Die geur van wortels en rotte bladeren rook verrukkelijk. Hier kon ze heerlijk ontspannen. Normaal had ze een gruwelijke hekel aan Rainbow Lake, vanwege die afgrijselijke kleuren. Dit moeras was dat ding wat dit gebied mooi maakte, schitterend.
Het nadeel was dat je hier niet fatsoenlijk kon lopen, omdat je telkens wegzakte in het slijk. Gelukkig was het moeras niet tegen ijs bestand. Diadorah maakte ijsschotsen in het modder en sprong van schots naar schots. Even deed het haar denken aan een spelletje die ze vroeger met haar moeder deed, maar ze wuifde het weg. Haar aandacht werd getrokken door een gestalte, nee, twee gestalten.
Die zou ze eens vriendelijk gaan begroeten.
Met hele stille passen sloop ze richting de schaduwen, tot ze slechts een paar meter achter ze stond. Diadorah hoorde kauwgeluiden en het geknap van een beet in een appel.
''
Goedemiddag'', zei Diadorah poeslief. Ze toverde haar gemaakte glimlach op haar gezicht. ''
Geniet u ook van deze geweldige plek'', zei ze terwijl ze hurkte en op het stukje mos ging zitten. Ze veegde wat zand van haar jurk. Toen hield ze haar hoofd schuin. ''
Of ben je verdwaald, lief''