De reis zat erop. Elina en Athios waren aangekomen bij Lojeng. Een uitnodiging van een vriend van Athios. Elina moest voorgesteld worden. Het deed haar goed dat mensen haar wilde kennen. Ondanks dat Athios en zij niet getrouwd waren, hoorden ze wel bij elkaar. Mensen accepteerden het zelfs, wat bijzonder was in deze tijd. Haar zwangerschap had meer problemen meegebracht. Samen wonen en niet getrouwd, vooruit, maar nu zelfs zwanger?! Eerst had Elina maar al te graag willen trouwen, maar ze besefte dat je niet getrouwd hoeft te zijn om gebonden te zijn. Dat betekent niet dat Elina niet wilde trouwen.
Zelfvertrouwen had Elina de laatste tijd steeds meer gekregen. Groter geworden, zo voelde het. Ze kon meer hebben, ze voelde zich een echte vrow. Toen ze dit dacht, moest Elina om zichzelf lachen. Een echte vrouw, wat een onzin. Vol goede moed was ze op weg gegaan. Afwachtend, hopend op nieuwe vriendschappen. Elina hoopte maar dat ze vandaag niet zo veel last van stemmingswisselingen had. Dat maakte het voor niemand beter.
Toen ze bij het huis aankwamen, stond de deur op een kier. Wind streek langs haar gezicht en zorgde ervoor dat haar lange haren en haar lange witte jurk wapperden. De deur ging iets verder open. Een gevoel in haar bezorgde haar kippenvel op deze warme dag. Een waarschuwing, ze moesten waakzaam zijn. '
Iets is hier niet pluis, laten we even binnen kijken.' Elina had dit vermoeden ook. Ze pakte Athios hand vast. Bewust, maar toch enigszins terughoudend, liep Elina naar de deur.
Binnen werden ze overvallen door een stinkende geur. Met afgunst keek Elina naar de ruimte waar het vandaan kwam. Athios liep er naar toe. Elina bekeek het hele tafereel van een afstand. Ze zag hoe Athios de vrouw die daar zat aanraakte. Hij voelde bij haar pols. Elina wist genoeg.
Haar aandacht werd getrokken door een enorm schilderij dat scheef hing aan de muur. Het zag er duur uit. Op het schilderij stonden verschillende figuren. Waar ze voor stonden, wist Elina niet. Haar gedachtegang werd onderbroken door Athios.
'We moeten Hu Sjeng achterna, hij is bij de Gouden Brug en loopt waarschijnlijk in een val.'