Duwan grijnsde toen de man met het ruige uiterlijk hem niet herkende als
een vijand. Hij was dan ook erg verandert sinds hun laatste
ontmoeting.* Hij merkte ook op dat de oude bekende, Catharina naast hem stond. Zonder witte hengst, en daar was Duwan blijf om, net zo blij als Esau, die hem op de voet had gevolgd en nu naast hem kwam staan.
'Goed dan, almachtige leider van het Magistratium. Mijn wapens zijn mijn broer en mijn zuster. Ze beschermen mij en ik verzorg hen. Dat is wat familie doet.' Duwan boog diep, en stak in de beweging zijn zwaard terug in de schede aan zijn zij. Hij keek, met nog steeds een brede grijns op zijn gezicht, naar het tweetal, en opende zijn mond om te spreken.
Toen vielen er een paar wolkjes stof als bij toverslag uit de hemel, en de harde wind blies ze zijn kant op. Zijn ogen werden groter en zo snel als een bliksemschicht haalde hij een vreemd uitziend instrument uit zijn reistas. Hij hield het uitgestoken, en haalde een trekker over. Het apparaat klikte, en het stof verzamelde zich onderin het apparaat, waar een glazen buisje was bevestigd. Al snel was het buisje vol, en het stof weg. Duwan tevreden, klant tevreden.
'Geen sprake van. Niet meer. Nu ik dit heb is het Stof niet belangrijk meer voor mij. Ik help zelfs graag het op te sluiten in de Andere Wereld waar jullie over spraken. Esau's oren zijn scherp.' Duwan klopte de lynx, die naast hem op de grond zat, op zijn kop, en de kat spinde, alsof hij moest lachen.
'Geen vrees. Ik denk niet dat dit een probleem hoeft te worden.' Duwan kwam op de twee afgelopen, snel, als een antilope door het gras, en hij stond een paar passen van hun vandaan toen hij stilhield. Hij voelde, zo dicht bij de leider van de Magistraten, een neiging opwellen om zijn zwaard in de hand te houden, maar weigerde hieraan toe te geven. Zijn uiterlijk had hem verborgen gehouden, en dat wilde hij zo houden.
'Tempus en Catharina. Duwan de Witte staat tot jullie dienst. En ik denk dat jullie die kunnen gebruiken, want die mensen daar, zien er niet tevreden uit.' Hij wees kalm, met een flauw glimlachje, alsof hij spotte met hen, naar een groep mensen die met elkaar op de vuist waren gegaan begeleid door luid gejoel.
'Het Stof schijnt belangrijk te zijn voor mensen.. Mij is slechts verteld dat ik het moest halen, en dan wel een specifiek stukje stof. Een deel van een Onsterfelijke. Ooit van gehoord, O grote leider der Magistraten..?'
Duwan keek met toegeknepen ogen naar Tempus, en haalde toen een boog tevoorschijn, geladen met scherpe pijl, versierd met gekleurde veren. Hij spande de boog, en schoot een pijl af op het groepje mensen dat om het stof vocht. Hij keek goed, en zag dat de pijl op tien centimeter afstand voor zijn doelwit neerkwam. Hij wilde niemand raken, slechts waarschuwen, en de pijl was toch verbogen geweest.
'Dat zou ze moeten waarschuwen, denk je niet?'
*Mijn karakter is een gezochte door het Magsitratium vanwege misdaden jegens de Algemene Orde (ofzo..? Verwerk er zelf wat in als je het leuk vindt, mij best!
) en daarom kende hij Tempus al: Het witte haar en de tatoeages heeft hij echter pas later gekregen om onbekende redenen, dus is Duwan nu bijna onherkenbaar, snapz?