Oblivios was al enige dagen in Garahan om de zaken daar eens goed in de gaten te houden, keizer Marahim van Ratharym was namelijk een kundig maar ook agressief leider. Het was dan ook Oblivios' taak geweest polshoogte te nemen in Garahan. Normaal zou een Dextera van de Caelos niet zomaar polshoogte nemen in de hoofdstad van een ander land zonder dat er een dreiging voor de Caelos was, maar Oblivios was niet zomaar een Dextera. Hij was namelijk altijd al goede vrienden met Tempus en Lord Athios van het Magisterium. Hij deed hen dan ook maar al te graag deze gunst, nu Lord Athios in Sarania polshoogte aan het nemen was en Tempus vermoedelijk ergens anders dit ook deed. Maar zijn verantwoordelijkheden als Dextera gingen ook door, en hij had dus zijn Domina een uiltje gestuurd met het verzoek of ze ook Garahan aan wou doen. Ze zouden elkaar dan ontmoeten in herberg De Gouden Zwaan. Een simpele kleine herberg waar ze prima zouden kunnen overleggen. Er was ook nog een andere herberg in Garahan, de Steigerende Pony, maar Oblivios wist dat men daar niet al te vriendelijk was en snel ruzie zocht.
Met Ramess op zijn schouder liep hij De Gouden Zwaan binnen. Hij bestelde een dampende kop koffie en ging aan een tafeltje achterin de herberg, dichtbij de open haard zitten en pakte een boek erbij, getiteld:
De kronieken van Ratharym. Een boek dat de geschiedenis van Ratharym vertelde. Terwijl hij zijn gedachten liet meevoeren in het boek, hoorde hij iemand binnenkomen. Hij legde zijn boek weg, maar keek nog niet om. Hij kon namelijk al horen dat het Catharina was.
‘Het is goed je weer te zien Oblivios.’[/font] zei een stem.
Oblivios draaide zich om en er verscheen een glimlach op zijn gezicht bij het zien van de Domina.
"Ook goed om jou weer te zien Cath." zei hij gemoedelijk terwijl hij opstond en haar een vriendschappelijke knuffel gaf. Ook Ramess kraaide vrolijk.
"Dat is lang geleden!" kraaide hij.
Daarna gebaarde hij de Domina en tevens zijn goede vriendin te gaan zitten.
"We hebben het een en ander bij te praten geloof ik, waar zullen we beginnen?" zei hij met een grijns.