MEN, wat was het hier druk. Het leek drukker dan in de binnenstraten van Domus.
De mensen konden haast niet bewegen in de drukte. Je moest duwen om erdoor te komen.
Toch wist Lupus dat hij hier moest wezen om te vinden wat hij zocht. Diadorah.
Hij hoorde dat ze nu hier zou zitten.
Lupus werd afgeleid van een vrouw die zich, afgezien van alle anderen, soepel bewoog door de menigte. Op de een af andere bizarre manier werd hij aangetrokken door de vrouw. Toen ze door had dat hij steeds naar haar keek, wierp ze een emotieloze blik toe, ''is er iets'', vroeg de vrouw koel.
Lupus trok een vermakelijke glimlach en ging dichterbij staan, alsof hij door de mensen daar werd gedreven.
''Vertel eens, wat doet zo'n jongedame tussen deze stinkzwammen van mensen''
Lupus maakte een wapperend gebaar met zijn hand bij zijn neus om de stank hier uit te beelden. En het was ook echt een stank. De geur van bedorven voedsel en zweet. Heel heel heel veel zweet.
Gelukkig had hij daar nooit last van.
Lupus keek geamuseerd rond. Wachtend op een antwoord van de vrouw, met het spottende gezicht.