1 Een nieuwe klant.. wo aug 01, 2012 7:07 pm
Myrwhiënne
Ik ben een Burger
Buiten was het nog grijs in de zonsopgang en de dauw lag als een deken op het gras. Haar voeten waren meteen doorweekt maar Myr vond dat alleen maar een lekkere afwisseling van koud en warm. Ze keek snel om zich heen en liep toen naar de andere kant van het huisje waar ze naar haar planten keek. Water kregen ze van de regen en warmte van de soms komende zon, de planten die meer zin nodig hadden hield ze binnen, maar onkruid haalde Myr zelf weg. Dit keer was er niet zo veel en ze was er snel klaar mee. Haar nieuwe zaadjes waren uitgesprongen en Myr regelde eventjes dat een plant die vervaarlijk boven een nieuweling hing de andere kant op zou groeien. Er waren een stuk of drie die klaar leken te zijn. Haar munt, monnikskap en aloë vera nam ze mee naar binnen waar ze zorgvuldig scheidde van de niet-werkende stukken en in een bakje legde. Aloë vera was haar meest gebruikte kruid. Haar munt gebruikte ze gewoon om thee mee te trekken of een lekkerder luchtje te geven aan iets wat anders heel smerig rook. Ze hing haar mantel aan de kapstok die ze naast de deur had opgehangen en deed ze deur geheel open. Buiten was de zon nu al hoger gestegen en Myrwhiënne kon nu duidelijk de verschillende kleuren onderscheiden, het groen van de bomen en het gras en dan het grauwe blauw.. Een dag als geen ander, ze leek wel regenwolken aan te zien komen. Snel zette ze haar bordje buiten waarmee ze aangaf dat dit een winkeltje met medicijnen was en ging daarna naar binnen. Ze pakte een grote ketel, vulde die met water en zette die toen boven het hout. Voorzichtig zette het hout in brand. Vuur was nooit iets geweest waar ze van hield, sinds haar moeders dood. Maar ze moest het gebruiken, dus ze was snel over haar fobie heen gegroeid. Alsnog vond ze het nog steeds naar en ze gebruikte het alleen maar voor haar kruiden en het water. Gekookt water was een superieur ingrediënt, iets wat elke wond schoon moest maken en van bacteriën moest beschermen. Myr liep naar de rechterkant van de kamer en haalde een groot spandoek van de muur weg. Daarachter stond een ingebouwde kast gevuld met al haar stenen. Onyx, tijgeroog, rozenkwarts, barnsteen en veel meer. Myr was zelf niet zeker of de stenen daadwerkelijk werkten, soms kreeg ze positieve en soms kreeg ze negatieve opmerkingen er van binnen, maar als een soort extra voor haar zalfjes of dergelijke beveelt ze de stenen af en toe aan. Persoonlijk draagt ze altijd een ruwe onyx bij zich, gewoon om ze gecharmeerd is door het donkere en zwarte omhulsel. Daarna liep ze snel haar slaapkamer binnen om haar handen te wassen voordat ze terug aan het werk met de planten ging. Ze zag de zon steeds meer opkomen, ook al was hij meestal beschermd door de wolken. Het begon te plenzen buiten en Myr grinnikte toen ze dacht aan alle mensen die buiten liepen in de regen. Vooral de mensen die in de regen moesten werken.. Haar ogen gleden naar de linkerkant van haar houten tafel, die gebruikte als mensen haar vragen wilde stellen en als plek waar ze betalingen aan nam, waar ze nog een doekje was vergeten. Juist, haar giftige spulletjes. Myr grijnsde weer en haalde ook die doek weg. Er stonden maar een paar kleine flesjes, en voor een hele hoge prijs, maar ze werkten uitstekend. Er waren mensen die af en toe kwamen en stiekem gif wilde kopen, zwaar gif of niet. Sommige waren tegen ongedierte, maar Myr had er ook een paar die een hele groep mensen konden ombrengen. Haar gif, dat was een andere.. Meestal gebruikte ze haar planten en kruiden met de juiste combinatie maar de echt sterke drankjes, daarvoor ging ze eens per maan naar op zoek. Met Zira was ze dan op jacht naar giftige slangen en schorpioenen die ze thuis dan opensneed en het gif uit wist te halen. Deze kunst had ze van haar vader geleerd voordat hij als eerste het loodje legde van haar twee ouders. Het was gevaarlijk maar het gaf een soort voldoening als ze er eindelijk weer een had gevangen.
In het uiteinde van haarbewustzijn voelde ze Zira langzaam wakker worden en voordat ze het zelf wist stond de grote poema al naast haar. Zira keek eens goed rond of alles wel goed was in haar ogen en gaf toen Myr een goedemorgen-kopje tegen haar been. Zira ging naar haar gebruikelijke plek, namelijk naast de deur buiten het huisje. Zira lag er als een soort waarschuwing dat als je niet zeker was dat je naar binnen ging, dat je er dan ook niet in moest komen. Ook tegen mensen die de bedoeling hadden om iets waardevols te stelen kregen de waarschuwing dat ze er dan niet levend meer uit kwamen. Daar in tegen was Zira niet onvriendelijk tegen de klanten die naar binnen liepen, maar ook niet bepaald uitnodigend. Kinderen moesten haar niet willen aaien, dan kregen ze een bedreigende grom, maar kinderen hadden hier ook niet veel te zoeken. Meestal lag Zira alleen maar buiten, maar ze bleef altijd kijken. Als Myr haar waarschuwde stond Zira meteen klaar, als was dat gelukkig maar een keer nodig geweest. Myr kon zich een leven zonder Zira niet voorstellen, ze waren beste maatjes en deelden alles met elkaar. De vriendin die ze wilde maar niet tussen de mensen had. Myr was eens geliefd geweest als kindje maar haar nare karakter had daar, volgens haarzelf gelukkig, snel een draai aan gegeven. Vroeger kon ze zomaar iemand op de vuist zijn gegaan, maar nu was ze wijzer geweest en oude bekenden kwamen wel eens haar winkeltje binnen voor dit of dat.
Myrwhiënne ging eens aan de slag. De planten legde ze achter zich op een plank en ze haalde haar dolk eens tevoorschijn. Als ze de monnikskap in een drankje deed zou het giftig zijn, maar met een zalf werkte het pijnstillend. Ze haalde ze werkende delen eraf en begon het fijn te snijden met haar dolk, die eerst in een riem om haar heen had gehangen. Terwijl ze daarmee bezig was merkte ze opeens een aankondiging van Zira en kort daarna hoorde ze zelf iemand binnenkomen. Ze draaide zich niet gelijk om maar hield haar blik gericht naar haar monnikskap terwijl ze sprak. “Goedemorgen. Als u me een klein minuutje geeft..” ze veegde de fijngesneden deeltjes in haar stenen kom en draaide zich toen pas om. Haar handen klopte ze af aan haar jurk en keek toen glimlachend naar de klant. “Waarmee kan ik u van dienst zijn?”
-Alleen Kristoffel, wanneer die terug is van vakantie