Alisha stond ongemakkelijk voor haar vader en moeder, en de rest van de Kogra familie. Ze had besloten dat ze weg wou van het huis waar ze haar hele leven had gewoont, en op eigen houtje de wijde wereld in te gaan. Ze hoopte dat dit haar kon helpen beter om te gaan met haar emoties en ze beter te kunnen uiten. Ze schoof ongemakkelijk met de punt van haar schoen over de vloer. Naast haar stond Elvera, een shinigami die ze pas had opgeroepen. Ze had één of andere vage spreuk in een boek gelezen, waarvan ze niet goed wist waar die voor was, er stond namelijk nogal een onduidelijke uitleg onder. Ze had de spreuk geprobeerd, ook al wist ze dat je dat nooit moest doen, en poef, daar was Elvera, die haar nu zachtjes in haar arm kneep, als teken dat ze nu echt iets tegen haar ouders moest zeggen. Schoorvoetend liep ze naar haar vader toe, die haar vol haat aankeek. Hij had het niet leuk gevonden toen ze had gezegd dat ze het huis uit zou gaan. Terughoudend sloeg ze haar armen om haar vaders nek heen. Langzaam liet ze weer los, en keek haar vader recht in de ogen aan. Wat ze daar in zag gaf haar een schuldgevoel. Tranen verzamelden zich in haar en haar vaders ooghoeken. Ze knipperde snel de tranen weg, en deed toen een stap naar haar moeder toe. Die had niet erg veel probleem gehad met Alisha’s afscheid. Onverschillig stond ze nu voor haar dochter. Alisha plantte een kus op haar moeders wang, en nam weer wat afstand.
Ze draaide zich om een begon te lopen, iets wat ze nu al een dag lang deed. Ze had inmiddels de Highlands bereikt, en wierp nog een blik achterom naar haar ouderlijk huis, wat ze om de 5 minuten deed. Naast haar hoorde ze Elvera een zucht slaken. “Dat huis kun je al vijf uur lang niet meer zien, waarom blijf je nog achterom kijken?” Ze wist het zelf eigenlijk ook niet, dus gaf ze maar geen antwoord. In de verte zag ze vier bomen staan.
Langzaam maar zeker kwam ze steeds dichterbij de bomen, en zag dat ze toch wel erg kleine en menselijk waren voor bomen. Ze zag twee jongens en twee meisjes. Snel liep ze naar hun toe. Het mocht dan niet zo lijken, maar Alisha was graag in het gezelschap van meerdere mensen. Kennelijk dacht Elvera er net zo over, want ze ging sneller lopen en binnen een mum van tijd stond ze naast het kleine jongetje. Alisha kwam er nog wat achteraan dartelen, wat er volgens haar echt belachelijk uit moest zien.
“Hoi!” Zei Elvera zelfverzekerd.
“Ik ben Elvera, en jullie?” Ja, dat was typisch Elvera, gelijk met de deur in huis.
“Ik ben Alisha.” Zei Alisha er nog snel achteraan.