Ze de man tegen wie ze opgelopen was. “Het maakt niet uit. het is mijn eigen schuld.” Zei ze, met nog een woedende blik op Afraima. Ze vond het nog steeds de schuld van de wolf.
Afraima Hapte geschokt naar lucht. Dat had ze beter niet kunnen doen. Een ondragelijke stank drong haar neus binnen. Ze ontving een vernietigende blik van Aaliyah, en keek woedend terug. Het was toch niet haar schuld dat ze tegen hem was opgelopen? Om het allemaal nog erger te maken, kwam er ook nog mini wezen op haar aflopen, en die lachte haar uit. ''Ik denk dat je nu veel madeliefjes nodig hebt om de stank te verbloemen, snap je ''verbloemen''' Afraima keek chagrijnig naar het beest. “Niet grappig.” Deelde ze mee. Ze gromde zacht
Lang hoefde Aaliyah niet met het stinkende spul op zich te zitten, want er kwam nog een maan aan gelopen, en die man toverde het goedje van haar en Afraima af. Hij gooide het goedje op hun, wat Aaliyah dan weer een beetje overdreven vond. “Gaat het?” vroeg hij haar. voor ze kon antwoorden ging de andere man, degene die het spul door haar schuld over haar en Afraima heen had gegooid, in de verdediging. . ''Ja, als je dit ruikt dan krimp je in elkaar van de stank, en aan uw gezicht te zien'' Hij duwde een bloemetje onder de neus van de andere man. ''Kijk meneer, dit kleine gele bloempje, de stinkende gouwe, de oorzaak van al deze stank. Ongelofelijk hé, dat zoiets kleins zo kan stinken'' Toen borg hij het bloemetje op in zijn tas die hij iets daarvoor van de grond had geraapt.
De man richtte zich tot haar. ''Het spijt me mevrouw, het is hier ook zo druk, geen moment om met een fles stinkende gouwe rond te lopen, wees blij dat het geen stinkend zuur was, want dan was u nu een hoopje botten geweest. En het voordeel van deze stinkende behandeling is de medicinale werking. Ja, geloof het of niet maar het werkt uitstekend tegen wonden en zweren. Het helpt zelfs bij het tegengaan van littekens, puistjes en mee-eters. Dus uw Anima zal gezegend zijn met een mooie uit, en een glimmende vacht.'' Dat wist ze al, maar ze glimlachte toch naar de man als bedankje. “Zeg maar Aaliyah hoor!” Zei ze met een glimlach. Toen richtte ze zich tot de andere man. “Zoals u misschien al wel hebt gehoord, in het geheel aan mij te wijten dat ik en mijn Anima onder dat stinkspul zaten. Dus als u misschien zo vriendelijk zou willen zijn uw hocus pocus op hem te gebruiken?” Zei ze met een poeslief stemmetje. Ze vond het niet erg eerlijk dat de man nu onder het spul zat, en zij niet. Ze wist niet eens hoe de twee mannen heetten. “Zouden jullie ook zo vriendelijk willen zijn om mij jullie namen te vertellen? Anders praat dat nogal vervelend vinden jullie niet?”