Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Ga naar pagina : Vorige  1, 2, 3, 4, 5  Volgende

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Ga naar beneden Bericht [Pagina 3 van 5]

Sam

Sam
Ik ben een Ontdekker
Ontdekker
Sam wist nog steeds niet wat hij moest doen. Plots zag hij iemand bij Catharina.
Toen de vrouw zei dat hij haar lost moest laten kon hij het niet. Hij kon haar gewoon niet los laten. Hij had haar geslagen en daar had hij zo veel spijt van. Telkens weer probeerde Sam het goed te maken. Maar het leek wel als of ze dat niet toe stond. Nou ja de ene keer wel maar da andere keer ok weer niet.
Sam liet toch los. Nu pas merkte hij ook de andere vrouw op. Voor hij het wist stond die vrouw voor hem. Sam zag hoe Tempus's dolk op hem af kwam. Maar de vrouw stopte de dolk. Verbaast keek Sam naar Tempus. Hoe kon hij dit doen. Sam had alles gedaan om Tempus te helpen en toen kreeg hij dit. Met moeite stond Sam op. Hij liep naar Tempus toe. Ondertussen was de vrouw die hem geholpen had al bij Tempus. Eindelijk had Sam hem bereikt. Hij wist niet waarom Tempus het deed maar toch moest hij er iets over zeggen. 'ik weet niet waarom je dat deed. Maar ter wel je allen maar aan je zelf denkt. Licht Catharina wel op sterven.'Riep Sam uit. Hij had geen idee dat Tempus was voor Catharina voelde. En dan nog zou Tempus nu aan Catharina moeten denken en niet allen aan zich zelf. 'Je hebt soms mensen die allen aan hen zelf denken.'Fluisterde Sam hoofd schuddend tegen zich zelf. 'Ga je nog helpen met Catharina of blijf je hier zielig zitten doen.'Vroeg Sam plots kil. Hij had er zon hekel aan als mensen allen maar aan zich zelf dachten. Ze moesten nu Catharina helpen. Het liefst kon Sam Tempus wat aan doen omdat hij hem wat probeerde aan te doen maar hij vergat het nu. Voor even. Zo draa dit achter de rug was zal hij er wat van zeggen.

Elina

Elina
Ik ben een Teacher
Teacher
En ook Elina verscheen. 'Jullie moeten niet boos op elkaar worden, geen ruzie maken. Niet nu. Jullie moeten elkaar helpen. Alleen dan kan Catharina het halen! Tempus zal niet genoeg kracht over hebben, Catharina zal te weinig hebben met alleen zijn kracht. Ook Sam zal niet genoeg kracht hebben.'

Elina keek door het masker van de mannen heen, ze zag de gevoelens van de twee mannen. Ze voelde hoe zij zich voelden. Heftig, ook voelde elina een vaag gevoel. Ze wist dat het van Catharina kwam. Er verschenen tranen in de ogen van Elina.

'Geloof erin dat Catharina het kan redden. Niet alleen zeggen dat je het gelooft, maar ook echt geloven. het kan fout gaan als je het niet honderd procent gelooft. Geloof in elkaar, heb vertrouwen. Dan komt het goed. Al zou je het liefst elkaars hersens inslaan, doe het nu samen als twee goede vrienden, doe het voor haar, doe het!'

Diadorah

Diadorah
Ik ben een Avonturier
Avonturier
De vrouw die ze smeekte hielp haar niet. Ze schold haar alleen uit. Diadorah keek haar aan met een gewelde blik. ''Waarom''
Toen verscheen er een andere vrouw. Iemand wiens gezicht niet helemaal zichtbaar was, maar wie haar misschien kon helpen. Ze kwam tussenbeide tussen de twee mannen Sam en Tempus, maar als ze nu eens voor haar zou kiezen, en haar zou helpen, dan zou het allemaal beter zijn.
Diadorah strompelde naar haar toe, en trok aan haar kleding. ''Alsjeblieft, help. Ik heb nog geen hulp gekregen. Help me alsjeblieft'' Diadorah keek haar met betraande ogen aan. ''Hij heeft het gedaan, mij zomaar doodgestoken'' Diadorah wees met een trillend vingertje op Sam.
''Hij wil me vermoorden, alsjeblieft, help me'' Diadorah keek de vrouw aan met glazen, behuilde ogen, en deed schijnbaar perongeluk haar jurk omhoog zodat de vele dolksteken die Sam haar had toegebracht zichtbaar werden.
Nu maar hopen dat de vrouw haar echt zou helpen, anders was ze nu verloren.

Elina

Elina
Ik ben een Teacher
Teacher
Er kwam een vrouw naar haar toe. 'Alsjeblieft, help. Ik heb nog geen hulp gekregen. Help me alsjeblieft.' Elina zag een traan in haar ogen. 'Hij heeft het gedaan, mij zomaar gestoken.' Ze wees naar Sam. 'Hij wil me vermoorden, alsjeblieft, help me.' De jurk van de vrouw ging iets omhoog. Elina zag de dolksteken die volgens haar Sam had aangebracht.

Hoe kon Sam zoiets doen, dat is toch neits voor Sam, de lieve Sam. Deze vrouw had echt pijn. Elina voelde zich opeens helemaal niet lekker. Hoofdpijn, zomaar ineens, verschenen uit het niets. Dat kan toch niet zomaar komen?! Elina probeerde erachter te komen waar het vandaan kwam. Het bleef neit bij hoofdpijn, ze werd ook een beetje missselijk. Ze begon na te denken. Ze keek naar de vrouw. Wat was dit? Bij Sam en Tempus kon ze hun gevoelens zien en zelf ook voelen. Het masker viel af. Deze vrouw, zij had iets, iets bijzonders. Elina kon niets zien van haar. Een dik boek met een groot slot dat niet zomaar opengaat. Ze moest opassen voor haar, ze heeft bijzondere krachten. Toen Elina zich hiervan bewust werd, zakte alle pijn. Ze moest niet te lang wachten met een antwoord geven, want anders dan zou de vrouw haar door hebben en wat kan ze wel allemaal niet met haar krachten.

De zon scheen door de wolken heen. Elette kwam naar Elina toe. Ze bleef vliegen, landde niet. Dit vond Elina wel raar, normaal doet ze dat altijd. Dan verteld ze over wat ze in de lucht heeft gezien. Wat voor mooie bloemen ze nu weer heeft ontdekt. Of waar er nog meer gewonden liggen. Nee, niets hiervan gebeurde, ze bleef maar vliegen. Elina voelde onrust, paniek kwam omhoog. Een hele sterke negatieve kracht. Het komt van die vrouw vandaan, nu moest Elina echt oppassen.

'Ik weet niet of ik u kan helpen, maar ik zal mijn best doen. Alleen u moet wel in mijn kracht geloven, op mij vertrouwen, want anders gaat het me niet lukken.'Elina keek de vrouw aan, nog steeds zag ze niets. 'Beloof het me.' Ze beloofde het. Elette ging sneller vliegen, rondjes. Alsof ze hulp wilde gaan halen, maar mij niet in de steek durfde te laten. Elina zei in haar hoofd: 'Het komt allemaal goed Elette, ik laat je niet in de steek, laat mij ook niet alleen.'

Elette begreep het, ze werd rustiger, maar landde nog niet. Elina sprak een paar woorden. Een taal die bijna niemand kende, een soort toverspreuk leek het wel. Ze keek de vrouw aan. Haar ogen zouden elke beweging volgen en elke beweging zien. Elina zag haar ogen veranderen, nu voelde ze waarschijnlijk een verandering in haar lichaam. Dit is de perfecte toverspreuk. Eerst voelt ze zich iets beter. Dit moment is zo kort dat ze er niets in kan doen, maar wel zal geloven dat ik haar heb geholpen. Nadat dat moment is geweest, zal de kracht van de toverspreuk pas beginnen. Het begint met hoofdpijn, die alsmaar sterker wordt. Daarna wordt ze misselijk en zal ze overgeven. Beetje bij beetje zou ze wakker raken. Als ze eenmaal zwakker is, zal haar boek open gaan, zal haar masker afvallen en zie ik wie ze echt is. Zolang ze no niet zo zwak is, dreigt er gevaar.

'Je hebt een medicijn in je lichaam, deze zorgt ervoor dat je aansterkt. Je voelt je even beter, daarna krijg je hoofdpijn, die alsmaar erger wordt. Dan word je misselijk en zal je een keer overgeven. Ik kan er niets aan doen, dat hoort erbij, maar daarna zal je zien dat het beter gaat.' De toverspreuk, de vrouw zou niet weten wat Elina heeft gedaan. Ze za niets ondernemen tot en met ze heeft overgegeven. Daarna zal ze doorhebben dat er iets fout is. Vaak is het dan al te laat en is ze heel erg zwak, extreem zwak. Tenzij ze over een sterke kracht beschikt, dan is ze zwak, maar niet extreem. Elina zit alleen met een vraag: 'Wie is die vrouw?'

Oblivios

Oblivios
Ik ben een Admin
Admin
Daar zat Oblivios dan. De dextera van de Caelos, vast in het paleis van Lumos samen met Gonzalo, Cari en Alwin. Hij zuchtte diep. Was de rest hem dan echt vergeten? Er liep een traan over zijn wang, hoe konden ze, ze waren toch zijn vrienden? Alhoewel, de meesten. Gelukkig konden de anderen niet zien dat er ee traan over Oblivios' wang gleed, het was immers te donker, alleen zijn fakkel gaf licht. 'Gonzalo, Alwin, Cari, jullie moeten hier blijven.' zei hij streng en hij dulde geen tegenspraak. 'Ik ga opzoek naar een uitweg in dit door god vergeten oord. En als ik die heb gevonden zorg ik ervoor dat de geestenwereld jullie de weg wijst.' vervolgde hij. Toen liep hij samen met Ramess, die ook wat licht gaf, verder de donkere gangen in. Opeens draaide er een muur om en Oblivios & Ramess was nu afgesloten van de anderen. Hij zuchtte diep en liep weer verder. Maar toen kwam hij bij een plek waar hij zijn ogen niet kon geloven: een plek met allemaal kleurijke waterstralen: een fontein. Hoe kon het hier zo licht zijn? Er moest ergens een uitweg zijn.

Tempus

Tempus
Ik ben een Admin
Admin
Tempus dolk werd optijd afgeremd, en onmiddelijk verging de dolk, tot stof. Zwart stof. Tempus keek verschrikt op. ''Een dolk'', dacht hij. Hij had een dolk willen gooien. Tempus keek op naar de hoogste boom, die zichzelf probeerde te filteren van de laatste stofdeeltjes van de Firetree die in hem zaten. Firetree stofdeeltjes, die geweldig gevaarlijk konden zijn. Tempus moest moeite doen. Elke kleine boosheid of jaloezie kon hem of anderen fataal worden. Want de stof die in de boom zat, zat ook in hem.
Tempus zuchtte en knikte naar de vrouw. In al deze toestand had hij de klap die ze hem gaf nieteens gevoeld.
Hij luisterde aandachtig naar de vrouw, en wou richting Cath lopen. Maar Sam kwam hem aangestormd.
Hij was kil en kwaad, en Tempus begreep dit. Hij was niets anders dan een hoopje ellende, en daar zou hij wat aan doen. Straks wanneer dit alles voorbij was zouden ze nooit meer last van hem hebben.
Tempus stapte dichterbij Sam en gaf hem een vriendschappelijke omhelsing. ''Het spijt me Sam, en je hebt gelijk. We gaan hier wat aan doen. We gaan Cath helpen. Hierna heb je geen last meer van me, dat beloof ik.''
Hij rendde naar Cath en bekeek het arme schepsel van wie hij zoveel hield. Hij legde, zoals gezegd, zijn hand op haar hart en gaf zoveel energie die hij kon afstaan. Toen knikte hij naar Sam en vroeg of hij het over wou nemen. Tempus gaf een klein kusje op het voorhoofd van Cath, en liep weg.
Hij wenkte naar Elina. ''Elina, Elina, ik moet je iets vragen, weet jij waar ik een witte pioenroos kan vinden'' Plots hoorde hij stemmen vanuit het paleis komen. Zonder op een antwoord te wachten trok hij Elina bij haar kledij en sleepte haar mee het paleis in, naar de muur waarachter het geluid weg kwam.
Hij herkende de stem, het was de stem van Oblivios. Tempus schrok op toen hij bedacht dat hij hem helemaal vergeten was.
Hij stuurde zijn Anima Dusty naar de andere kant van het paleis om hem eruit te loodsen.
Toen ging hij weer naar Elina. ''En, kun je die pioenroos vinden, weet je waar hij is''
Tempus stapte zenuwachtig heen en weer, wachtend op het antwoord, en verlangend om weer te kunnen wisselen met Sam.

Firetree: Vernietiging van het Magistrerium. - Pagina 3 2797642614
Dusty snelde de diepe krochten van de boom in. Hoe waren ze daar nu weer beland.
Dusty opende de dikke deuren met zinken sleutels die al krom bogen als je ernaar keek.
Daar zag hij Oblivios in het donker, en in de verte een aantal schimmen.
''Kom Oblivios, hier moet je heen, volg mij''
Dusty wenkte met zijn staart en volgde de frisse lucht die alleen maar vanaf buiten kon komen.

Ondertussen had Tempus zijn plan al helemaal uitgestippeld. Cath redden, de Firetree bestormen en onklaar maken. Daarna.... daarna zou hij zijn belofte aan Sam waarmaken. Wat moest, dat moest gebeuren.

Diadorah

Diadorah
Ik ben een Avonturier
Avonturier
Diadorah keek vredevol op naar de vrouw die haar hielp. Ze huilde van geluk, en trok zich op aan haar. ''Dank je, dank je dat je me helpt''
Diadorah stond op en voelde het duizelen. De vrouw zij dat het zou helpen, maar ze voelde zich niet erg lekker.
''Civilis'', riep ze. ''Civilis, kom terug alsjeblieft.'' Maar via haar gedachten kreeg ze door dat Civilis niets kon. Ze was bekneld. Toen drong het tot haar door dat ze was benept door de vrouw. Diadorah viel achterover en moest overgeven, de wereld sneed aan haar voorbij, en voor dat ze het wist kon ze helemaal niets meer. ''Ik krijg jou nog wel, reken maar. De kracht van de Firetree zal me helpen helen, dat zweer ik'' Diadorah sloot haar ogen en bracht haarzelf in een diepe slaap. Zo diep dat haar hartslag niet meer voelbaar was, en haar ijzige hart de dood leek te weerspiegelen. ''Voor nu, maar niet voor altijd''

-Sorry mensen, ik moet het hierbij laten voor even, moet me even richten op mijn laatste rapportage, en Oblivios, ik reageer zo snel mogelijk op je bericht-

Elina

Elina
Ik ben een Teacher
Teacher
Een witte pioenroos, waar moest Elina die nou vinden.
Elina hoorde de stemmen ook, net zoals Tempus.
Die witte pioenroos. Elina moest zoveel doen, nu stond ze hier voor de muur,
straks stond ze misschien wel weer ergens anders. Elette moest hiervoor zorgen.
Elina ging fluiten, Elette zou erop reageren en naar haar komen.
Daar was ze al. ‘Elette, goed luisteren, ik heb een witte pioenroos nodig, maar
ik kan niet weg. Ik ben hier nodig. Wil jij een witte pioenroos zoeken en zo
snel mogelijk naar mij brengen?’ ‘Waar moet ik die dan vinden?’ Dat was een
goede vraag van Elette, Elina wist het ook niet. Even sloot ze haar ogen. Elina
maakte contact met de bomen. De bomen wisten de weg, zij zouden het haar kunnen
vertellen. ‘Weet je nog hoe we hier gekomen zijn? Halverwege kwamen we een
dorpje tegen. Een arm klein dorpje, het leek uitgestorven. Er leven nog steeds
mensen, maar het is maar een handje vol. Midden in het dorp is er een huisje,
het staat helemaal centraal. In de achtertuin staat zo’n roos. Het zijn er
meerdere, maar niet heel veel. Pluk er maar één, daar heb je genoeg aan. Haast
je!’ ‘Ik ga al’ ‘Elette, nog één ding! Wees alsjeblieft voorzichtig.’ En daar
ging ze, Elette onderweg naar het griezelige dorpje. Elina hoopte dat ze snel
terug was met de roos. Ze durfde niets tegen Tempus te zeggen, ze kon geen hoop
geven. Stel je voor dat Elette het niet zou vinden en ze met lege handen terug
kwam! Tempus mocht het wel weten, maar nu nog niet.




Toen Elina had gezegd tegen Sam en Tempus dat ze elkaar
moesten helpen, keek ik door hun masker heen. Verdriet, liefde, hoop, kracht,
ze zag vanalles. In een hele korte tijd besefte Elina al dat Catharina een
belangrijke vrouw was, maar niet alleen belangrijk, ook erg geliefd. Soms vroeg
Elina zich weleens af of er mensen waren die van haar hielden. Tuurlijk,
iedereen was blij als zij iemand had geholpen en waren ze dankbaar. Ze kwam
ergens en iedereen wist wie ze was, maar ze wisten alleen wat ze kon, haar
daden, haar uiterlijk. Over haar innerlijk wist niemand iets. Had er iemand wel
interesse in haar, in haar persoonlijkheid? Toch durfde Elina te vertrouwen in
de mensen die ze nu leerde kennen, in bijvoorbeeld Tempus en Sam. Misschien
zouden zij wel vrienden worden, misschien hadden zij wel interesse in haar. Of
zouden ze alleen maar aandacht hebben voor Catharina? Oblivios kende ze nog
niet, maar ze had een goed voorgevoel. Alleen ze wist totaal niet hoe hij zou
zijn. Ze moest ophouden met zo negatief denken. Positief, dat is belangrijk. Er
komt echt wel een moment dat er iemand is die om haar geeft, om haar zoals ze
is. Alleen wanneer, ze zou het niet weten. Ze moest wachten.

Sam

Sam
Ik ben een Ontdekker
Ontdekker
Sam negeerde de vrouw en wachtte tot dat Tempus wat zou zeggen. Voor hij het in de gaten had stond Diadorh er bij. 'Ach stel je toch niet zo aan. Niet iedereen geeft je graag aandacht.'Zei Sam nog steeds kil. 'Dat zeggen ze allemaal.'Zei Sam. En daar mee bedoelde hij dat Tempus sorry zei. Toen liep Sam achter Tempus aan en keek jaloers toen Sam zag hoe Tempus Catharina een kus gaf. Sam ging op zijn knieën zitten en dacht na over hoe hij het moest doen. Hij was niet zo sterk als Tempus.
Sam keek om zich heen maar kon de moeder en groot moeder van Catharina niet meer zien. Nu net toen hij een plan had waren ze er niet. Sam zuchtte en keek naar Catharina ze moesten op schijten. Zo snel mogelijk. Sam zocht zijn heringeringen door en wist plots wat hij moest doen. Sam drukt een kus op Catharina's wang en legde daarna zijn hand op de hare. Zijn andere hand legde hij op de grond. Rustig en heel stil sprak hij de worden uit.
'Audite haec,
Audi clamor noster,
Spiritus est.
Veni ad nos,
Te nunc appello,
Sed odio magna cruce.' Toen Sam klaar was keek hij op voor hij het wist verschrenen de twee vrouwen weer. 'Sorry dat ik u beide stoor maar ik heb u hulp nodig.'Zei Sam terwijl zijn hoofd naar beneden keek. Daarna keek hij de beide vrouwen aan.
'U zult me uw energie moeten geven.'Zei Sam. Het was er uit voor dat hij het in de gaten had. 'Sorry zo bedoelde ik het niet. Ik heb energie nodig voor Catharina en aangezien ik niet genoeg heb.'Zei Sam. Zonder dat de beide vrouwen wat zeide voelde Sam zich sterkte. Snel draaide hij zich naar Catharina en mompelde een paar woorden. Sam legde daarna zijn ene hand op haar hart en de andere op haar hoofd. Voor hij het wist voelde hij zijn energie weg stromen. Gelukkig kreeg hij ook energie van de moeder en grootmoeder van Catharina anders was hij er nou niet meer.
Sam ging zo lang mogelijk door tot dat Catharina weer haar ogen opende.

Lady Catharina

Lady Catharina
Ik ben een Teacher
Teacher
De omgeving was apart voor haar, haar ogen nog steeds geopend door het gebod van haar grootmoeder en de verschillende kleuren ogen waren nog steeds te zien. Het gouden en het zwarte oog dat haar verschillende kanten liet zien. De kant die haar eigen was en de kant die ze had gecreëerd om het leven af en toe te kunnen doorstaan. Haar geest was echter nog steeds uitgeschakeld omdat het de pijn anders niet zou kunnen ondergaan, maar hierdoor was haar vechtlust ook minder. Cath merkte dat ze weer kon knipperen en ging overeind zitten. Het deed haar totaal geen pijn en terwijl ze zat, keek ze om zich heen. Ze zag de mensen van de Nigris en even verderop zag ze Tempus en Sam staan. Ze kwamen haar kant op en keek toe hoe Tempus naar haar keek, maar hij keek niet naar haar, hij keek naar iets beneden haar. Ze draaide haar hoofd en zag tot haar schrik haar lichaam daar liggen. Een uittreding? Dat zou alleen gebeuren als ze het niet meer zou kunnen redden. Was ze dan gedoemd om te sterven? Maar toen zag ze hoe zijn hand naar beneden ging en door haar geestenlijf ging. Ze was nog met haar onderlichaam verbonden, maar voelde op de een of andere manier hoe zijn hand haar aanraakte en zag een gloed uit de aanraking in haar glijden, door haar geestenlijf alsof het haar hart wilde sterken en ze merkte dat ze werd teruggezogen. Haar lichaam eiste haar op en haar ogen sloten op het moment dat ze totaal in haar lichaam zat waardoor de bewusteloosheid wegviel. De energie die haar werd gegeven door Tempus, maakte een directe verbinding tussen haar hart, hersenen en longen. Maar zodra de bewusteloosheid wegviel, had ze maar een moment om te genieten van de warmte die ze kreeg voordat de pijn van het gif weer doorkwam. Alsof ze op allemaal punaises lag en iets haar de hele tijd heen en weer bewoog over het scherpe oppervlak. Door de onverwachtheid ontsnapte haar een ijselijke gil die zelfs haar de koude rillingen gaf voordat ze voldoende bij was om haar kaken op elkaar te klemmen en proberen de pijn te doorstaan. De pijn waardoor haar lichaam kronkelde onder de hand van Tempus, die opeens wegviel en ze er iets anders voor in de plaats kreeg. Hetzelfde wat haar had verdoofd op het moment dat ze bij hem in het paleis had gelegen en geen kracht meer had gehad om iets te doen en de pijn van de wonden werden weggespoeld. Even verdoofde zijn lippen haar weer, slecht een zachte aanraking, maar toch duidelijk merkbaar in haar systeem en ze onwillekeurig blosjes kreeg op haar wangen. Haar oren wilden nog steeds niets doorlaten, haar ogen waren nog steeds gesloten en haar kaken waren opeengeklemd om door haar neus in en uit te ademen. Maar met een schok besefte ze dat ze weer een hand voelde. Een hand die haar aanraakte op dezelfde plek als Tempus had gedaan en haar energie gaf. Ze voelde de warmte in haar lichaam terugkeren en haar rechterhand kreeg eindelijk kracht en liet Eros’ neus los. De hele tijd hadden ze in dezelfde positie gezeten.
:Anima Tell:
Eros was de hele tijd in het zwarte gedeelte geweest, had geen kracht gehad om aan Catharina te geven en haar te helpen. Maar hij had geweten dat Cath alles had gepakt dat hij haar had kunnen geven en ook telkens weer pakte zodat zijn energie niveau niet werd aangevuld. Maar nu voelde hij zich iets sterker doordat de hand van Catharina van hem afviel en hij zijn ogen weer kon openen. Hij viel verder neer, kon zijn hoofd nog niet omhoog houden en zat uit te hijgen. ‘Rose, Ann?’ Zijn stem was gejaagd en hij kon niets anders doen dan uit hijgen en af en toe om zich heen kijken om te zien of er daar iets aan de hand was.

Catharina voelde de kus op haar wang en wist dat het niet Tempus was, hij kuste haar anders dan deze man. Dan moest het wel Sam zijn. Wie anders zou het wagen om haar een kus op haar wang te drukken? Nog steeds hoorde ze niets, maar voelde wel de energie binnen komen die ze nodig had om het te verslaan. Ik gebied je weg te gaan. Ik kies voor mijn eigen leven en wij zijn één geworden. De dingen die mij zijn geleerd en haar tot een vreemde hebben gemaakt, gebied ik met het stof mijn lichaam te verlaten. Ik wil weer Catharina zijn, de echte Cath. Het bloed rond haar lichaam begon sneller uit haar te stromen, maar het was geen bloed dat uit haar stroomde. Het was het gif in een vloeibare vorm. Het maakte een zwarte plas rond haar heen en ze raakte doordrenkt van het stof, maar dat merkte ze nog niet. Langzaam opende ze haar ogen waarbij je nog steeds de verschrikking zag. Cath zag nog niets, want ze was aan het vechten. Ze nam haar eigen ik over, haar zelf en haar innerlijk van toen ze nog niet gesplitst waren. Dat was de Domina die ze moest zijn en de Cath die het meest zou worden geliefd en gehaat. De dingen die Cath zo kil en stroef had gemaakt door de meester gooide ze eruit. Ze wilde dat niet meer in zich hebben en haar wil was altijd sterker dan die ander geweest. Je zag hoe er een gouden oog heftig aan het flikkeren was en het zwarte oog verschrikt keek. De kleur verdween langzaam en het zwarte verdween met iedere minuut die voorbij ging, minder zwart en werd gouder. Nu verdween eindelijk de waas bij haar voor haar ogen en ze zag nog net hoe de gedaantes van haar moeder en grootmoeder verdwenen, oplosten in de lucht. Daarna was het eerste wat ze zag Sam. Haar ogen verzachten iets, maar de gouden kleur was nog niet weg. ‘Bedankt, maar je moet me nu loslaten.’, fluisterde ze hees. Nog net voor hem verstaanbaar. Ze draaide haar hoofd iets en zag dat ze weer haar normale huidskleur had en haar bloed weer rood was. ‘Ik ga voor eens en altijd met jou afrekenen.’, fluisterde ze boos. Ze richtte haar ogen op het zwarte stof waarin ook een deel van haar ziel zat vermengd. De ziel die ze niet meer zou gebruiken, die nooit meer terug zou komen en nooit door iemand zou kunnen worden opgenomen. Haar lippen begonnen snel en zacht allerlei woorden te spreken in een taal die alleen voor de Caelosclan was bestemd. Echter was ze haast niet te verstaan en gingen haar lippen zo snel dat je het niet kon lezen. Je zag het zwarte vloeistof weg trekken, een weg banen langs haar heen naar een losse tak die in haar buurt lag. Daar kroop het in. ‘Altissimo aestu.’, zei ze daarna zo hard ze kon en ze voelde een warme wind langs haar heen trekken die rond de tak ging draaien en even later sprong de tak in brand. Niemand kon het doven, want het was binnen enkele seconden leeggebrand, niets was er van over gebleven en niemand zou het ooit terug kunnen vinden. Zodra dat was gebeurd, viel ze weer neer met haar hoofd recht omhoog en hijgde. De gouden kleur verdween nog niet, maar nu sloot ze haar ogen om uit te rusten. De pijn was nu bijna niet te voelen. Natuurlijk deed het nog pijn, maar vergeleken met waar ze doorheen was gegaan, was dit alsof iemand haar zachtjes kneep in haar wang. ‘Waar is Tempus?’, vroeg ze zacht waarna ze haar ogen opende en haar blik op Sam richtte en hem bezorgd aankeek. ‘Hoe gaat het met je?’ Haar stem nog steeds zacht en hees, maar verder normaal, want ze wilde niet van hem.

Elina

Elina
Ik ben een Teacher
Teacher
Firetree: Vernietiging van het Magistrerium. - Pagina 3 2797642614

Er stond behoorlijk wat wind. Het werd Elette zwaar
gemaakt. Even een witte pioenroos halen in een dorp. De zon ging steeds lager,
het duurde niet lang meer voordat het donker werd. Het was al donkerder, maar
dat kwam door de dikke grijze wolken. Ze bedekten bijna de hele lucht. Als
Elette een beetje voor zich uit keek, zag ze dat daar de wolken nog donkerder
waren. Elette was moe, haar vleugels gingen moeizaam op en neer. Ze moest nog
even doorzetten, want ze wist dat ze er bijna was. De wolken huilden, dikke
tranen vielen naar beneden. Die dikke tranen kwamen op de vleugels van Elette.
Elette kreeg het steeds kouder. Ze hield het niet lang meer vol, de wind sneed
in haar wangen, de tranen maakten haar lichaam nat. Het mocht niet erger
worden. ‘Nog maar even, je kunt het best’ sprak Elette zichzelf toe. Elette
wist niet dat het kon, maar ze vloog nog langzamer, bijna stil in de lucht. Dit
hield ze niet vol, ze tuimelde naar beneden. Takken van de bomen zorgden voor
schrammen. Ook de grond leverde haar pijn. Het was hard. Alleen Elette besefte
niet waar ze was, ze wist niet dat ze op de grond was. Voor Elletes ogen was
het zwart.



Ze stonden nog bij de muur, waar ze beide wachten tot
Dusty terug kwam met Oblivios. Elina keek naar Tempus. Ze probeerde zijn
gedachten te raden, ze probeerde zijn gevoel te weten te komen, maar haar
energie werd minder. Elina voelde zich echt niet goed worden. Toen gebeurde
het, ze viel. Daar lag ze dan, op de grond, bij de voeten van Tempus en alles
was zwart.

Sam

Sam
Ik ben een Ontdekker
Ontdekker
Sam was opgelucht toen hij Catharina's hart beter voelde kloppen. Pas toen Catharina zei dat hij haar lost moest laten deed hij dat. Voor dat Sam Rose en Ann kon bedanken waren ze al weg. Sam schrok toen Catharina zei dat ze voor eens en voor altijd het hem af zou rekenen. Gelukkig bedoelde ze hem er niet mee.
Even sloot Sam zijn ogen. Wat wilde hij zo graag gaan slapen. Sam opende zijn ogen weer toen Catharina vroeg waar Tempus was. 'Waarom is het altijd Tempus dit Tempus dat.'Vroeg hij zachtjes af. Toen keek hij om. 'Tempus is bij het palijs'
Sam voelde zich niet goed worden en hij keek naar zijn wonden. Ze waren weer open gegaan. 'Het gaat.'Loog Sam. Hij wist niet waarom hij liegde maar Sam had een gevoel dat ze nog meer moesten doen.


[Ik weet hij is slecht.]

Oblivios

Oblivios
Ik ben een Admin
Admin
Oblivios was dolblij toen Dusty hem en de anderen kwam redden. 'Dusty! Wat ben ik blij jou te zien. En als jij weer leeft, dan.. Tempus ook!' zei hij blij. Toen wees hij naar de muur achter zich. 'Achter deze muur zitten Gonzalo, Cari en Alwin vast, tenminste, als ze niet al een uitweg hebben gevonden.' vervolgde hij dit keer serieus. Toen moest Oblivios denken aan Civilis, de Anima van Diadorah. 'Dank je Dusty!' zei hij hartelijk en gaf hem een vriendschappelijke knuffel, toen renden hij naar buiten. 'Ik moet nog even wat afhandelen.' riep hij Dusty na. Oblivios kwam bij Diadorah aan en sloeg haar met de achterkant van zijn zwaard tegen haar hoofd, zodat ze waarschijnlijk even knock-out was. 'Die kreeg je nog terug.' zei hij nors en enigzins nonchalant. Nu stonden Oblivios en Diadorah zo'n beetje quitte. Niet veel later zag hij ook Tempus staan. 'Tempus! Mooi dat je terugbent. Maar kun je mij vertellen waar Catharina is?´ vroeg hij hijgend. Hij moest haar maar weer eens spreken.

Tempus

Tempus
Ik ben een Admin
Admin
Firetree: Vernietiging van het Magistrerium. - Pagina 3 2797642614
Dusty keek van Oblivios naar de muur, en van de muur weer naar Oblivios. ''Hoe zijn ze daar beland'', bedacht hij zich hardop. ''De ruimte achter die muur is de Sixtijnse kapel, en de deuren daartoe zijn Potdicht''
Dusty keek naar de muur een zuchtte. ''Kom maar mee Oblivios, we krijgen ze er wel uit''
Dusty liep al naar de deur en wenkte Oblivios. Daarna bracht hij hem naar een bronzen deur, waarachter de Sixtijnse kapel lag. De deur was volledig afgesloten met verzegeld slot, zoals deze ook werd gebruikt wanneer de kardinalen in conclaaf gingen om een nieuwe paus te kiezen. Dusty vroeg zich af hoe lang de deur op slot heeft gezeten, en waarom.

Tempus zag hoe Elette wegvloog om te gaan zoeken naar de Pioenroos. Maar even later gebeurde er iets, wat totaal onverwachts was. Elina viel bewusteloos naast hem op de grond. Er was vast iets met Elette gebeurd. Tempus moest iets doen, en normaal deed hij dat ook. Maar hij moest ook terug naar Cath, om haar weer kracht te geven. Hij kon niet weg.
Tempus pakte Elina op, en droeg haar naar Cath toe, en legde haar ernaast neer.
Plots zag Tempus dat Cath was ontwaakt uit haar slaap. Het ging dus alweer wat beter met haar. Tempus keek haar in de ogen, en zag een aparte goudkleurige glinstering, zoals de bomen in Vernum Springs soms hadden, wanneer de ochtendzon opkwam.
Tempus pakte Cath bij de hand, en aaide het. Tempus glimlachtte zwakjes, en voelde ondertussen de ogen van Sam brandden in zijn rug. ''Sam, je moet Elette gaan zoeken'', zei hij. ''Anders blijft Elina misschien bewusteloos'' Tempus keek Sam aan en probeerde een vriendelijke glimlach te laten zien.
''Ik blijf hier bij Cath, en neem haar mee dieper het paleis in, waar het veiliger is. Dan moeten we Diadorah zien op te sluiten, en die Connor ook. Die taak neem ik op me. Diadorah is nu bewusteloos, en kan niets. En Connor... Ik weet nog niet hoe ik hem te pakken krijg''
Tempus keek van Sam naar Cath, en fronste diep'' Zijn grijze hersencellen maakten overuren, en hij kon niets anders dan peinzen. Toen pas merkte hij op dat Sam ontzettend gewond was. Tempus zuchtte.
''Ik weet niet of je de kracht ervoor hebt. Maar het is een van de lichtste taken. Verder is er niemand die het kan doen nu'' Tempus trok een lap stof dichterbij en gooide het naar Sam. Toen stond hij op. Niet wetend wat hij zou doen, of wat er zou gebeuren. Hij keek omhoog. ''Neeh, dit alles is nog lang niet voorbij''

Sam

Sam
Ik ben een Ontdekker
Ontdekker
Sam keek op toen Tempus iemand naast Catharina neer legde. Hij bleef Tempus aan kijken toen Tempus naar Catharina boog. 'Het lukt me wel.'Mompelde Sam. Toen Tempus over Connor begon keek Sam naar het water. 'Dat rot joch ligt ergens in dat water.'Zei Sam tegen Tempus. 'Je hoeft hem er allen maar uit te vissen.' Sam duwde Tempus weg en boog zich over Catharina heen. Hij was van plan om haar een kus op haar wang te geven. Maar plots bedacht Sam zich. Voorzichtig drukte hij zijn lippen op die van Catharina. Sam haalde naar een paar seconden zijn lippen van de hare en keek toen om naar Tempus. 'O wee als haar wat overkomt.'Gromde Sam. Toen stond hij op en liep naar het meisje. Sam tilde haar op en legde haar op zijn schouder.
'Ach daar was ik nog niet achter.'Zei Sam kill tegen Tempus. Toen liep Sam weg.
Na een paar of honderd meter gelopen te hebben vond Sam een klein elfje. Was dat de Anima van het meisje op zijn schouder?
Ondertussen dacht Sam veel aan Catharina.

Lady Catharina

Lady Catharina
Ik ben een Teacher
Teacher
Catharina lag op de grond uit te rusten en krachten op te bouwen en haar blik gleed even naar het meisje naast haar dat nu in slaap was vanwege de uitputting door het gif dat haar ook had aangetast. Al snel kwam er iemand aan die haar meenam, maar zij vroeg aan Sam waar Tempus was gebleven. Ze wilde een paar dingen duidelijk hebben en vooral weten wat haar moeder tegen hem had gezegd. Haar blik was nu op hem gericht en al verstond ze niet wat hij zei, ze kon het duidelijk lezen in zijn lippen. Haar blik werd even boos en gefrustreerd. Het was toch logisch dat ze naar Tempus vroeg? Ze had zijn leven gered en hij de hare, maar hij had haar ook ontzettend aan het schrikken gemaakt. Ze kende de belofte die ze aan hem had gedaan maar al te goed en die zou ze nooit willen breken, maar als hij zulke dingen deed dan werd dat voor haar heel moeilijk. Ze sloot haar ogen even als knik op zijn antwoord. Ze had geen zin en niet de kracht om Sam uit te leggen wat het was dat zij en Tempus precies hadden en hoe hij haar familie al jaren kende. Ze kende het zelf pas een paar weken en dan wist ze nog lang niet alles. Dat zou pas na haar verjaardag bekend worden. Dan zou ze alles te horen krijgen wat vorige Domina’s hadden gedaan en wat de consequenties daarvan waren geweest. Daarna keek ze Sam weer aan en haar blik werd bezorgder. Ze kon zien dat hij loog en stak haar hand uit om op die van hem te leggen. Haar gevoel in haar lichaam kwam steeds beter terug en daarmee ook de pijn die haar wonden deden. Toch sloot ze even haar ogen en mompelde een paar woorden waardoor haar hand oplichtte. Ze had niet voldoende kracht om hem te genezen, maar de energie die ze nu weggaf zou voor een versneld helingsproces zorgen. Zodra dat klaar was, trok ze haar hand terug en sloot haar ogen om uit te rusten. Niet dat ze lang rust kreeg, want Tempus kwam er al weer aan en hij was niet alleen. Ze keek even verbaasd naar het meisje dat hij had gedragen. Ze voelde duidelijk een connectie die ze samen hadden. Dat betekende dat ze weer een van de verloren leden van de Caelosclan had gevonden. Maar haar aandacht ging naar Tempus toen hij naast haar neerknielde en haar hand pakte om daar weer zachtjes met zijn hand overheen te gaan. Ze liet hem zijn gang gaan, glimlachte voorzichtig terug en hield haar goudkleurige ogen in de zijne gericht. Zelfs toen hij wegkeek, bleef ze naar hem kijken, voelde de heerlijke tintelingen door haar heen gaan bij iedere keer dat hij zachtjes over haar huid heen ging. Toch trok ze haar hand uit de zijne toen ze die frons op zijn gezicht zag en reikte naar zijn gezicht om de frons weg te strijken terwijl ze hem bezorgd, maar ook ergens boos aankeek. Daarna verloor haar arm weer even de kracht en viel het terug langs haar lichaam waar Cath weer iets moeilijker begon te ademen. ‘Sam?’ Haar stem zwak, maar duidelijk een vorm van angst was er doorheen te horen toen hij in een keer dichtbij kwam en haar ogen lieten de verschrikking zien. Ze begreep hem niet en hield haar ogen geopend terwijl hij haar kuste. Ze voelde wel de voorzichtigheid, maar dat was niet het enige. Het leek wel alsof hij zijn agressie voor haar probeerde te verbergen, maar ze dacht het duidelijk terug te voelen. Ze beantwoordde zijn kus lichtjes, te verbaasd over wat ze merkte om iets anders te doen. Deze kus verdoofde haar niet, maar gaf haar juist meer pijn. Pijn in haar hoofd om wat er aan de hand was en hoe ze het op zou moeten lossen. Haar ogen keken Sam na. Nog steeds vol schrik en verbazing. Tot haar verbazing merkte ze dat er een traan over haar wang gleed en bij het besef dat Tempus er was, bracht ze haar verschrikte blik op naar hem. Tempus stond daar nog steeds en ze wist niet of hij nou naar haar keek of juist door haar heen alsof hij haar totaal niet zag. Met een kreun werkte Cath zich overeind en slaakte een kleine pijnkreet. Haar gehele lichaam deed pijn, maar Tempus reageerde niet. Ze bracht haar arm omhoog en omvatte zijn hand met de hare waarna ze zachtjes in zijn hand kneep en hem lichtjes naar beneden trok en weer ging liggen. Ze zocht met haar ogen zijn gezicht langs om te blijven kijken naar zijn ogen, hopend dat hij haar blik zou beantwoorden en zou lezen hoe ze zich voelde. ‘Tempus?’, fluisterde ze in de hoop dat hij haar zou horen. Ze had zijn hand nog steeds niet losgelaten en kneep weer zachtjes. ‘Tempus!’, fluisterde ze nu zo hard als ze kon. Hij moest uit die trance komen en bij haar komen. Haar blik werd iets boos toen het nog niet werkte. Dan maar andere maatregelen. Ze kon hier niet zo blijven liggen. Ze trok haar hand op waardoor hij een van zijn steunen zou verliezen. Ze haalde haar rechterhand met daarin zijn hand naar boven langs haar lichaam, over de plaats waar onder het verband en haar huid haar hart moest zitten naar haar linkerbovenschouder. Een van de plaatsen waar haar wonden nog steeds bloedde. Daar haalde ze haar hand onder de zijne vandaan en legde haar hand nu juist op de zijne en drukte zijn hand naar beneden. De warmte van zijn hand stroomde door, maar ze lette er niet op. Haar duim maakte zachtjes kringetjes op het plekje van zijn pols terwijl ze wachtte totdat hij door zou hebben waar hij was en waar hij mee bezig was geweest. En dat was haar redden en helpen. Haar blik bleef bezorgd naar zijn gezicht kijken, hopen dat hij nu eindelijk zijn hoofd zou draaien en haar weer aan zou kijken. ‘Tempus?’, vroeg ze nu weer zachtjes. ‘Wat is er aan de hand? Het is niet alleen dit met de Firetree. Er is meer. Vertel het me alsjeblieft eerlijk.’, zei ze zachtjes tegen hem. ‘Weet je? Je zei in je brief dat Dusty mij naar de geschriften zou brengen, maar dat heeft hij nooit gedaan. En wat is precies de taak die me daar ligt te wachten die alleen ik samen met mijn clan op kan lossen? Bedoelde je de Firetree? Wil je dat de Caelos het opneemt en het onschadelijk maakt, want dat kan ik niet doen. Hoeveel je ook voor me betekent, mijn lieve Tempus, ik wil mijn clan niet aan die pijn die ik heb moeten doorstaan blootstellen. En van welke daden heb je spijt en denk je dat je ze niet meer goed kan maken? Dat was het enige wat je in de brief had gezet, verder geen hints over waar het over ging en ik zit al de hele tijd met die bezorgdheid in mijn hoofd. Vertel het me eerlijk.’ Haar ademhaling was weer gejaagd door het vele en duidelijke praten achter elkaar. Ze wilde een antwoord op wat haar sinds dat moment had gekweld, maar haar blik was vastberaden terwijl ze naar tempus keek. Het leek erop alsof hij haar tirade wel had aangehoord en weer bij bewustzijn was. En het leek erop dat hij haar een antwoord zou gaan geven.

Elina

Elina
Ik ben een Teacher
Teacher
:Anima Tell:
De eerste beweging was te zien. Het vleugeltje van Elette bewoog. Langzaam maar zeker gingen haar ogen een beetje open. Iets zien deed Elette nog niet. Ze voelde pijn, maar het was niet extreem. Nu opende ze haar ogen helemaal. Wat was er eigenlijk gebeurd? Ze keek om zich heen. Beetje bij beetje kwam alles weer boven. Ze moest de witten pioenroos zoeken, maar toen ze onderwerg was, werd het weer slechter en slechter. Het was te zwaar voor het kleine lijfje. om zich heen zag ze de bomen. Met haar hand voelde ze aan de grond, het was nog nat. Elette merkte dat het nu rustig weer was. Eeen beetje zon scheen door de takken van de bomen en zorgde ervoor dat ze het niet koud had. Alleen wat ze nog meer zag, verbaasde haar. Hoe kon dat? Ze had niets gemerkt. Hoe kon ze zoiets nou niet gemerkt hebben? Naast haar stond een man en hij droeg Elina. Die man, Elette kende hem wel. Natuurlijk kende ze hem wel. Ze wist al lang wie het was. Hij heette Sam. Alleen... wat deden ze hier?



Elina besefte niets. Ze kreeg haar ogen ook niet open. Eindelijk kon ze knipperen en haar ogen gingen heel langzaam open. Het duurde een eeuwigheid voordat ze eindelijk open ware. Nu ze open waren, hoopte ze veel te zien, maar er hing een waar voor. Elina merkte dat ze in een beetje vreemde positie was. Knipperen met haar ogen. Het zorgde ervoor dat de waas wegging. Ze zag ook dat ze op iemand leunde, ze hing over iemands schouder. Toen ze opzij keek, zag ze dat het Sam was. Wat was dit?



Sam merkte dat ze niet meer bewusteloos was. 'Kun je me neerzetten?'vroeg Elina. Voorzichtig zette hij haar neer. Ze voelde zich al een stuk beter. Ze draaide zich om. Daar was Elette, maar Elette was naar de witte pioenroos?! Wat deed Elette hier of wat deed zij hier? Veel tijd had ze niet om na te denken. Haar benen voelde nog slap aan, haar hoofd bonkte als een gek en ze had pijn zonder te weten waardoor het kwam. Elina had geen controle over haar benen en ze viel naar achter. Twee armen grepen haar beet, net op tijd. Anders had ze nu languit op de grond gelegen. Sam zorgde ervoor dat ze op de grond ging zitten. Zitten, dat lukte wel. Al was het niet de prettigste houding. De grond was nat. De armen en benen van Elina deden pijn. Ze brandden, het leek wel op het branden van schaafwonden. Elina keek om zich heen. Elette lag naast haar en aan de andere kant van Elina ging Sam ook zitten. Verder zag ze bomen, groene bomen. Om precies te zijn waren de blaadjes groen en niet de bomen. Door de takken scheen zonlicht. Het was niet warm, het was precies goed. Het had vast geregend, hoe kon anders de grond nat zijn? Een beetje regen doet de natuur goed. Als het niet regende, moesten wij voor water zorgen. De natuur had het nodig en wij moesten voor de natuur zorgen. De bomen waren voor Elina erg belangrijk.



Elina's hoofd zat bom vol met teveel vragen. 'Sam, jij kunt me vast wel vertellen wat er allemaal is gebeurd? Wat doe ik hier? Waarom hing ik over je schouder? Wat is er met Elette?' Zoveel vragen. Die paar vragen putte haar uit, ze was zelfs buiten adem. Ze had zichzelf nog niet onder controle/ Ook voelde ze zich heel erg moe, maar om hier te gaan slapen leek haar geen goed plan. Al was het wel veiliger dan bij de anderen, want daar waren meer mensen dan alleen de goede. Elina wilde alles horen, wilde alles weten en was ook nieuwsgierig, maar haar lichaam accepteerde dat niet. Ze was gewoon moe. Het liefst zou ze tegen Sam aanleunen en in slaap vallen. Alleen dacht ze dat dat geen goed idee was. Elina verzamelde moed en energie, want praten kostte gewoon veel moeite. 'Ik wil alles weten, maar voel me zwak en ook heel erg moe. Ik heb mijn lichaam nog niet onder controle. Wat doen we? Blijven we even hier of gaan we terug? Ik ben bang dat ik nog niet zelfstandig kan lopen, ik zal op je moeten leunen. Jij moet beslissen.'Eigenlijk moest Elina er niet aan denken om terug te lopen. Ze wist niet precies hoe ver het lopen was. Ze wist niet precies waar ze waren. Dat Sam er was, deed haar goed. Toch lief dat hij dat voor haar deed. Elette moest ook mee terug, laat die witte pioenroos maar zitten. Nooit gevaar opzoeken als het niet echt heel erg nodig was. De pijn zakte, het zou niet lang meer duren. Daarna zal haar pijn weg zijn. Alleen of ze gelijk al de controle had over haar lichaam, dat wist ze niet. Het idee om hier nog even te blijven, hier waar er rust was, waar het veilig was, dat beviel haar eigenlijk wel. Nu moest ze maar afwachten op het besluit van Sam.

Tempus

Tempus
Ik ben een Admin
Admin
Tempus bleef maar omhoog kijken. Peinzend en nadenkend over het zwarte stof. Hoe konden ze dat nu ooit allemaal weg krijgen. Hij keek op naar een fresco aan de wand van het paleis. Ondertussen hoorde hij niets meer van wat er naast hem gebeurde. Sam die wat zei, een gil van Cath. Hij hoorde niets. Zijn ogen bleven gericht op de fresco, terwijl hij zachtjes de hand van Cath bleef wrijven.
Het fresco ging over een oude school waar een leraar een oude natuurwet voorschreef. Elke Actie heeft een tegenovergestelde reactie, logisch want alles moet altijd in evenwicht zijn.
En toen klaarde het op in Tempus hoofd. Zijn ogen werden groot en hij begon van enthousiasme steeds harder over Caths hand wrijven. Hij voelde dat Cath bezig was zijn hand te verplaatsen en hoorde haar wat vertellen. Het klonk nogal op de achtergrond. De enige woorden die hij hoorde was ''Firetree blootstellen, hints en eerlijk'' Tempus keek dieper naar de foto. ''Evenwicht'', gromde hij. ''Alles draait om evenwicht, materie, antimaterie, cataclysmische gebeurtenis''
Toen wist Tempus het. Verwonderd keek hij Cath weer aan. '''We moeten hetgeen zoeken wat het tegenovergestelde is van de Firetree, wat hem kan vernietigen. Er moet altijd evenwicht zijn, dus iets dat slecht is, heeft, soms verweg, iets positiefs waardoor het samen neutraal wordt. Er is maar een boom die al dat positieve bevat, en die het tegenovergestelde is aan de Firetree'' Een plaatje van de zielenboom in Thin Place kwam voor zijn ogen. Wanneer die boom wat van zijn stof zou afgeven, zouden ze wanneer ze in aanraking komen met het Firetree stof, oplossen en neutraal worden. Vanuit Thin Place zouden ze het stof kunnen bestrijden. Tempus was zo enthousiast dat hij opstond, en ging ijsberen over hoe ze het zouden doen, wat er voor nodig zou zijn. Maar er leek weer hoop aan het einde van de duistere, met stof bedekte tunnel.

Sam

Sam
Ik ben een Ontdekker
Ontdekker
Sam zette Elina neer op een niet echt zachte manier. 'Sorry.'Mompelde hij.
Sam vind Elina op toen ze bijna viel. Hij zette haar op de grond en ging op zijn hurken zitten. 'Nou van Tempus moest ik jou naar je anima brengen.'Zei Sam. Wat wou hij nu graag bij Catharina zijn. Als haar wat over kwam dan zou hij Tempus wat aan doen. Hij vertrouwde hem niet meer. Sam kwam op een idee en ging staan. Daarna stak hij zijn hand uit en even later zat Elina op zijn rug. Sam keek naar de Anima van Elina en al snel vloog die in de lucht. 'We kunnen zo terug gaan.' Zei Sam. En keek om naar Elina.

Lady Catharina

Lady Catharina
Ik ben een Teacher
Teacher
Catharina keek bezorgd, maar ook ergens boos naar Tempus. Haar hand voelde warm aan en ze wilde meer, maar vooral dat hij zich nu eens eindelijk op haar richtte. Haar blik was naar die van hem gericht toen hij iets zei. Ze snapte niet wat hij bedoelde. Wat had dat nou in hemelsnaam met haar verhaal te maken? Haar wenkbrauwen waren iets opgetrokken en haar ademhaling was nog steeds gejaagd toen ze in haar ooghoeken Eros op zag staan en met een boze blik naar een van hen keek. Ze kon zo niet zien naar wie hij keek en zijn gedachten lieten ook niets speciaals zien. Nu zag ze dan eindelijk de heldere blik in de ogen van Tempus en knikte licht op zijn woorden. Ze snapte wat hij zei, maar weer ontweek hij haar vragen. Haar hand gleed zachtjes van hem af en de warmte die ze zo constant op haar schouder had gevoeld, verdween om er kou en pijn voor in de plaats te geven. Catharina keek licht bezorgd toe hoe hij bleef ijsberen, maar haar ogen werden groter toen Eros in een keer voor hem ging staan en hem de weg versperde. Eros was groter dan hem dat was duidelijk te zien en hij torende dan ook boven de man uit.
:Anima Tell:
Eros had zijn kracht al snel terug, wist dat het bij Cath langer zou duren en stond op. Even keek hij naar zijn bebloede wederhelft en naar wat Tempus deed. Eros snapte er niets meer van. Was het niet duidelijk te zien dat Cath geholpen moest worden, dat ze naar binnen moest worden gebracht? De hengst schudde even zijn lichaam om vervolgens naar voren te stappen. Tempus had zich omgedraaid om de andere kant op te lopen, maar zou zo weer terugzijn en Eros wachtte erop. Zodra Tempus zich weer omdraaide had hij nog een pas om te stoppen anders zou hij tegen Eros aanlopen. Eros hield zijn hoofd iets schuin zodat hij met zijn oog naar Tempus kon kijken. Hij brieste kwaad in het gezicht van Tempus en aan de stem die hij daarna opzette was duidelijk te horen dat hij probeerde kalm te blijven. ‘Misschien moet je je gedachten even iets dichterbij huis houden. Ik weet niet of je ogen hebt die het ook doen, maar anders zou ik maar eens goed kijken.’ Hij wees naar Catharina die met een bezorgde blik naar hen keek. ‘Zij daar, heeft al bijna zoveel bloed verloren dat ze doodgaat en haar wonden bloeden nog steeds. Ik weet niet of jij het vuil ziet dat nog steeds erin zit en of jij vindt dat dat verband nog wit is en steriel, maar als jij denkt dat alles goed is laat haar dan lekker zo liggen. Dan zoek ik Sam wel op die haar een bad geeft en haar wonden opnieuw verbindt en misschien iets van warmte voor mijn wederhelft zoekt, want jij bent blijkbaar te blind om dat ook maar te zien. Misschien zou eten ook fijn zijn en dat ze daarna goed kan slapen. In een echt bed en niet op de grond.’ Eros hoorde de zachte bestraffende stem van de grond afkomen en draaide zich weg om zijn neus even naar haar gezicht te brengen. Daarna keek hij ook boos naar haar. ‘Hou je nou voor een keer eens niet sterk. Geef eens toe aan hoe moe je je voelt en de pijn die je kwelt. Ik voel die pijn ook en weet dat je het haast niet kunt verdragen. En ik mag hem best de waarheid zeggen. Jij moet hier weg, er lopen nog steeds mensen rond die je proberen te vermoorden nu dat stof dat niet heeft gedaan. Ik weet zo niet waar Lucifer is gebleven, maar hij en Lavinia kunnen zo terug zijn en dan ga je eraan. En dat, zoals je weet, laat ik niet gebeuren.’ Eros brieste boos en keek naar Tempus. ‘Nou. Komt er nog wat van of wil je echt dat ik Winchester ga halen? Ik weet zeker dat hij haar met alle liefde zal wassen en haar in een bed legt.’ Eros keek even weg. ‘En er waarschijnlijk net zo lief bijligt.’, mompelde hij zachtjes, maar hij merkte dat Catharina het had gehoord. ‘Eros. Hou je gedachten voor je.’, siste ze hem toe. Eros keek echter niet naar Tempus om te kijken of hij het ook had gehoord en wat die informatie met hem deed.

Elina

Elina
Ik ben een Teacher
Teacher
Elina had bewondering voor Sam. Sam, die zielsveel van Catharina hield, wilde voor haar zorgen en bij haar zijn. Toch was Sam bij Elina. Hij had haar naar Elette gedragen. Elina wist dat hij naar Catharine terug wilde. Daarom had ze maar niet gevraagd of ze samen naar de witte pioenroos konden zoeken. Zelf wist ze niet waarvoor de witte pioenroos was bedoeld.

Zelfs nu op de terug weg droeg Sam haar. Eigenlijk moest ze hem bedanken voor alles, maar ze wist nog niet hoe. Het leek onmogelijk, Elina kon het ook niet verklaren, maar ze wist dingen van Catharina. Ze wist over haar gevoelens, haar liefde. Die vrouw was verward, er waren twee mannen die allebei zielsveel van haar hielden. Alleen zij, ze wist niet van wie ze hield. Ze moest gaan kiezen, Tempus of Sam. Het stomme was, volgens Elina kon de vrouw helemaal niet kiezen, maar dat wist ze niet zeker. Elina dacht zelfs dat ze de aandacht wel prettig vond, ze kon het haar ook niet kwalijk nemen nu ze slecht lag, ze kon alle hulp en steun gebruiken. Dit kon ze alleen niet pikken. Geen keuze maken tussen deze twee mannen. Die jongens hielden van haar, echte liefde, zij wilden alles voor haar doen, hadden alles voor haar over, alleen komt er een moment dat Catharina eerlijk moest zijn en een keuze moest maken. Zou ze dat kunnen? Diep van binnen was Elina boos op haar, woedend. Die vrouw hield mensen voor de gek, mensen die dat absoluut niet verdienden! Ze moest snel stoppen met dit gedoe. Hoe langer de vrouw zou wachten, hoe meer Tempus en Sam van haar zouden gaan houden, hoe meer ze één van de twee beschadigde. Het was dus echt de tijd om een keuze te maken

Dit alles zonder haar eigen gevoelens een rol te laten spelen. Beide mannen kende ze zelf nog niet heel goed, maar toch had ze gevoelens voor één van de twee. Een onmogelijke liefde. Ze was van plan om het maar voor haarzelf te houden, ze bracht mensen alleen maar in een nog moeilijkere positie als ze ook haar gevoelens vertelde. Elina wilde niet dat Catharina haar keuze liet beïnvloeden door haar. Ze wilde dat de vrouw koos voor diegene die zij wilde.

Ook al had Catharina Tempus en Sam, ze wilde niet in haar schoenen staan. De man die ze niet zou kiezen, wilde ze nog wel als vriend, dat wist Elina zeker. Vrienden wil je geen pijn doen, maar ze had geen keus. Elina hoopte dat als het niets zou worden tussen haar en de desbetreffende persoon die vlinders veroorzaakte, dat ze gewoon met elkaar een vriendengroep zouden zijn. Eigenlijk wilde ze dat sowieso, een vriendengroep, zonder dat het uitmaakte wat er ging gebeuren. Verliefd worden op een man die al verliefd was op een andere vrouw, hoe dom kon je zijn. Ondanks dat had er een explosie in haar buik plaatsgevonden. Een explosie van vlinders. Verliefd, zucht.

Sam

Sam
Ik ben een Ontdekker
Ontdekker
Sam dacht aan helemaal niks behalfe Catharina. Waarom kon hij niet gewoon aan iets anders denken. Hij zuchtte en liep veder. De Anima van Elina vloog voor hen uit. Niet dat de Anima dat zelf deed. Soms vergat hij die kracht gewoon. Sam keek om zich heen en zag plots dat ze heel ergens anders terecht waren gekomen dan dat ze naar toe woude. Sam legde Elina voorzicht neer deed het zelfde als met de Anima.
'Blijf hier.'Zei Sam. Daarna draaide hij zich om en was plost weg. Sam kwam uit bij een beek. Hij pakte zijn veldfles en vulde die met water. Binnen een minuut was hij weer bij Elina. Hij gaf haar de veldfles. 'Hier drink wat.'Zei Sam

Firetree: Vernietiging van het Magistrerium. - Pagina 3 2797642614
Zeus keek toe hoe Sam tegen Tempus deed. Afkeurend schudde hij zijn kop. Zeus bleef bij Catharina en bij Eros. Er klonk een apart gegrom van zijn kant wat op als een lach klonk. Zeus was het met Eros eens. Catharina had hulp nodig en snel ook.

Oblivios

Oblivios
Ik ben een Admin
Admin
'Ramess, blijf bij Dusty en help de anderen die vastzitten. Ik moet Catharina helpen.' zei hij terwijl hij naar de plek rende waar Catharina was. Hij ging naast Tempus staan. 'Hallo vrienden.' zei hij kalm. Hij keek doordringend naar Catharina. Voordat hij was opgesloten had zelfs hij doorgehad dat Catharina twee mannen had gekozen en als een vader-figuur keurde hij dat nu enigzins met zijn blik af. Maar die blik veranderde later in medelijden. Hij kon zien dat ze gewond was of was geweest. 'Je weet wat je te doen staat Catharina.' zei hij zonder haar te verraden bij de twee mannen: ze moest kiezen. Oblivios keek rond en zag ook Elina, hij had haar wel eens eerder gezien en wist dat ze bij de Caelos hoorde. Ook zij zat te denken wat hij nu dacht zag hij: de Domina moest een keus maken. Wie Catharina ook keus hij zou haar steunen, want verliefde mannen die worden afgewezen zijn zo onvoorspelbaar als wat, daar had hij vroeger veel ervaring mee gehad. 'Ik denk precies hetzelfde als jij.' fluisterde hij toen hij naast Elina stond. Daarna wachtte hij op zijn gemakje op Catharina's besluit. Feesten dat hij weer terug was kwam later wel.

Tempus

Tempus
Ik ben een Admin
Admin
Tempus was opgehouden met ijsberen, toen Eros hem boos toesprak. Tempus slikte in het aanblik van Eros zijn boze ogen. Hij liep naar Cath en deed wat het opgedragen werd. ''Het spijt me Cath, ik ben er voor je echt waar. Ik zal je helpen.'' Tempus wist dat Cath voor hem belangrijk was. Het belangrijkste. Maar zonder een wereld was er ook geen Cath, bij wie hij kon zijn. Dus moet hij wel over beide nadenken, En de vele levens die op het spel werder gezet. Het was niet om aan te zien.
Tempus deed het verband van Cath af. Hij maakte het vochtig met lauw water, zodat het verband los zou weken. Daarna werd het schoongemaakt en opnieuw verbonden met glazend, zijdeachtig wit verband. Tempus deed het met vaste hand, maar toch met een voorzichtigheid. Hij ging door tot alle wonden opnieuw waren verbonden en waren schoongemaakt. Tempus gooide het smerige verband weg, en kwam daarna weer terug bij Cath, en ging zitten. Hij keek haar aan en streelde haar door het haar, met een gemaakte glimlach om de zorgen die hij had te verbergen. Toch voelde hij een klein geluk dat Cath erbij was. Dat ze er nog was. Hij kon zich niet indenken hoe het zonder Cath zou moeten.
Toch was hij hier de oorzaak van. ''Ik ben niet voorzichtig genoeg geweest Cath, ik had dit alles misschien kunnen voorkomen, als ik de boom eerder had beschermd, en ik moest wel verdwijnen in de grond, wat de Hoogste Boom in Claps moet beschermd worden. Het heeft wortels die ver reiken en de aarde bij elkaar houden.'' Tempus depte met een doek het zweet van Caths voorhoofd, en ging daarna weer verder met praten. ''Het enige wat ik kon was, eeeuuhhmm, brieven sturen. En die heb je gekregen."
Tempus herinnerde zich de vele propjes papier op de grond bij het schrijven van Caths brief. Maar ze leek er niet anders om. Het leek haar niets gedaan te hebben. Daarom was hij nu ook zo onzeker wat Cath voelde en wat het Cath deed. En vooral wat Sam met dit alles te maken had. Zijn trouwe handlanger was nu lang niet meer zo trouw als hij dacht, terwijl hij hem een vertrouwelijke brief had gestuurd met daarin al zijn gevoelens over Cath en deze wereld. Hij dacht dat Sam de enige was die hij kon vertrouwen, maar dit was blijkbaar niet zo. Hij was alleen maar boos en grimmig tegen hem. Niet dat hij dat niet verdiend had, maar toch.
''Cath, ik moet dit alles proberen weer goed te maken, en dat kan alleen met de Heilige Boom. Het heeft stof tegengesteld aan de Firetree. Daarom is het ook nog niet geinfecteerd met het zwarte stof. Misschien kunnen we daarmee het stof wegdrijven''
Tempus stond toen op. ''Ik ben zo terug''Even later kwam hij terug met een rollend eikenhouten bed. Met daarop een dubbeldik donzen matras en glimmend witte lakens.
Hij liep naar Cath, en tilde haar voorzichtig op, en legde haar in het bed. Voordat hij haar hoofd op het kussen legde klopte hij het op, en legde er een rode fijn gehaakte zakdoek op. Toen legde hij haar neer, en rolde het bed onder een raam, waar het uitzicht er nog wel mooi uit zag. ''Ik zal naar de boom moeten, maar jij moet hier blijven om te rusten, en weer op krachten komen. Beloof dat je niets meer doet, totdat ik terug ben.''Tempus keek haar doordringen, doch liefdevol aan.
''Het spijt me dat ik alweer weg moet, maar ik doe het voor jou en de Dust''

Firetree: Vernietiging van het Magistrerium. - Pagina 3 2797642614
Dusty knikte naar Oblivios die naar Cath ging om haar bij te staan. Hij vervolgde zijn weg door de diepe krochten van het paleis. Daar waar haast nooit zonlicht kwam. Hij opende vele deuren, en kwam uiteindelijk in de kamer waar de verloren personen waren. Ergens diep in het paleis. ''Kom mee, ik haal jullie hier uit. We hebben jullie nodig''

Tempus zat nog steeds aan het bed bij Cath. Stilletjes en genietend van dit moment, was misschien wel eens de laatste kon zijn. Hij haatte het om haar hier zo achter te laten, maar hij moest wel. Plots kwam Oblivios aangesneld, en keek naar Cath.
''Oblivios, je bent er'' zei Tempus verrast, en begroette hem uitbundig.'
Hij zou bij Cath kunnen blijven, tot hij terug was. Het was in ieder geval beter dan dat Sam hier zou zijn. Ergens kon hij hem niet meer honderd procent vertrouwen.

Lady Catharina

Lady Catharina
Ik ben een Teacher
Teacher
Catharina kon er niets aan doen, maar ze wist dat Eros gelijk had. Ze probeerde de pijn uit te bannen in plaats van eraan toe te geven en dat deed haar veel meer pijn dan anders. Het kostte haar ook veel meer moeite, maar ze wilde er niet aan toegeven. Ze siste Eros nog toe dat hij zijn gedachten voor zich moest houden, maar tempus kwam echter meteen naar haar toe en hielp haar om schoon te worden. Ze was blij dat de dokters voordat ze haar hadden verbonden toch nog iets van een hempje aan hadden getrokken anders was haar gehele bovenlichaam te zien geweest voor ieder die het wilde zien. Catharina had haar ogen gesloten en liet zijn zachte behandeling haar overkomen en probeerde geen eens haar lichamelijke reacties op wat hij deed te verbergen. Het was duidelijk te zien dat alles wat hij deed, haar alleen maar geruststelde en ze zich er fijn onder voelde. Ze opende haar ogen weer toen hij bij haar ging zitten en door haar haren ging met zijn hand, zachtjes strelend wat haar weer een koude rilling gaf. Haar blik was gelukkig totdat ze zijn gezicht goed zag en bezorgd werd. Ze wilde niet dat hij haar zo probeerde te helpen. Ze kon altijd al door zijn verzinsels heenkijken zolang ze zijn blik maar kon zien. Ze wilde vragen wat er was toen hij al begon te praten. Eindelijk kreeg ze een antwoord op haar vraag waarom hij weg was gegaan, maar daarna betrok haar gezicht bij de gedachte aan de brief. Ze snapte er nog steeds niets van en ze had het hem straks al gevraagd, maar toen zat hij in die trance waarmee ze hem niet kon bereiken. ‘Tempus?’ Catharina’s stem werd al krachtiger doordat ze zich iets beter voelde. ‘Ik snapte helemaal niets van je brief. Ik heb hem nog bij me.’ Cath ging met haar hand naar haar broek waar ze uit een waterdichte zak de brief haalde. Het was gelukkig niet nat geworden en ze stak het uit naar Tempus om het te kunnen openen en te lezen. Catharina wachtte rustig totdat Tempus het had gelezen en keek hem ondertussen niet aan. Ze keek naar boven, naar het plafond dat ook een aantal fresco’s bevatte die de absolute waarheden verkondigden. Ze knikte op zijn woorden dat hij wegging en wachtte rustig totdat hij terug was. Haar gedachten waren kalm en helder nu ze eindelijk met hem alleen was geweest en ze merkte dat als ze aan hem dacht haar hart harder begon te slaan. Zodra hij terug was, keek ze met twinkelende ogen naar hem op toen ze zijn sterke armen om haar heen voelde. ‘Ik beloof het, als ik nog één ding mag doen.’, antwoordde ze zijn woorden en kwam weer omhoog. Een van haar handen legde ze op zijn wang en ze boog zich naar hem toe om haar lippen zachtjes op de zijne te drukken. Haar ogen sloten zich en na een paar seconden trok ze zich terug. Langzaam liet ze zich terugzakken en haar hand gleed van zijn wang om op het bed terecht te komen.

Catharina keek op toen Oblivios in een keer binnenkwam. Ze kleurde een beetje onder zijn blik en wist wat hij bedoelde met die blik. ‘Ik denk dat ik dat net heb gedaan.’, fluisterde ze hem toe. Ze was niet meer onzeker en haar gedachten waren niet meer verwarrend. Ze wist dat zij diegene was geweest die had moeten kiezen. Niet tussen Sam en Tempus. Nee.. Ze had moeten kiezen tussen wie ze wilde zijn en wie ze echt was. Ze had zichzelf moeten vinden en haar schuldgevoelens voor Sam moeten laten varen. Ze was niet eerlijk tegen hem geweest en had haar liefde verward met de schuld die ze voelde om wat haar andere ik haar had aangedaan. Cath had hem gebruikt waardoor hij van haar was gaan houden, maar ze had al die tijd al van Tempus gehouden wat pas extra duidelijk naar voren was gekomen doordat hij weg was gegaan. Je weet pas wat je hebt als je het niet meer hebt. Nu begreep ze eindelijk wat het betekende. Ze had Tempus als een goede vriend beschouwd terwijl haar hart iets heel anders wilde en pas toen hij was weggegaan was ze daar echt achter gekomen. ‘Tempus? Zou je mijn kinderen mee terug willen nemen? En kom snel terug.’, zei ze zachtjes tegen Tempus waarna ze haar ogen sloot en eindelijk in een rustige slaap viel.

Gesponsorde inhoud


Ik ben een

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Terug naar boven Bericht [Pagina 3 van 5]

Ga naar pagina : Vorige  1, 2, 3, 4, 5  Volgende

Permissies van dit forum: Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum