De vruchtbare aarde zakte licht in onder het gewicht van zijn lichaam, maar de stevige wind die hen begeleidde zorgde dat er geen sporen werden achtergelaten. Soepel wandelde hij door het bos, met de vrouw aan zijn zijde. Voor hun was het woud nog stil, de bladeren bewogen niet en alles zag er vredig uit. Maar met hun kwam de wind, een ijzige, scherpe wind. Een bordeauxrode cape klapperde in de wind, maar de draagster hoefde hem slechts met één hand vast te houden zodat hij niet wegwaaide. Haar capuchon was over haar ogen getrokken zodat je haar gezicht niet kon zien. Zo nu en dan zag je de volle lippen en de kin van de vrouw, maar dat was maar een seconde zichtbaar.
In de verte stond een gigantische menigte die allemaal naar een groepje in het midden keken. Een grijns verscheen op zijn gezicht terwijl hij naar de groep liep. De draagster van de cape hielt halt en bekeek iedereen van een afstandje op het hoger gelegen stuk van het bos. Hij liep verder tot hij bij de rand van de menigte kwam. Een kleine jongen merkte hem al op, maar hij negeerde het. Met een machtige brul sperde hij zijn muil open zodat iedereen zijn gevaarlijk scherpe tanden kon zien. De eerste mensen weken al uit elkaar toen hij in hun richting liep en langzamerhand werd er een pad gecreëerd. Met stevige en toch soepele passen liep hij naar het bruidspaar. Hij keek beiden met een haast cynische uitdrukking aan. Met zijn gave voelde hij de angst van de mensen om hem heen. Niet iedereen was bang, er waren ook een aantal Nigris bij. Maar hij had ze weten te verrassen, dus hij was al halverwege voordat iedereen kon reageren. Daar stopte hij plotseling. Bewegingloos, maar met een geconcentreerde blik richting het bruidspaar, bijna alsof hij een prooi bekeek.
Toen verscheen de vrouw met de rode cape ten tonele. Terwijl ieders blik nog op de tijger was gericht bestudeerde zij de menigte. Zoveel geheimen. Ze kon ze allemaal ontrafelen en ze genoot van de kennis die het haar schonk. Haar mondhoek krulde licht op toen ze de belangrijkste gasten af ging. Slechts een vrouw, zwart haar en overduidelijk de bruid, was moeilijker te lezen. Ze stond nauw met de oude geesten die haar beschermden. Een windvlaag deed iedereen opschrikken en naar haar kijken. Nu ze ieders aandacht had begon ze te lopen. Met een simpele beweging van haar hand deed ze de cape af zodat haar gezicht en de rest van haar lichaam helemaal te zien waren. Haar jurk wapperde in de wind die ze had gecreëerd. Het was een simpele jurk van allemaal doorschijnende lappen grijze stof die door op elkaar te zijn genaaid over haar lichaam een ondoorzichtig geheel vormden. Er zaten geen mouwen of bandjes om haar schouders, slechts een koord aan de bovenkant dat amper zichtbaar was. Haar stappen waren zo mogelijk nog gracieuzer dan die van haar anima en met een vlot tempo liep ze naar de tijger toe. Toen ze naast hem stond liep hij met haar mee richting het bruidspaar. Al die tijd had ze geen woord gezegd, maar het was niet stil op de plek. Naast het ruisen van de wind kwam er uit de menigte een hoop geroezemoes. De opgekrulde mondhoek verwijdde zich nog een beetje terwijl ze wat mensen hoorde praten.
Ongeveer twee meter voor het bruidspaar stonden ze stil. Vanuit het niets haalde de vrouw een zwart fluwelen doosje tevoorschijn. ‘
Catharina,’ sprak ze met haar hese stem. ‘
Ik zou u graag mijn cadeau willen geven.’ Het doosje klikte open en liet een zilveren ketting zien die rijkelijk bewerkt was met robijnen. De stenen waren zo groot dat ze zonder de ketting al een fortuin opleverden, maar het zilveren koord maakte het compleet. ‘
Deze-,’ een cynische lach verscheen rond haar volle lippen, ‘
omstandigheden leken mij het perfecte moment.’ Ze loog dat ze barstte, het was altijd al haar plan om midden in de ceremonie binnen te vallen, maar het geruzie had een nog beter moment geschapen. ‘
Mijn welgemeende felicitaties.’ Nu keek ze ook de rest aan terwijl ze ervoor zorgde dat ze met elk belangrijk persoon oogcontact maakte. De ketting hield ze dichtbij zich zodat de bruid of iemand anders naar haar toe zou moeten komen en niet andersom. De tijger was inmiddels naast haar gaan zitten en had een rustig gelaat. ‘
Waar ging de ruzie nou om?’ fluisterde ze, zodat alleen de mensen die dicht bij haar stonden haar konden horen. Even deed ze alsof ze diep nadacht. ‘
Oja, de waarheid. Toch?’ Een grijns verscheen op haar gezicht. Ze wendde haar gezicht en wees naar de tijger. ‘
Mag ik u voorstellen: Asrael, mijn Anima en mijzelf Victoria Agilae.’ Haar ogen waren nu alleen op de bruid gericht en de grijns stond nog op haar lippen. Dit kon nog eens leuk worden.
Omdat Roos vond dat Cath nu echt moest trouwen. Alsjeblieft.