Diadorah, de vrouw die ze eigenlijk niet zo mocht. Een vrouw die ze tijdens de firetree had verwond. Haar clan en die van Diadorah botste nou eenmaal, maakte niet uit wat het karakter van de persoon was. Vaak zei de clan al genoeg over het karakter.
"Waar is uw man. Lord Athios. Al lang niet meer gezien zeg, hoe verwonderlijk”. Diadorah kwam nog iets dichterbij.
"Of is er iets waar ik niets van af weet, Lief" Dit was nou typisch Diadorah. Iets vragen uit beleefdheid, zogenaamd, maar waar je een spottende toon doorheen hoorde. Alsof Diadorah maar al te graag had dat Athios haar in de steek had gelaten. Dat het maar beter was als een vrouw zoals Elina alleen was. Toen ze wilde antwoorde, kwam er weer iemand bij om te schuilen. Of ze stoorde, nee dat niet. Alleen kwam ze ook niet echt in een al te fijn gesprek terecht. Elina antwoorde op Diadorahs opmerking:
“Je hebt niets gemist. Je kunt een relatie hebben, zonder dat je 24/7 bij elkaar bent.”De blik die Diadorah naar de nieuwe vrouw had geworpen, kon niemand ontgaan. Geïrriteerd, geërgerd, alsof zij niet welkom was om te schuilen. Alsof zij daar iets over te zeggen had. Die vraag dan daarna:
"Liefje, gaat het wel goed met je.” Vreselijk dat slijmerige gedoe. Dit weer had haar in een slecht humeur gebracht. Diadorah die er bij kwam, zorgde ervoor dat het erger werd. Daarna keek ze naar haar buik. Echt dik was Elina nog niet, maar zichtbaar was het zeker! Elina zag een waas voor Diadorahs ogen komen. Een gevoel van verdriet en jalousie, zichtbaar op het gezicht van Diadorah. Het masker was gebroken, stuk. Gevoelens kwamen naar boven. Helaas herstelde Diadorah zich snel. Niet dat Elina wilde dat ze van haar stuk werd gebracht, maar het maakte haar menselijker. Alsof ze meer goede eigenschappen had in haar karakter. Dit was slecht, zo mocht ze niet denken. Elina probeerde weer normaal te doen tegen Diadorah, maar dat was wel een erg grote vraag van zichzelf.
“Ik ben bij Lady Catharina geweest en ik wilde naar huis gaan. Het plensde alleen zo hard, dat ik maar even ging schuilen.” Het was een stuk lopen geweest. Elina voelde zich ongemakkelijk en dat straalde ze uit. Ze kon wel huilen op dit moment. Zo emotioneel dat zij was, dat waren er maar weinig. Waarom ze dat had, geen idee. Het stond haar vaak eerder in de weg, dan dat het haar hielp. Hoelang zou ze hier nog blijven zitten, in deze stortregen?