Seraphine zat op de trappen van de kerk van Sarania en keek naar de gebruikelijke drukte in het centrum. Het was ongeveer een week geleden dat ze ontslag had genomen bij haar laatste baas. Wel had ze eerst natuurlijk geld gestolen en enkele juwelen en alles zo geregeld dat de schuld gestoken werd op de minnaar van zijn vrouw. Natuurlijk had hij niet eens geweten dat zijn vrouw een minnaar had en toen alles uitkwam was het natuurlijk een en al drama. Seraphine had er van genoten, was nog een tijdje bij de familie gebleven, want plots verdwijnen was verdacht, en had toen ontslag genomen omdat ze voor een ziek familielid of zoiets moest zorgen, ze wist niet precies meer welke reden ze had gegeven.
De rest van de week had ze gereisd samen met Charon en een korte, deugddoende vakantie genomen, maar uiteindelijk moest ze toch wel terug op zoek naar een nieuwe job en daar was Sarania de perfecte plek voor. Ze ondersteunde haar kin met haar hand terwijl ze haar blik door de menigte liet glijden, op zoek naar een geschikt slachtoffer, maar leek niet echt iemand te vinden die haar aanstond.
Plots kneep ze haar ogen samen. Ze was niet helemaal zeker, maar van ver leek een man die op een van de vele terrasjes wel erg op Lord Athios, of toch de beschrijving die ze anderen ooit had horen geven. Ook het feit dat zijn anima een stier was klopte perfect met het plaatje dat ze van hem hadden gegeven. Haar ogen glinsterden, als ze bij hem in vertrouwen kon komen, dat zou prachtig zijn, al zou ze dit wel erg voorzichtig en doordacht moeten aanpakken. Lord Athios was nu eenmaal iemand die je niet zomaar om de tuin kon leiden. Ze had wel iets in gedachten, hopelijk was hij echt zo heldhaftig en dapper als iedereen altijd zei en zou hij een meisje in nood willen redden.
Ze stond op en wandelde met een angstige blik naar het café waar hij zat. Toen ze voorbij liep keek ze verbaasd, alsof ze hem nu pas voor het eerst zag.
"U bent Lord Athios toch" zei ze geschrokken.
"Help me alsjeblieft, daarbinnen is iemand en als ik hem vertel dat ik het geld niet heb zal hij me..." ze keek angstig naar binnen, naar een willekeurige man die alleen in het café zat. Het leek alsof deze man op iemand wachtte dus dat kwam goed uit. Nog even keek ze hem wanhopig aan en ging toen naar binnen. Ze ging tegenover de man zitten waar ze eerder naar gekeken had. Hij was groot sterk en leek niet al te slim. Hij keek haar verbaasd aan, maar voor hij iets kon zeggen stak ze haar hand op en keek hem doordringend aan. Zijn geest binnendringen was niet zo moeilijk ze had ook net een weekje gerust dus ze was in topvorm.
"Ik ben u geld verschuldigd en u bent daar niet blij mee, integendeel u bent zo kwaad dat u me nu mee naar buiten neemt, naar een afgelegen plek waar niemand ons stoort wanneer u me in elkaar slaagt." Het was een gewaagde zet, zeker omdat het helemaal niet zeker was of iemand van de rang van Lord Athios haar te hulp zou komen. De man knipperde even met zijn ogen en keek haar toen furieus aan. "We gaan naar buiten, jij volgt en als je ook maar probeert te vluchten" Seraphine knikte snel, als je het spelletje meespeelde werkte de hypnose beter. Ze stonden op en verlieten het café. Ze keek nog snel naar Lord Athios en vormde met haar mond de woord
"help me" waarna ze de menigte ingingen naar een minder druk deel van de stad.